Parameters
Beschrijving
Strategie voor het
•
verwijderen
•
R2
Radius bij verwijderen - (alleen bij verwijderen "Kwadrant of halve cirkel")
L2
Lengte bij verwijderen - (alleen bij verwijderen "Rechte")
Optilmodus
Wanneer verschillende diepte-aanzetten vereist zijn, moet u de terugtrekhoogte
opgeven waarop het gereedschap tussen de verschillende aanzetten (bij de overgang
van het einde van de contour naar het begin) moet terugtrekken.
Optilmodus voor nieuwe aanzet
•
•
•
•
FS
Afschuiningsbreedte voor het afschuinen - (alleen bij bewerking Afschuinen)
ZFS
Induikdiepte gereedschapspunt (abs of incr.) - (alleen bij bewerking Afschuinen)
* Eenheid van voeding zoals geprogrammeerd voor cyclusoproep
8.5.8
Contourkamer/contourtap (CYCLE63/64)
Contouren voor kamers of eilanden
Contouren voor kamers of eilanden moeten gesloten zijn, d.w.z. start- en eindpunt van de
contour zijn identiek. U kunt ook kamers frezen die intern één of meer eilanden bevatten. De
eilanden kunnen ook gedeeltelijk buiten de kamer liggen of elkaar overlappen. De eerst
aangeboden contour wordt als kamercontour geïnterpreteerd, alle volgende als eilanden.
Startpunt automatisch berekenen / manueel invoeren
U heeft de mogelijkheid om m.b.v. "Startpunt automatisch" het optimale punt voor het
induiken te laten berekenen.
Wanneer u "Startpunt manueel" selecteert, moet u het induikpunt in het parametervenster
bepalen.
Wanneer uit de kamercontour, de eilanden en de freesdiameter blijkt dat het gereedschap
op verschillende plaatsen moet induiken, dan wordt met de manuele invoer alleen het eerste
induikpunt bepaald. De overige induikpunten worden opnieuw automatisch berekend.
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
per as
ruimtelijk
niet terugtrekken
naar RP
Z0 + veiligheidsafstand
lengte van de veiligheidsafstand
Technologische functies programmeren (cycli)
8.5 Contourfrezen
Eenheid
mm
mm
mm
mm
459