Functies die in vergelijkingen gebruikt kunnen worden
In de volgende tabel staat een lijst van de functies die in vergelijkingen
gebruikt kunnen worden. Deze informatie staat ook in appendix F, de
"Bewerkingsindex".
LN
LOG
EXP
ALOG
SQ
SQRT
INV
IP
FP
RND
ABS
z!
SIN
COS
TAN
ASIN
ACOS
ATAN
SINH
COSH
TANH
ASINH
ACOSH
ATANH
—DEG
—RAD
—HR
—HMS
%CHG
XROOT
Cn,r
Pn,r
—KG
—LB
—°C
—°F
—CM
—IN
—L
—GAL
RANDOM
=
+
—
X
+
A
ST
sy
oz
oy
z
Y
Tw
z
vy
r
m
b
n
Xz
Yy
Yr?
Yr2y?
Yzy
Voor een gemakkelijke interpretatie wordt bij het invoeren van
prefix-functies die met één of twee argumenten werken, een
beginhaakje in de display geplaatst.
De prefix-functies die met twee argumenten werken, zijn: %CHG,
XROOT, Cn,r en Pn,r. Scheid de twee argumenten door een spatie.
In een vergelijking verwerkt de XROQOT functie, in vergelijking tot
RPN, de argumenten in omgekeerde volgorde. Zo is bijvoorbeeld
—8
3
gelijk aan XROOTCS ~ 20.
Alle andere functies met twee argumenten verwerken de argumenten
in de volgorde Y, X, evenals bij RPN. Zo is bijvoorbeeld
28
4 {Cnr} gelijk aan Cri, ro23 43.
6-20
Vergelijkingen invoeren en evalueren