138
3-1. BEDIENING
WAARSCHUWING
●
In stand N zetten van de selectie-
hendel.
●
Bedienen van functies van de auto.
Dat kan leiden tot een ongeval en let-
sel. Laat nooit kinderen of huisdieren
alleen in de auto achter. Neem bij het
verlaten van de auto de afstandsbe-
diening mee en vergrendel de auto.
Overzicht
Parkeerrem
Activeren
Als de auto stilstaat
Trek de schakelaar
omhoog.
De led gaat branden.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel brandt
rood. De parkeerrem wordt
geactiveerd.
Als de auto rijdt
■
Algemeen
Tijdens het rijden fungeert de par-
keerrem als noodrem.
Houd de schakelaar omhoog
getrokken. De auto remt sterk af
zolang de schakelaar omhoog
getrokken blijft.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel
brandt rood, er klinkt een
signaal en de remlichten
gaan branden.
Er wordt een voertuigmelding weer-
gegeven.
Activeer de parkeerrem als de auto
stilstaat.
Deactiveren
Handmatig deactiveren
1
Schakel de Drive Ready-modus
in.
2
Automatische transmissie:
Druk op de schakelaar terwijl u
het rempedaal ingetrapt houdt
of de selectiehendel in stand P
staat.
De led en het controlelampje gaan uit.
De parkeerrem wordt gedeactiveerd.
Automatisch deactiveren
De parkeerrem wordt automatisch
gedeactiveerd bij het wegrijden.
De led en het controlelampje gaan
uit.
Storing
Als de parkeerrem niet werkt of er
een storing in zit:
Beveilig na het uitstappen de auto
tegen wegrollen, bijvoorbeeld met
een wielblok.