128
3-1. BEDIENING
Indien bij het plaatsen van een
zitkussen het kind in het baby- of
kinderzitje erg rechtop zit, zet u
Gedetailleerde informatie voor het plaatsen van een baby- of kinderzitje
(Oekraïne, Rusland, Israël, Turkije, Wit-Rusland, Moldavië, Azerbeidzjan,
Armenië, Georgië, Oezbekistan, Kazachstan, Kyrgyzstan, Tadzjikistan en
Turkmenistan met onderste ISOfix-bevestigingspunt en
aan/uit-schakelaar airbag)
Zitpositie
Stoelpositienummer
Zitpositie geschikt voor universele zitje
vastgezet met gordel (Ja/Nee)
Zitpositie i-Size (Ja/Nee)
Zitpositie geschikt voor zijwaarts geplaatst
zitje (L1/L2/Nee)
Geschikte bevestiging voor tegen de rij-
richting in geplaatst zitje
(R1/R2X/R2/R3/Nee)
Geschikte bevestiging voor in de rijrichting
geplaatst zitje (F2X/F2/F3/Nee)
Geschikte bevestiging voor zitkussen
(B2/B3/Nee)
*
: Zet de stoel altijd in de laagste stand.
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende "beves-
tigingen". Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitposities
voor de in de bovenstaande tabel genoemde "bevestigingen". Raadpleeg
de onderstaande tabel voor het soort "bevestiging".
de rugleuning in een comfortabe-
lere stand. En als het schouder-
bevestigingspunt van de
veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje
bevindt, verplaatst u de zitting
naar voren.
Als het baby- of kinderzitje een
steunpoot heeft, verwijder dan
altijd eerst de vloermat voordat u
het zitje plaatst.
Aan/uit-schakelaar airbag
AAN
Ja
Alleen in de rijrichting
Nee
Nee
Nee
F2X, F2, F3
B2, B3
UIT
Ja
Nee
Nee
*
R1, R2
F2X, F2, F3
B2, B3