Procedure
Karakters wijzigen
+
Het woordenboek bewerken
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
1.
Open het venster, plaats de cursor in het invoerveld en druk op de
toetsen <Alt + S>.
De editor verschijnt op het scherm.
2.
Voer de gewenste klank in.
3.
Druk op de toets <Cursor naar beneden> om naar het woordenboek te
gaan.
4.
Door nogmaals op de toets <Cursor naar beneden> te drukken, ziet u
alle ingevoerde klanken en de bijbehorende keuzemogelijkheden voor
de karakters.
5.
Druk op de toets <BACKSPACE> om ingevoerde klanken te wissen.
6.
Druk op de nummertoets om het bijbehorende karakter in te voegen.
Wanneer een karakter wordt geselecteerd, slaat de editor de
selectiefrequentie klankafhankelijk op. Wanneer later de editor opnieuw
wordt geopend, wordt dit karakter bovenaan de lijst getoond.
1.
Kies in het selectieveld de functie "Woordenboek bewerken".
In de editor wordt een extra regel weergegeven waarin het
samengestelde karakter en de klank worden getoond.
2.
Voer in het veld voor klankinvoer de gewenste klank in.
Voor deze klank worden verschillende karakters getoond, waaruit u een
karakter kunt selecteren door het bijbehorende nummer (1 ... 9) te
kiezen.
Voor het invoeren kan de cursor met de <TAB>-toets tussen het veld
met de samengestelde klanken en de klankinvoer worden
omgeschakeld.
Samengestelde karakters kunnen met de <BACKSPACE>-toets
ongedaan worden gemaakt.
3.
Druk de <SELECT>-toets in om een samengestelde klank in het
woordenboek over te nemen.
Inleiding
1.4 Interface
55