Inleiding
1.2 Fronten bedieningspaneel
28
<Cursor naar boven>
• In een editveld
Plaatst de cursor één veld naar boven.
• Navigeren
– Verplaatst de cursor in een tabel één cel naar boven.
– Verplaatst de cursor in een menubeeld naar boven.
<Cursor naar boven> + <CTRL>
• Plaatst de cursor in een tabel aan het begin van de tabel.
• Verplaatst de cursor aan het begin van een venster.
<Cursor naar boven> + <SHIFT>
Markeert in de programma-manager en in de programma-editor
een samenhangende selectie van directories of
programmablokken.
<Cursor naar beneden>
• In een editveld
Beweegt de cursor naar beneden.
• Navigeren
– Verplaatst de cursor in een tabel één cel naar beneden.
– Verplaatst de cursor in een venster naar beneden.
<Cursor naar beneden> + <CTRL>
• Navigeren
– Plaatst de cursor in een tabel aan het einde van de tabel.
– Plaatst de cursor aan het einde van een venster.
• Simulatie
Verkleint de override.
<Cursor naar beneden> + <SHIFT>
Markeert in de programma-manager en in de programma-editor
een samenhangende selectie van directories of
programmablokken.
<SELECT>
Schakelt in selectielijsten en selectievelden tussen verschillende
weergegeven mogelijkheden verder.
Activeert een aankruisvakje.
Selecteert in de programma-editor of in de programma-manager
een programmablok of een programma.
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Draaien