Technologische functies programmeren (cycli)
8.4 Frezen
8.4.8
Cirkelsleuf (SLOT2)
Functie
Met de cyclus "Cirkelsleuf" kunt u één of meerdere even grote cirkelsleuven op een volledige
cirkel of een boog frezen.
Gereedschapsgrootte
Let erop dat de frees bij het bewerken van de cirkelsleuf niet kleiner mag zijn dan de
minimale grootte:
● Voorbewerken:
● Nabewerken:
● Nabewerken rand:
Ringsleuf
Wanneer u een ringsleuf wilt maken, moet u voor de parameters Aantal N en Openingshoek
α1 de volgende waarden invoeren:
N = 1
α1 = 360°
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap wordt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak naar het middelpunt
2. Vervolgens duikt het gereedschap met bewerkingsvoeding in het werkstuk in, waarbij
3. Wanneer de eerste cirkelsleuf klaar is, wordt het gereedschap met ijlgang naar het
4. De volgende cirkelsleuf wordt op een rechte of een cirkelbaan aangelopen en vervolgens
5. De ijlgangvoeding voor het positioneren op een cirkelbaan is in een machinegegeven
414
1⁄2 sleufbreedte W – nabewerkingstoegift UXY ≤ freesdiameter
1⁄2 sleufbreedte W ≤ freesdiameter
Nabewerkingstoegift UXY ≤ freesdiameter
van de halve cirkel aan het sleufeinde verplaatst en wordt op de veiligheidsafstand
aangezet.
rekening wordt gehouden met de max. aanzet in Z-richting (bij kopbewerking) en in X-
richting (bij mantelbewerking), en met de nabewerkingstoegift. De cirkelsleuf wordt
afhankelijk van de draairichting van de bewerking (meelopend of tegenlopend) met de
wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.
terugtrekvlak verplaatst.
bewerkt.
vastgelegd.
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Draaien