gestopt. (Het kan bijvoorbeeld om een = instructie gaan, waardoor
een ongeldige deling door nul voorkomt.)
Het wijzigen van een programma
U kunt een programma in het programmageheugen wijzigen door
programmaregels in te voegen, te verwijderen of te wijzigen. Als er
een vergelijking in een programmaregel staat, kunt u de vergelijking
wijzigen—maar als er in een andere programmaregel ook maar een
kleine wijziging aangebracht moet worden, moet u de oude regel
verwijderen en een nieuwe regel invoegen.
Een programmaregel verwijderen:
1. Kies het betreffende programma of de betreffende routine
(«9
label), activeer de Programmamodus ( (9)
) en
druk op (¢) (V) of («9) (A) om naar de regel te gaan die gewijzigd
moet worden. Houd de pijltjestoets ingedrukt, zodat de regels
doorschuiven. (Als u het regelnummer weet van de regel die u wilt
wijzigen, verplaatst u de cursor met (&)
() label nn naar de
gewenste regel.)
2. Verwijder de regel die u wilt wijzigen: druk op (&)
{EQH}
als er een vergelijking in staat; als dit niet zo is, drukt u op (e).
De cursor gaat dan naar de voorgaande regel. (Als u meerdere
achtereenvolgende programmaregels verwijdert, begint u met de
laatste regel van de groep.)
3. Toets eventueel een nieuwe instructie in. Deze vervangt de
verwijderde instructie.
4. Verlaat de Programmamodus (met
of (9) (PRGM)).
Een programmaregel invoegen:
1. Ga naar de programmaregel die voor de plaats staat waar u een
regel wilt invoegen en toon deze regel.
2. Toets de nieuwe instructie in; deze wordt ingevoegd achter de regel
die in de display staat.
Eenvoudige programma's
12-21