Download Print deze pagina

Toyota Supra Handleiding pagina 207

Advertenties

de bestuurder het stuurwiel aan-
raakt, klinkt er een waarschuwings-
signaal. Bij de tweede
stuurinterventie klinkt een kort
waarschuwingssignaal. Een langer
waarschuwingssignaal klinkt vanaf
de derde stuurinterventie.
Er wordt ook een voertuigmelding
weergegeven.
Het waarschuwingssignaal en de
voertuigmelding laten de bestuur-
der weten dat hij beter op de rij-
strook moet letten.
Annulering van de waarschuwing
De waarschuwing wordt in de vol-
gende situaties onderbroken:
 Automatisch na ongeveer 3
seconden.
 Bij terugkeer naar de juiste rij-
strook.
 Als de auto sterk afremt.
 Bij het richting aangeven.
 Bij een ingreep van de Vehicle
Stability Control (VSC).
Beperkingen van het
systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het sys-
teem kan het voorkomen dat het sys-
teem helemaal niet, te laat, onjuist of
ten onrechte reageert. Er bestaat een
kans op ongevallen en schade.
Houd rekening met de informatie over
de beperkingen van het systeem en
grijp indien nodig actief in.
3-1. BEDIENING
Functionele beperkingen
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk niet optimaal, bij-
voorbeeld:
 In dichte mist, onder natte omstan-
digheden of bij sneeuw.
 Wanneer er ontbrekende, versle-
ten, slecht zichtbare, samenko-
mende/scheidende of onduidelijke
rijstrookmarkeringen zijn, bijvoor-
beeld in gebieden waar wegwerk-
zaamheden plaatsvinden.
 Als rijstrookmarkeringen bedekt
zijn met sneeuw, ijs, vuil of water.
 In scherpe bochten of op smalle
wegen.
 Als de rijstrookmarkeringen niet
wit zijn.
 Als rijstrookmarkeringen door
objecten worden overschaduwd.
 Als de auto te dicht achter een
voorligger rijdt.
 Bij langdurige verblinding door
tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer
de zon laag aan de hemel staat.
 Als het gezichtsveld van de
camera of de voorruit vóór de bin-
nenspiegel vuil of afgedekt is.
 Als de camera oververhit is
geraakt als gevolg van extreem
hoge temperaturen en tijdelijk is
gedeactiveerd.
 Maximaal 10 s na het starten van
de motor met behulp van de start-
knop.
 Tijdens het kalibratieproces van de
camera direct na aflevering van de
auto.
Er wordt mogelijk een voertuigmel-
ding weergegeven bij beperkte functi-
onaliteit.
207
3

Advertenties

loading