Volgorde van bewerkingen
Wij raden u aan kettingberekeningen op te lossen door vanuit de
binnenste haakjes naar buiten te werken. Maar u kunt vraagstukken
ook van links naar rechts oplossen.
Bijvoorbeeld: u hebt het volgende al berekend:
4 = [14 + (7 x 3) — 2]
door te beginnen met de binnenste haakjes (7 x 3) en vervolgens
naar buiten te werken, net zoals u dat op papier berekent. De
toetsaanslagen waren 7
3 (x) 14
2(=)4
&).
Als u het vraagstuk van links naar rechts oplost, drukt u op
4 (ENTER) 14 (ENTER) 7 (ENTER) 3 (x)
20)E)
Bij deze methode wordt één extra toetsaanslag gebruikt. U ziet
dat het eerste tussentijdse resultaat ook hier de oplossing van de
binnenste haakjes (7 x 3) is. Deze van-links-naar-rechts-methode heeft
het voordeel dat u
niet hoeft te gebruiken om operanden voor
niet-commutatieve functies ( (=) en (2) ) op de juiste plaats te zetten.
Toch wordt vaak de voorkeur gegeven aan de eerste methode (die
begint met de binnenste haakjes), omdat:
sm Er minder toetsaanslagen nodig zijn.
m Er minder registers in het stapelgeheugen nodig zijn.
Opmerking
Let er bij de van-links-naar-rechts-methode op,
dat er niet meer dan vier tussentijdse getallen (of
J
resultaten) tegelijkertijd nodig zijn (er kunnen niet
meer dan vier getallen in het stapelgeheugen staan).
Het automatisch stapelgeheugen 2-17