Procedure
Opmerking
Instelbare nulpuntverschuivingen
De tekst van de softkeys voor de instelbare nulpuntverschuivingen varieert: de instelbare
nulpuntverschuivingen die aan de machine zijn geconfigureerd, worden weergegeven
(voorbeelden: G54...G57, G54...G505, G54...G599).
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
1.
Selecteer in bedieningsbereik "Machine" de bedrijfsmodus "JOG".
2.
Druk op de softkey "Nulp. Werkst".
Het venster "Kant instellen" wordt geopend.
3.
Selecteer "Alleen meten" wanneer u de gemeten waarden alleen wilt
weergeven.
- OF -
Selecteer de gewenste nulpuntverschuiving waarin het nulpunt moet
worden opgeslagen (bijv. basisreferentie).
- OF -
Druk op de softkey "Nulpuntversch." en kies in het venster
"Nulpuntverschuiving - G54 ... G599" de nulpuntverschuiving waarin het
nulpunt moet worden opgeslagen. Druk op de softkey "In manueel".
U keert terug naar het venster "Kant instellen".
4.
Verplaats het gereedschap in Z-richting en kras het werkstuk aan.
5.
Voer de doelpositie van werkstukkant Z0 in en druk op de softkey "NPV
instellen".
Machine instellen
2.6 Werkstuknulpunt meten
81