Onderhoud
Uitrusting
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifieke en speciale
uitrusting die beschikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor functies en syste-
men met betrekking tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
Onderhoudssysteem
Het onderhoudssysteem geeft aan
welke onderhoudswerkzaamheden
nodig zijn om te helpen de veilig-
heid op de weg en de veiligheid van
de auto te behouden.
De exacte benodigde werkzaamhe-
den en de onderhoudsintervallen
verschillen mogelijk, afhankelijk
van de landspecificaties. Vervan-
gingswerkzaamheden, vervan-
gingsonderdelen, bedrijfsmiddelen
en slijtagematerialen worden apart
berekend. Voor meer informatie
kunt u terecht bij een servicepart-
ner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde servicepartner of
gespecialiseerde werkplaats.
5-1. MOBILITEIT
Condition Based Service
(CBS)
Principe
Sensoren en speciale algoritmen
bewaken de omstandigheden
waarin de auto wordt gebruikt. CBS
gebruikt deze informatie om te
bepalen of onderhoud nodig is.
Het systeem maakt het dus moge-
lijk om de omvang van de onder-
houdswerkzaamheden af te
stemmen op het individuele
gebruiksprofiel.
Algemeen
Informatie over onderhoudsvereis-
ten, zie blz. 159, kan worden weer-
gegeven op het regeldisplay.
Stallingsperiodes
Periodes waarin de auto niet wordt
gebruikt en de accu losgenomen is,
worden buiten beschouwing gela-
ten.
Laat in dergelijke gevallen tijdsaf-
hankelijke onderhoudsprocedures,
bijvoorbeeld voor de remvloeistof
en, indien van toepassing, de
motorolie en het microfilter/geacti-
veerde koolstoffilter, bijwerken door
een servicepartner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde ser-
vicepartner of gespecialiseerde
werkplaats.
315
5