8.1.3
Boren (CYCLE82)
Functie
Met de cyclus "Boren" boort het gereedschap met geprogrammeerd spiltoerental en
voedingssnelheid tot de ingevoerde eindboordiepte (schacht of punt).
Het terugtrekken van het gereedschap gebeurt na afloop van een programmeerbare
verblijftijd.
Spil klemmen
Voor ShopTurn kan de functie "Spil klemmen" door de machinefabrikant worden
geconfigureerd.
Zie ook
Spil klemmen (Pagina 235)
Naderen/verwijderen
1. Het gereedschap nadert met G0 op veiligheidsafstand van het referentiepunt.
2. Het gereedschap duikt met G1 en met de geprogrammeerde voeding F in het werkstuk
3. Na afloop van de verblijftijd DT wordt het gereedschap met ijlgang G0 naar het
Procedure
Draaien
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
in, tot de geprogrammeerde einddiepte Z1 is bereikt.
terugtrekvlak verplaatst.
1.
Het deelprogramma of ShopTurn-programma dat moet worden bewerkt,
is aangemaakt en u bevindt zich in de editor.
2.
Druk op de softkey "Boren".
3.
Druk op de softkey "Boren ruimen".
4.
Druk op de softkey "Boren".
Het invoervenster "Boren" wordt geopend.
Technologische functies programmeren (cycli)
8.1 Boren
285