Advertenties
Return aan het einde van programma's
Programma's en subroutines moeten eindigen met de instructie
Return. U gebruikt de volgende toetsaanslagen:
EN)
Nadat een programma is uitgevoerd, plaatst de laatste RTN
instructie de programmacursor weer op FEGM TOF, het begin van het
programmageheugen.
RPN en vergelijkingen gebruiken in programma's
U kunt berekeningen in programma's op dezelfde wijze uitvoeren als
berekeningen met het toetsenbord:
m Met RPN bewerkingen (waarbij het stapelgeheugen gebruikt wordt,
zoals beschreven in hoofdstuk 2).
m Met vergelijkingen (zoals beschreven in hoofdstuk 6).
In het vorige voorbeeld is een reeks RPN bewerkingen gebruikt om
de oppervlakte van een cirkel te berekenen. In plaats hiervan kunt
u ook een vergelijking gebruiken in het programma. (Later in dit
hoofdstuk ziet u hiervan een voorbeeld.) Veel programma's zijn een
combinatie van RPN en vergelijkingen, zodat de voordelen van beide
mogelijkheden worden benut.
Voordelen van RPN bewerkingen
Voordelen van vergelijkingen
Gebruiken minder geheugen.
Zin gemakkelijker in te voeren en
Worden iets sneller uitgevoerd.
te lezen. Vragen automatisch om
Invoer.
Wanneer een programma een regel uitvoert waar een vergelijking
in staat, wordt de vergelijking op dezelfde wijze opgelost als een
vergelijking uit de Vergelijkingenlijst die met
wordt opgelost.
Bij de evaluatie van een programma wordt "=" in een vergelijking in
principe geinterpreteerd als "—". (Er is bij het programmeren geen
equivalent voor
in een vergelijking van het type toekenning;
de enige mogelijkheid is de vergelijking invoeren als een uitdrukking en
de waarde vervolgens met STO opslaan in een variabele).
12-4
Eenvoudige programma's
Advertenties
