15.3
Frezen met B-as
Voor kop- en mantelbewerking moet u geen speciale gegevens invoeren.
Kopbewerking
Het frezen op kopzijde (G17) gebeurt op de hoofdspil in de B-aspositie B = 0°. Wanneer u op
de kopzijde (G17) van de tegenspil werkt, dan komt dit overeen met de tegenovergestelde
B-aspositie B = 180°.
Mantelbewerking
Het frezen op het mantelvlak gebeurt steeds in B-aspositie B = 90° (hoofd- en tegenspil).
Bewerking van een schuin vlak
M.b.v. een zwenkvenster kunt u schuine vlakken definiëren.
U kunt rechtstreeks de draaiingen van de vlakken rond de geometrie-assen (X, Y, Z) van het
gereedschapscoördinatensysteem opgeven, zoals beschreven op de desbetreffende
werkstuktekening. De draaiing van het GCS in het programma wordt dan automatisch bij de
bewerking van het werkstuk in draaiingen van de betreffende B- en C-as van de machine
omgerekend.
De zwenkassen worden daarbij steeds zo ingedraaid dat de gereedschapsas bij de
aansluitende bewerking loodrecht op het bewerkingsvlak staat. Tijdens de bewerking staan
de rondassen dan vast.
Het coördinatensysteem wordt onafhankelijk van de vereiste rondasposities aangepast aan
het vlak dat moet worden bewerkt.
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Werken met B-as (alleen 840D sl)
15.3 Frezen met B-as
733