Werkstuk bewerken
4.11 Gebruikersvariabelen weergeven en bewerken
4.11
Gebruikersvariabelen weergeven en bewerken
4.11.1
Overzicht
De door u gedefinieerde gebruikersvariabelen kunnen in lijsten worden weergegeven.
De volgende variabelen kunnen gedefinieerd zijn:
● Rekenparameters (R-parameters)
● Globale gebruikersvariabelen (GUD) die in alle programma's geldig zijn
● Plaatselijke gebruikersvariabelen (LUD) die in één enkel programma geldig zijn
● Programmaglobale gebruikersvariabelen (PUD) die in een programma en in de
Kanaalspecifieke gebruikersvariabelen kunnen telkens voor elk kanaal met een
verschillende waarde worden gedefinieerd.
Invoeren en weergeven van parameterwaarden
Er worden tot 15 cijfers (incl. cijfers na de komma) geëvalueerd. Wanneer u een getal met
meer dan 15 cijfers invoert, dan wordt dit getal in exponentiële weergave geschreven (15
cijfers +EXXX).
LUD of PUD
Er kunnen steeds enkel plaatselijke of programmaglobale gebruikersvariabelen worden
weergegeven.
Of de gebruikersvariabelen LUD of PUD ter beschikking staan, is afhankelijk van de huidige
besturingsconfiguratie.
Opmerking
Lezen en schrijven van variabelen beschermd
Het lezen en schrijven van gebruikersvariabelen is d.m.v. een sleutelschakelaar en
beveiligingsniveau's beschermd.
Gebruikersvariabelen zoeken
U heeft de mogelijkheid om binnen de lijsten d.m.v. symboolreeksen gericht naar
gebruikersvariabelen te zoeken.
In het hoofdstuk "Gebruikersvariabelen definiëren en activeren" vindt u terug hoe u de
weergegeven gebruikersvariabelen kunt bewerken.
150
opgeroepen subprogramma's geldig zijn
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Bedieningshandboek, 03/2013, 6FC5398-8CP40-3JA1
Draaien