• Het voertuigidentificatienummer
voor het snel identificeren van de
auto, bijvoorbeeld het model.
• Voertuigtype, bijvoorbeeld auto.
• Type voertuigaandrijving, bij-
voorbeeld benzine of diesel, voor
het beoordelen van de risico's bij
de hulpverlening, zoals het risico
op brand veroorzaakt door
brandstof.
• De positie van de auto ten tijde
van het ongeval, de laatste drie
locaties en de rijrichting om de
auto sneller te kunnen lokalise-
ren op bijvoorbeeld zeer com-
plexe baanvakken.
• Logbestand voor automatische
systeemactivering en het tijd-
stempel.
• Besturingsinformatie, die de
hulpdiensten vertelt of de
noodoproep bijvoorbeeld auto-
matisch of handmatig is geacti-
veerd.
• Een tijdstempel voor het bepalen
van het tijdstip van het ongeval
om de inzet van de hulpdiensten
te optimaliseren.
• De rijrichting om bijvoorbeeld te
bepalen om welke zijde van de
weg het gaat.
De autoriteiten van het land op
wiens grondgebied de noodoproep
van het eCall-systeem plaatsvindt,
bepalen welke centrale meldka-
mers voor noodoproepen de
noodoproep zullen ontvangen en
verwerken.
Configuratie van
gegevensverwerking
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem zorgt
ervoor dat de gegevens in het sys-
teemgeheugen niet buiten het
1-1. AANWIJZINGEN
systeem kunnen worden ingezien
voordat een noodoproep wordt
geactiveerd.
De verzamelde gegevens voor het
wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem worden alleen in de auto
opgeslagen en naar de centrale
meldkamer gestuurd wanneer een
noodoproep wordt geactiveerd.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem zorgt
ervoor dat de gegevens niet kun-
nen worden getraceerd en de
gegevens tijdens normaal gebruik
niet permanent worden nagetrok-
ken.
Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem zorgt
ervoor dat de gegevens in het
interne systeemgeheugen automa-
tisch en continu worden gewist.
Gegevens met betrekking tot de
locatie van de auto worden continu
overschreven in het interne sys-
teemgeheugen, zodat alleen laat-
ste drie locaties van de auto die
nodig zijn voor het normaal functio-
neren van het systeem altijd
beschikbaar zijn.
Het activiteitengegevenslog van het
wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem wordt niet langer
bewaard dan nodig is voor de
afhandeling van de
eCall-noodoproep en in geen geval
langer dan 13 uur nadat de
eCall-noodoproep werd geacti-
veerd.
Rechten van personen van wie
gegevens worden verwerkt
De persoon wiens gegevens wor-
den verwerkt, bijvoorbeeld de
13
1