Shop-Turn programma maken
7.4 Basis
Incrementele maat (INCR)
Bij de incrementele maat, ook wel kettingmaat genoemd, heeft de opgave van de positie
betrekking op het vorig geprogrammeerde punt. D.w.z. dat de ingevoerde waarde
overeenstemt met de afstand die moet worden verplaatst. Normaal gezien speelt het
voorteken bij de invoer van de incrementele waarde geen rol; alleen de waarde van het
increment wordt geëvalueerd. Bij bepaalde parameters geeft het voorteken wel de
verplaatsingsrichting aan. Deze uitzonderingen zijn in de parametertabel van de
afzonderlijke functies gemarkeerd.
Beeld 7-8
De positievermeldingen voor de punten P1 tot P4 in kettingmaat zijn:
P1: X12,5 Z-7,5 (m.b.t. het nulpunt)
P2: X7,5 Z-7,5 (m.b.t. P1)
P3:X0 Z-10 (m.b.t. P2)
P4: X10 Z-10 (m.b.t. P3)
7.4.4
Polaire coördinaten
U kunt posities aangeven door rechthoekige coördinaten of door polaire coördinaten.
Wanneer een punt op een werkstuktekening door een waarde voor elke coördinatenas wordt
gedefinieerd, dan kunt u die positie eenvoudig door rechthoekige coördinaten in een
parametervenster invoeren. Voor werkstukken met afmetingen in cirkelboog of vermelding
van de hoek is het vaak eenvoudiger om posities met polaire coördinaten te definiëren.
Polaire coördinaten kunt u alleen bij de functies "Rechte cirkel" en "Contourfrezen"
programmeren.
Het punt van waar de meting in polaire coördinaten uitgaat, heet de "pool".
234
Incrementele maat
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Draaien