120
3-1. BEDIENING
*3
*1, 2
Geschikt voor een "universeel"
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kin-
derzitje dat is vermeld in de tabel
m.b.t. geschiktheid en aanbevo-
len baby- en kinderzitjes
(→Blz.133).
Gebruik nooit een tegen de rij-
richting in geplaatst baby- of kin-
derzitje op de
voorpassagiersstoel.
*1
: Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de passagiersstoel in
hoogte kan worden versteld, zet deze
dan in de hoogste positie.
*2
: Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje een opening aanwezig is tussen
het kinderzitje en de rugleuning, stel
de rugleuning dan af totdat het zitje en
de rugleuning goed contact maken.
*3
: Gebruik alleen een in de rijrichting
geplaatst baby- of kinderzitje.
Compatibiliteit van de passagiersstoel
met baby- en kinderzitjes (Oekraïne,
Rusland, Israël, Turkije, Wit-Rusland,
Moldavië, Azerbeidzjan, Armenië,
Georgië, Oezbekistan, Kazachstan,
Kyrgyzstan, Tadzjikistan en
Turkmenistan met onderste
ISOfix-bevestigingspunt en
aan/uit-schakelaar airbag)
Auto's met linkse besturing
Auto's met rechtse besturing
*3
*1, 2
Geschikt voor een "universeel"
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kinder-
zitje dat is vermeld in de tabel
m.b.t. geschiktheid en aanbevolen
baby- en kinderzitjes (→Blz.132).