8.1.8
Draadtapfrezen (CYCLE78)
Functie
Met een draadtapfrees kan een binnendraad met een bepaalde diepte en spoed in één
werkfase worden gesneden. D.w.z.: voor het boren en het draadfrezen wordt hetzelfde
gereedschap gebruikt; een extra gereedschapwissel valt weg.
De draad kan als rechtse of linkse draad worden gemaakt.
Spil klemmen
Voor ShopTurn kan de functie "Spil klemmen" door de machinefabrikant worden
geconfigureerd.
Zie ook
Spil klemmen (Pagina 235)
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt met ijlgang naar de veiligheidsafstand verplaatst.
2. Wanneer centreerboren gewenst is, wordt het gereedschap met verlaagde
1. Het gereedschap boort met boringsvoeding F1 tot op de eerste boordiepte D. Wanneer
2. Wanneer voor het doorboren een andere voeding FR gewenst is, wordt de resterende
3. Indien dit gewenst is, wordt het gereedschap bij het draadtapfrezen voor het ontspanen
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
boringsvoeding verplaatst naar de centreerdiepte die in een settinggegeven is vastgelegd
(ShopMill/ShopTurn). Bij G-codeprogrammering is de centreerdiepte via een
invoerparameter programmeerbaar.
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
de eindboordiepte Z1 nog niet is bereikt, wordt het gereedschap voor ontspanen met
ijlgang terug naar het werkstukoppervlak verplaatst. Vervolgens wordt het gereedschap
met ijlgang verplaatst naar 1 mm boven de tot nu toe bereikte boordiepte, om daarna met
boringsvoeding F1 met de volgende aanzet verder te boren. Vanaf de tweede aanzet
wordt rekening gehouden met parameter "DF" (zie tabel "Parameters").
boordiepte ZR met deze aanzet geboord.
met ijlgang terug verplaatst naar het werkstukoppervlak.
Technologische functies programmeren (cycli)
8.1 Boren
303