Technologische functies programmeren (cycli)
8.1 Boren
Naderen/verwijderen CYCLE84 - zonder compensatiespankop
1 snede:
1. verplaatsen met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. De spil wordt gesynchroniseerd en met geprogrammeerd toerental (afhankelijk van %S)
3. Draadtappen bij spil-voeding synchronisatie tot Z1.
4. Spilstop en verblijftijd op boordiepte.
5. Achteruit verplaatsen spil na afloop van de verblijftijd.
6. Terugtrekken met actief spilterugtrektoerental (afhankelijk van %S) op veiligheidsafstand
7. Spilstop.
8. Terugtrekken op terugtrekvlak met G0.
Naderen/verwijderen bij het ontspanen
1. Het gereedschap boort met geprogrammeerd spiltoerental S (afhankelijk van %S) tot op
2. Spilstop en verblijftijd DT.
3. Voor het ontspanen trekt het gereedschap met spiltoerental SR op veiligheidsafstand uit
4. Spilstop en verblijftijd DT.
5. Vervolgens boort het gereedschap met spiltoerental S tot op de volgende aanzetdiepte.
6. Stappen 2 tot 5 worden zo vaak herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1 is
7. Na afloop van de verblijftijd DT trekt het gereedschap met spiltoerental SR tot op de
Naderen/verwijderen bij spanen breken
1. Het gereedschap boort met geprogrammeerd spiltoerental S (afhankelijk van %S) tot op
2. Spilstop en verblijftijd DT.
3. Voor het breken van de spanen trekt het gereedschap met terugtrekwaarde V2 terug.
4. Vervolgens boort het gereedschap met spiltoerental S (afhankelijk van %S) tot op de
5. Stappen 2 tot 4 worden zo vaak herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1 is
6. Na afloop van de verblijftijd DT trekt het gereedschap met spiltoerental SR tot op de
298
ingeschakeld.
de eerste aanzetdiepte (maximale aanzetdiepte D).
het werkstuk terug.
bereikt.
veiligheidsafstand terug. Er wordt een spilstop uitgevoerd en het gereedschap trekt terug
tot op het terugtrekvlak.
de eerste aanzetdiepte (maximale aanzetdiepte D).
volgende aanzetdiepte.
bereikt.
veiligheidsafstand terug. Er wordt een spilstop uitgevoerd en het gereedschap trekt terug
tot op het terugtrekvlak.
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Draaien