Instructies voor het programmeren:
1.
2.
8.
Toets de programmaroutines in; druk daarna op (C).
Druk op
A om de coéfficienten van de matrix en de
kolomvector in te voeren.
Toets na elke aanroep de coefficient of de vectorwaarde in (A tot en
met L) en druk op (R/S).
Optioneel: druk op
D om de determinant van een 3 x 3
stelsel te berekenen.
Druk op
I om de inverse van de 3 x 3 matrix te berekenen.
Optioneel: druk op
A en meerdere malen op
om de
waarden van de geinverteerde matrix te bekijken.
Druk op
M om de geinverteerde matrix te vermenigvuldigen
met de kolomvector en de waarde van X te bekijken. Druk op
om de waarde Y te bekijken en nogmaals op
om de waarde
van Z te bekijken.
Ga voor een nieuwe berekening verder met stap 2.
Gebruikte variabelen:
A tot en met [
Coeflicienten van matrix.
J tot en met L
Waarden van kolomvector.
Ww
Tijdelijke variabele voor het opslaan van de
determinant.
X tot en met Z
Uitgevoerde vectorwaarden; ook gebruikt als
tijdelijke variabele.
Controlegetal voor de lus (indexvariabele); ook
gebruikt als tijdelijke variabele.
Opmerkingen:
Gebruik voor 2 x 2 oplossingen nul voor de coéfficienten C, F, H, G
en voor L.
Gebruik 1 voor coefficient I.
Niet alle stelsels van vergelijkingen zijn oplosbaar.
Wiskundige programma's
15-19