Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
<Minus>
• Sluit een directory die elementen bevat.
• Verkleint de grafische weergave bij simulatie en Trace-
<gelijkheidsteken>
Opent de rekenmachine in invoervelden.
<Sterretje>
Opent een venster met alle subdirectories.
<Tilde>
Wijzigt het voorteken van een aantal tussen plus en minus.
<INSERT>
• Opent een editveld in invoermodus. Wanneer u opnieuw op de
• Opent een selectieveld en toont de selectiemogelijkheden.
• Voegt in het werkstappenprogramma een lege regel voor G-
• Wisselt in de dubbele editor resp. in de meerkanalenweergave
+
<INSERT> + <SHIFT>
Schakelt bij G-codeprogrammering voor een cyclusoproep de edit-
modus in resp. uit.
<INPUT>
• Sluit de invoer van een waarde in een invoerveld af.
• Opent een directory of een programma.
• Voegt een leeg programmablok in als de cursor aan het einde
• Er wordt een teken ingevoegd ter markering van een nieuwe
• Voegt in de G-code een nieuwe regel in na het programmablok.
• Voegt in het werkstappenprogramma een nieuwe regel voor G-
• Wisselt in de dubbele editor resp. in de meerkanalenweergave
registraties.
toets drukt, verlaat u het veld en wordt de invoer ongedaan
gemaakt.
code in.
van de editormodus naar de bedieningsmodus. Door de toets
nogmaals in te drukken, schakelt u weer terug naar de
editormodus.
van een programmablok staat.
regel en het programmablok wordt in 2 delen gesplitst.
code in.
van de editormodus naar de bedieningsmodus. Door de toets
nogmaals in te drukken, schakelt u weer terug naar de
editormodus.
Inleiding
1.2 Fronten bedieningspaneel
33