Programmaregels:
Beschrijving:
Hal LEL H
Start de routine voor het tonen van twee reéle
wortels of twee complexe wortels.
HEz RCL F
Berekent de eerste reéle wortel.
HE3 STO =
Slaat de eerste reele wortel op.
Hed VIEW =
Toont de reele wortel of het reéle deel van een
complexe wortel.
Ha3 RCL G
Berekent de tweede reéle wortel of het imaginaire
deel van een complexe wortel.
HEE FS? 8
Z1jn er complexe wortels?
Hay GTO LU
Toont eventuele complexe wortels.
HE STOW
Slaat tweede re€le wortel op.
HES MIEW =
Toont tweede reele wortel.
Hig RTH
Gaat terug naar de routine die deze routine
opgeroepen heeft.
Checksum en lengte: BE87 015,0
Hal LEL U
Start routine voor het tonen van complexe
wortels.
Haz S70 i
Slaat het imaginaire deel van de eerste complexe
wortel op.
az VIEW i
Toont het imaginaire deel van de eerste complexe
wortel.
ag WIE =
Toont het reele deel van de tweede complexe
wortel.
Has RCL i
Haalt het imaginaire deel van de complexe
wortels op.
Hae +.--
Genereert het imaginaire deel van de tweede
complexe wortel.
Hay STO 1
Slaat het imaginaire deel van de tweede complexe
wortel op.
bas WIEM i
Toont het imaginaire deel van de tweede
complexe wortel.
Checksum en lengte: 0EE4 012,0
Gebruikte viaggen:
Vlag 0 wordt gebruikt om te onthouden of de wortel reeel of complex
is (dus om het teken van d te onthouden). Als d negatiefis, wordt
vlag 0 geactiveeerd. Vlag 0 wordt later in het programma getest om
ervoor te zorgen dat zo nodig zowel het re€le als het imaginaire deel
worden getoond.
Wiskundige programma's
15-29