LED-nr.
Kleur
Functie
1
groen
AAN:
2
groen
AAN:
3
groen
AAN:
4
rood
AAN:
5
groen
AAN:
6
geel
AAN:
7
geel
AAN:
8
rood
AAN:
Tijdens normale werking is slechts één van de eerste drie LEDs aan. Als er geen enkele LED brandt, is er een probleem
met de spanningsvoeding naar de module. Als de STORINGS-LED (LED nr. 4) aan is, neem dan contact op met een
MSA-servicetechnicus Als dat niet meteen kan worden gedaan, kan de module worden vervangen als er een reserve-
eenheid beschikbaar is (→
logboek en kan worden gevonden in het menu Diagnosis/Logbook/System events
[Diagnose/Logboek/Systeemgebeurtenissen].
6.2
Modules vervangen
Wanneer een module defect is, moet deze worden vervangen. MSA adviseert dat een MSA-servicetechnicus moet
worden opgeroepen om te helpen bij de diagnose en om te bepalen of de module vervangen moet worden.
Bij het vervangen van modules, moet u ervoor zorgen dat de DIP-schakelaars in de correcte positie zijn (zie
hoofdstuk
12.6 Module
OPMERKING
Vervang alleen plug-in modules nadat de spanning naar het SUPREMATouch-systeem is uitgeschakeld. Koppel altijd
de voedingsspanning af voordat u plug-in modules verwijdert/insteekt.
Hieronder wordt de procedure voor het vervangen van afzonderlijke modules beschreven.
6.2.1
Plug-in modules die MCP- en MDO-modules vervangen
De spanning naar het systeem moet worden afgesloten voordat deze modules vervangen kunnen worden.
1. Sla de huidige systeemconfiguratie op [setup/measuring points, relay outputs, system] [instellen/meetpunten,
relaisuitgangen, systeem] met de SUPREMA Manager.
2. Haal de voeding van het systeem af [bijv. door de aansluitingen van de voedingsspanning los te koppelen op de
MIB-module].
OPMERKING
Bij het gebruik van op rails gemonteerde relaismodules kan de activering van het alarm dat hoort bij de onderbreking
van de spanning worden voorkomen door de relais op de MRC TS-module te blokkeren, mits de MRC TS-module is
voorzien van een spanning die losstaat van het systeem [hoofdstuk
3. Vervang de MCP20-, of MDC20- en MDO20-modules [wees voorzichtig met de lintkabel tussen de MDC20- en
MDO20-modules].
4. Schakel de voedingsspanning weer in.
5. Configureer het systeem opnieuw.
6. Ontgrendel indien nodig de relais.
NL
De externe spanningsvoeding wordt geselecteerd door de module.
De interne spanningsvoeding wordt geselecteerd door de module.
De batterijspanningsvoeding wordt geselecteerd door de module.
Er is een storing opgetreden in de module.
De CAN-buscommunicatie van de module wordt correct uitgevoerd.
Systeemstoring
Spanningsstoring
De module is in de resettoestand
6.2 Modules
vervangen). De opgetreden storing wordt bewaard in het SUPREMATouch-
configuratie).
12.10 De relaisuitgangen
SUPREMATouch
6 Service
verbinden].
92