Advertenties
Vergelijkingen integreren (/FN)
Een vergelijking integreren:
1. Als de vergelijjking die de functie van de integrand definieert niet in
de Vergelijkingenlijst is opgeslagen, toetst u de vergelijking in (zie
"Vergelijkingen invoeren in de Vergelijkingenlijst" in hoofdstuk 6)
en verlaat u de Vergelijkingenmodus. In de vergelijking staat
gewoonlijk slechts een uitdrukking.
2. Voer de integratiegrenzen in: toets de ondergrens in en druk op
ENTER); toets vervolgens de bovengrens in.
3. Toon de vergelijking: druk op (»)
en loop eventueel door de
Vergelijkingenlijst (druk op (&q) (A) of (g) (Y) ) om de gewenste
vergelijking te tonen.
4. Kies de integratievariabele: druk op (»)
variabele. Hiermee
start u de bewerking.
Van alle bewerkingen in de calculator gebruikt
de meeste
geheugenruimte. Raadpleeg appendix B als u bij het uitvoeren van
de melding MEMORY FILILL ziet.
U kunt een integratie tijdens het uitvoeren onderbreken door op
of
te drukken. Er is echter geen informatie over de integratie
beschikbaar totdat de bewerking op normale wijze is afgesloten.
De display instelling bepaalt de nauwkeurigheid die voor de functie
aangenomen, en voor het resultaat gebruikt wordt. De integratie is
nauwkeuriger, maar duurt veel langer bij de instelling {ALL} en de
meer geavanceerde instellingen {Fi}, {SC} en {EH}. De onzekerheid
van de oplossing komt in het Y-register, zodat de integratiegrenzen
omhoog schuiven naar het T- en Z-register. Zie voor meer informatie
"Nauwkeurigheid van integratie" later in dit hoofdstuk.
Dezelfde vergelijking integreren met andere informatie:
Als u dezelfde integratiegrenzen gebruikt, drukt u op
om deze
grenzen in het X- en Y-register te plaatsen. Begin vervolgens bij
stap 3 in de bovenstaande lijst. Begin bij stap 2 als u andere grenzen
wilt gebruiken.
8-2
Vergelijkingen integreren
Advertenties
