Technologische functies programmeren (cycli)
8.4 Frezen
Naderen/verwijderen bij trochoïdaal frezen
1. Het gereedschap wordt met ijlgang verplaatst naar het beginpunt voor de sleuf en
2. Het gereedschap wordt op snijdiepte aangezet.
3. De bewerking van de open sleuf wordt met het geselecteerde bewerkingstype steeds
4. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Naderen/verwijderen bij insteekfrezen
1. Het gereedschap wordt met ijlgang verplaatst naar het beginpunt voor de sleuf op
2. De bewerking van de open sleuf wordt met het geselecteerde bewerkingstype steeds
3. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand teruggetrokken.
Bewerkingstype voorbewerken trochoïdaal frezen
Het voorbewerken gebeurt in een cirkelvormige beweging van de frees.
Tijdens deze bewegingen wordt de frees voortdurend steeds verder in het vlak aangezet.
Wanneer de frees de volledige sleuf heeft doorlopen, wordt deze opnieuw in een
cirkelvormige beweging opnieuw teruggeplaatst en verwijdert op die manier de volgende
laag (aanzetdiepte) in Z-richting. Deze procedure wordt zo vaak herhaald tot de vooraf
ingestelde sleufdiepte plus nabewerkingstoegift is bereikt.
Trochoïdaal frezen: meelopend of
tegenlopend
420
respecteert daarbij de veiligheidsafstand.
uitgevoerd over de volledige lengte van de sleuf.
veiligheidsafstand.
uitgevoerd over de volledige lengte van de sleuf.
Trochoïdaal frezen: meelopend - tegenlopend:
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Draaien