Download Print deze pagina

Toyota Supra Handleiding pagina 266

Advertenties

266
4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Voorzorgsmaatregelen
4-1.AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
voor het rijden
Uitrusting
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifieke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor functies en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
Inrijden
Algemeen
Bewegende onderdelen moeten op
elkaar inlopen.
Door het naleven van de volgende
aanwijzingen worden de levens-
duur en efficiëntie van de auto ver-
groot.
Gebruik de launch control niet tij-
dens het inrijden, zie blz. 148.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Nieuwe onderdelen en componenten
kunnen ervoor zorgen dat veiligheids-
en rijassistentiesystemen vertraagd
reageren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Rijd gematigd en rea-
geer vroegtijdig, indien nodig, nadat
nieuwe onderdelen zijn geplaatst of
als de auto nieuw is. Houd u aan de
inrijprocedures voor de betreffende
onderdelen en componenten.
Motor, versnellingsbak en
differentieel
De eerste 2.000 km
Overschrijd het maximale toerental
en de maximumsnelheid niet:
 Voor benzinemotoren: 4.500
omw/min en 160 km/h.
Vermijd indien mogelijk gebruik van
de kickdown en rijden met volledige
belading.
Vanaf 2.000 km
Het toerental en de snelheid kun-
nen geleidelijk worden verhoogd.
Banden
Als gevolg van het productieproces
leveren nieuwe banden niet direct
de maximale grip.
Rijd de eerste 300 km gematigd.

Advertenties

loading