8 Systeemuitbreidingen
Aanvullende MAI-modules (één MAI-module vereist voor iedere 8 sensoren) zijn nodig, afhankelijk van het aantal
nieuwe sensoren dat moet worden aangesloten. Er zijn ook aanvullende MAT/MAT TS/MUT/MGT40 TS modules nodig.
Aanvullende MAR-modules zijn nodig voor redundante systemen in dezelfde hoeveelheid als MAI-modules.
WAARSCHUWING!
Schakel de voeding altijd uit bij het aansluiten van een nieuw rek.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
Plaats en installeer het aanvullende rek nadat de voeding is uitgeschakeld.
Het aansluiten van de rekken en de benodigde configuratiewijzigingen (MIB-module) worden beschreven in het deel →
12 Installatie
en →
13
Opstarten.
Kies de juiste bitsnelheid van de CAN-bus en het juiste CAN-knooppuntnummer (zie hoofdstuk
configuratie).
8.2
Aanvullende relaisstuuruitgangen aansluiten
WAARSCHUWING!
In alle gevallen moeten de relaisuitgangen worden geconfigureerd volgens de instructies (→ hoofdstuk
relaisuitgangen
verbinden).
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
WAARSCHUWING!
Bij het aansluiten van aanvullende uitgangen moet u controleren of de systeemvoeding nog voldoende is ( h oofdstuk
12.14 De systeemvoeding
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
Een enkel SUPREMATouch-systeem biedt maximaal 512 relaisstuuruitgangen.
Een enkele MGO-module biedt 40 relaisstuuruitgangen. Er kunnen maximaal 10 MGO-modules in één rek worden
geplaatst. Dit aantal modules heeft minimaal één aanvullend rek nodig met het juiste aantal MAI-modules waardoor de
sensoren kunnen worden aangesloten. Er zijn drie mogelijke manieren om het systeem uit te breiden, afhankelijk van de
mate waarin het systeem al is uitgebreid:
1. Er is nog een voldoende aantal vrije relaisstuuruitgangen beschikbaar op een bestaande MGO-module.
1.a) Alleen de gemeenschappelijke alarmen zijn gebruikt van de MRO-module die in het rek is geplaatst:
De MRO8-module moet worden vervangen door MRO8 TS-modules. Deze zijn aangesloten met een lintkabel via MRC
TS- en MUT-modules op de MGO-module die in het rek is geplaatst (→ hoofdstuk
volgen van de
EMC-Richtlijnen). Per MRC TS-module kunnen 5 MRO8 TS-modules, elk met 8 relais, worden
aangesloten. De aansluitprocedure wordt in detail beschreven in hoofdstuk
1.b) MRO8 TS-modules reeds geïnstalleerd:
De aansluiting kan worden gemaakt op bestaande MRO 8 TS-modules, anders moeten aanvullende MRO8 TS-
modules worden geïnstalleerd.
2. Er is een aanvullende MGO-module vereist.
2.a) Er zijn nog vrije sleuven beschikbaar in de bestaande rekken:
Zowel de aanvullende MGO-module en de aanvullende MRO8 TS-modules moeten worden geïnstalleerd. Deze zijn
aangesloten met een lintkabel via MRC TS- en MUT-modules op de MGO-module die in het rek is geplaatst (→
hoofdstuk
12.2 Installatie-instructies voor het volgen van de
113
aansluiten). Installeer indien nodig een voeding die voldoet aan de nieuwe vereisten.
SUPREMATouch
12.2 Installatie-instructies voor het
12.10 De relaisuitgangen
EMC-Richtlijnen). Per MRC TS-module kunnen 5 MRO8
12.6 Module
12.10 De
verbinden.
NL