Advertenties
m U ziet dat bi) het omhoogschuiven van het stapelgeheugen de
inhoud van het T-register (bovenste register) wordt vervangen door
de inhoud van het Z-register, en dat de vorige inhoud van het
T-register verloren gaat. Hieraan ziet u dat in het stapelgeheugen
maximaal vier getallen kunnen staan.
m Omdat het stapelgeheugen automatisch verschuift, hoeft u het
X-register niet te wissen voordat u een nieuwe bewerking uitvoert.
m Bij de meeste functies wordt het stapelgeheugen voorbereid op
het omhoogschuiven van de inhoud als u het volgende getal in het
X-register invoert. Zie appendix B voor een lijst van functies die het
omhoogschuiven van het stapelgeheugen uitschakelen.
Werken met ENTER
Eerder werd al gezegd dat
twee getallen, die na elkaar
worden ingetoetst, van elkaar scheidt. Maar hoe gaat dit bij het
stapelgeheugen in zijn werk? Stel dat in het stapelgeheugen opnieuw
de getallen 1, 2, 3 en 4 staan. Voer nu twee nieuwe getallen in en tel
ze op:
5 + 6
1verdwijnt
2 verdwijnt
T|
1
2
3
3
3
Z|
2
3
4
4
3
Y|
3
4
5
5
4
X|
4
5
5
6
11
1. Het stapelgeheugen schuift omhoog.
2. Het stapelgeheugen schuift omhoog en de inhoud van het X-register
wordt gekopieerd.
3. Het stapelgeheugen schuift niet omhoog.
4. Het stapelgeheugen schuift omlaag en kopieert de inhoud van het
T-register.
2-6
Het automatisch stapelgeheugen
Advertenties
