Advertenties
variabele hebt ingetoetst of met de getoonde (huidige) waarde van
de variabele als u na de aanroep alleen op
hebt gedrukt.
Vlag 11 wordt automatisch inactief gemaakt na het evalueren van
een vergelijking in een programma of het uitvoeren van SOLVE of
JFN bewerkingen. U kunt de status van vlag 11 ook instellen door
de bewerkingen SF en CF vanaf het toetsenbord uit te voeren of
door SF en CF instructies op te nemen in een programma.
Indicators voor actieve viaggen
Bij de vlaggen 0, 1, 2 en 3 verschijnt er een indicator in de display als
de bijbehorende vlag actief is. Doordat 0, 1, 2 of 3 wel of niet in de
display staan, kunt u altijd zien of deze vier vlaggen actief zijn of niet.
Voor de status van de vlaggen 4 tot en met 11 bestaan er echter geen
indicators. De status van deze vlaggen kan gecontroleerd worden door
de FS? instructie uit te voeren vanaf het toetsenbord. (Zie "Vlaggen
gebruiken" hieronder.)
Viaggen gebruiken
Als u op (»)
drukt, verschijnt het FLAGS menu in de display:
{=F} {CF} {F=7}
Nadat u de gewenste functie hebt gekozen, vraagt de calculator om
een vlagnummer (0-11). U drukt bijvoorbeeld op (>)
{zF} 0
om vlag 0 te activeren, op (»)
{=F} () 0 om vlag 10 te
activeren en op (»)
{=F} () 1 om vlag 11 te activeren.
FLAGS meu
Menutoets
Beschrijving
{SF} n
Actief. Maakt vlag vlag n actief.
{CF} n
Niet actief. Maakt vlag n inactief.
{F=?} n
|Is vlag actief? Test de status van vlag n.
Een test van een vlag is een voorwaardelijke test die de uitvoering van
het programma op dezelfde wijze beinvloedt als een vergelijkingstest.
De FS? n instructie controleert of de aangegeven vlag actief is. Als de
vlag actief is, wordt de volgende regel in het programma uitgevoerd.
Als de vlag niet actief is, wordt de volgende regel overgeslagen. Dit is
13-12
Programmeertechnieken
Advertenties
