Inleiding
1.2 Fronten bedieningspaneel
26
<NEXT WINDOW>
*
• Schakelt heen en terug tussen vensters.
• Wisselt bij meerkanaalsbeeld of een meerkanaalsfunctionaliteit
binnen een kanaalkolom tussen het bovenste en het onderste
venster.
• Selecteert in selectielijsten en in selectievelden de eerste
invoer.
• Plaatst de cursor aan het begin van een tekst.
* op USB-toetsenborden gebruikt u de toets <Home> resp. <Pos
1>
<NEXT WINDOW> + <SHIFT>
• Selecteert in selectielijsten en in selectievelden de eerste
invoer.
• Plaatst de cursor aan het begin van een tekst.
• Markeert een samenhangende selectie van de actuele
cursorpositie tot aan de doelpositie.
• Markeert een samenhangende selectie van de actuele
cursorpositie tot aan het begin van een programmablok.
<NEXT WINDOW> + <ALT>
• Verplaatst de cursor naar het eerste object.
• Verplaatst de cursor in de eerste kolom van een tabelregel
• Plaatst de cursor aan het begin van een programmablok.
<NEXT WINDOW> + <CTRL>
• Plaatst de cursor aan het begin van een programma.
• Verplaatst de cursor in de eerste regel van de actuele kolom.
<NEXT WINDOW> + <CTRL> + <SHIFT>
• Plaatst de cursor aan het begin van een programma.
• Verplaatst de cursor in de eerste regel van de actuele kolom.
• Markeert een samenhangende selectie van de actuele
cursorpositie tot aan de doelpositie.
• Markeert een samenhangende selectie van de actuele
cursorpositie tot aan het begin van het programma.
<PAGE UP>
Bladert in een venster één pagina naar boven.
<PAGE UP> + <SHIFT>
Markeert in de programma-manager en in de programma-editor
vanaf de cursorpositie directories of programmablokken tot het
begin van het venster.
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Draaien