Wetenschappelijke notatie ({=C})
In de SCI notatie worden getallen in wetenschappelijke notatie
weergegeven (één cijfer voor het decimaalteken "." of "") met
maximaal 11 decimalen (bij voldoende ruimte) en een exponent van
maximaal drie cijfers. Type na de aanroep SCI _ het aantal weer te
geven decimalen. Druk voor 10 of 11 decimalen op () 0 of (J 1.(Het
gehele deel van het getal is altijd kleiner dan 10.)
Bijvoorbeeld: in het getal 1,224&E5, zijn "2," "3," "4," en "6" de
decimalen die u ziet als de display van de calculator is ingesteld op
SCI 4. De "5" na de E is de macht waartoe 10 wordt verheven.
"Engineering" notatie ({EH})
In de ENG notatie worden getallen op dezelfde wijze weergegeven
als bij de wetenschappelijke notatie, alleen is bij de ENG instelling
de exponent een veelvoud van drie (er kunnen maximaal drie cijfers
staan voor het decimaalteken "." of ""). Deze instelling kan het best
gebruikt worden bij wetenschappelijke en "engineering" bewerkingen
waarbij eenheden nodig zijn die aangegeven worden in veelvouden van
103 (zoals micro-, milli- en kilo-eenheden.)
Na de aanroep EMG _ typt u het aantal cijfers dat u achter het eerste
significante cijfer wilt zien. Druk voor 10 of 11 cijfers op (-) 0 of (1) 1.
Bijvoorbeeld: in het getal 122, 45E2 zijn "2," "3," "4," en "6"
de significante cijfers die u ziet als de display van de calculatoris
ingesteld op ENG 4. De "3" achter de "E" is de macht (veelvoud van
3) waartoe 10 wordt verheven.
ALL notatie ({ALL})
In de ALL notatie worden getallen zo nauwkeurig mogelijk
weergegeven (maximaal 12 cijfers). Als niet alle cijfers in de display
passen, wordt het getal automatisch in wetenschappelijke notatie
getoond: 123, 456
1-18
Beginnen met de HP 32SII