Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

220
3-1. BEDIENING

Rijassistentiesystemen

Uitrusting
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifieke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor functies en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
Handbediende
snelheidsbegrenzer
Principe
Met dit systeem kan een bepaalde
snelheidslimiet worden ingesteld
om te voorkomen dat deze wordt
overschreden.
Algemeen
Met dit systeem kan een snelheids-
limiet vanaf 30 km/h worden inge-
steld. Er kan met elke snelheid
onder de ingestelde snelheidsli-
miet worden gereden.
Overzicht
Toetsen op het stuurwiel
Toets
Functie
Systeem aan/uit, zie
blz. 220
Actuele snelheid opslaan
Speed Limit Assist, zie
blz. 234: handmatig instel-
len op de voorgestelde
snelheidslimiet.
Tuimelschakelaar:
De snelheidslimiet wijzi-
gen, zie blz. 221.
Bediening
Inschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
De actuele snelheid wordt ingesteld
als de snelheidslimiet.
Als het systeem bij stilstaande auto
of bij een lage snelheid wordt geac-
tiveerd, wordt 30 km/h als snel-
heidslimiet ingesteld.
Bij het activeren van de snelheids-
begrenzer is het mogelijk dat de
Vehicle Stability Control (VSC)
wordt ingeschakeld en de rijmodus
wordt overgeschakeld op NOR-
MAL.
Uitschakelen
Druk op de toets op het stuur-
wiel.
Het systeem wordt in bijvoorbeeld
de volgende gevallen automatisch
uitgeschakeld:

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave