102
3-1. BEDIENING
de juiste manier te dragen blijven de
inzittenden goed in hun stoel zitten
en wordt voorkomen dat ze onderde-
len van het interieur raken of uit de
auto geslingerd worden bij een aanrij-
ding. Daarom moeten alle inzittenden
hun veiligheidsgordel dragen. Als een
Juiste houding achter het stuur en juist gebruik van de
veiligheidsgordels
Plaats de hoofdsteun zo, dat het midden ervan gelijkligt met de bovenzijde
A
van uw oren
Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid is
B
Stel de stoel zo in dat uw armen licht gebogen zijn bij de ellebogen wanneer
C
u het bovenste gedeelte van het stuurwiel vasthoudt
Zorg ervoor dat de gordel strak over het lichaam loopt en nergens te los zit
D
Plaats het heupgedeelte van de gordel zo laag mogelijk over de heupen
E
Ga goed achter in de stoel zitten met de rugleuning rechtop
F
Zorg ervoor dat uw hele rug contact maakt met de rugleuning
G
Plaats de schoudergordel zo dat hij niet tegen uw nek aan ligt of van uw
H
schouder glijdt.
veiligheidsgordel niet op de juiste
manier wordt gedragen, neemt de
effectiviteit als beschermingssys-
teem voor inzittenden sterk af. Let op
het volgende voor een juiste houding
achter het stuur en een juist gebruik
van de veiligheidsgordels.