13.6.2
Informatie opslaan
Via de interfaces wordt alle machinespecifieke informatie van de besturing in een
configuratiebestand samengevat. M.b.v. de geconfigureerde drives kan machinespecifieke
informatie worden opgeslagen.
Procedure
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
4.
Druk op de softkey "Details" om meer informatie over de weergegeven
componenten te tonen.
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Diagnose".
2.
Druk op de softkey "Versie".
Het oproepen van de versieweergave neemt enige tijd in beslag. In de
dialoogbalk wordt het verzamelen van gegevens getoond m.b.v. een
voortgangsweergave en bijbehorende tekst.
3.
Druk op de softkey "Opslaan".
Het venster "Versieinformatie opslaan: opslagplaats selecteren" wordt
geopend. Afhankelijk van de configuratie zijn volgende opslagplaatsen
mogelijk:
• Plaatselijke drive
• Netwerkdrives
• USB
• Versiegegevens (opslag: bestandsstructuur in directory "HMI-
gegevens")
4.
Druk op de softkey "Nieuwe directory" wanneer u een eigen directory
wilt aanmaken.
5.
Druk op de softkey "OK". De directory wordt gemaakt.
6.
Druk opnieuw op de softkey "OK" om de opslagplaats te bevestigen.
Alarm-, fout- en systeemmeldingen
13.6 Versie
703