Pagina 1
Gebruiksaanwijzing SUPREMATouch Waarschuwingseenheid voor brand en gas Bestelnr.: 10121863/07 MSAsafety.com...
Pagina 2
Modelgoedkeuringscertificaat van het meetinstrument, geldig in de landen van gebruik. De Verklaring van overeenstemming vindt u onder de volgende link: https://MSAsafety.com/DoC. MSA is een geregistreerd handelsmerk van MSA Technology, LLC, in de VS, Europa en andere landen. Ga voor alle andere merken naar https://us.msasafety.com/Trademarks.
De gebruikshandleiding is van toepassing op de volgende softwareversies: Module Softwareversie Flash of EPROM MCP 20 3.03.03 MDO 20 3.03.03 MDA 20 2.01.02 MGO 20 3.01.02 MAO 20 3.01.02 MAI30/MAR30 1.02.05 MGI30/MGR30 1.02.05 Softwarestatus ATEX en TÜV SIL 3 SUPREMATouch...
Dit betekent dat het systeem niet alleen gasmetingen kan weergeven en evalueren, maar ook andere metingsvariabelen (bijv. temperatuur en druk). De SUPREMATouch is een modulair systeem, dat een breed scala aan toepassingen mogelijk maakt. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem deze in acht als u het product gaat gebruiken. Lees vooral de veiligheidsvoorschriften evenals de informatie over gebruik en bediening van het product zorgvuldig en neem ze in acht.
1 Veiligheidsvoorschriften Aansprakelijkheidsinformatie MSA aanvaardt geen aansprakelijkheid in gevallen waarin het toestel verkeerd werd gebruikt of niet in overeenstemming met het doel waarvoor het werd ontworpen. De keuze en het gebruik van het toestel vallen onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de individuele gebruiker.
• Voor zichzelf sprekende foutmeldingen • Optionele systeemconfiguratie en -parametrisering via laptop (Windows-gebruikersinterface) • De SUPREMATouch kan worden aangesloten via een busverbinding op het bedrijfscommunicatienetwerk (gegevensevaluatie, gegevensweergave, enz.) • Aansluiting voor sleutelschakelaar of drie wachtwoordniveaus voor het regelen van toegang •...
2 Systeemconcept Ontwerp De modules van de SUPREMATouch worden in een rek gemonteerd. Bij uitgebreide systemen kunnen extra modules in een tweede rek worden geplaatst of worden geïnstalleerd op rails met Omega-profiel in een schakelkast. Gegevens worden uitgewisseld tussen de modules via een CAN-bus, en dus is het mogelijk satellieten over lange afstanden te verbinden.
Pagina 14
2 Systeemconcept Afbeelding 1 Blokschema van een systeemindeling (redundant) SUPREMATouch...
Het TFT-scherm is een volledig grafische display met een resistief aanraakpaneel. De tekenhoogte is ongeveer 4 mm. Afbeelding 2 Display- en bedieningsmodule (MDO) OPMERKING Vermijd contact met scherpe voorwerpen om beschadiging aan de touchscreen te voorkomen. Raak alleen met de vingers aan of gebruik de meegeleverde touchscreen pen. SUPREMATouch...
Als het signaal de alarmdrempel niet meer overschrijdt en het alarm is bevestigd, wordt de LED toets uitgeschakeld door op de RESET-toets te drukken. Voor niet-vergrendelende alarmen of als het signaal de alarmdrempel nog steeds overschrijdt, heeft de RESET-toets geen effect. LED-indicatoren De 8 LED-indicators bieden informatie over systeem- en signaalstatus. SUPREMATouch...
12.2 Installatie-instructies voor het volgen van de EMC- Richtlijnen voor informatie over installaties met lage spanning. Om de batterij en de SUPREMATouch tegen schade te beschermen is een aanvullend component voor bescherming tegen volledige ontlading vereist in de overeenkomstige 24V-voedingslijn (bijv. volledige-ontladingsbeveiliging C1900- TLS, Mentzer of vergelijkbaar).
Pagina 18
Alle eenheden van het systeem en de sensoren worden gevoed door de rekvoedingseenheid (INT-aansluitklemmen). Deze variant wordt gebruikt wanneer voedingsredundantie niet vereist is en de voeding die door de eenheid in het rek (250 W) kan worden geleverd voldoende is voor de voeding van alle rekmodules en alle aangesloten sensoren. SUPREMATouch...
In geval van een bericht SYSTEEMSTORING, zal de LED SYSTEEMSTORING gaan branden en de systeemstoringsrelais naar de storingsconditie gaan. Een bericht Systeemstoring geeft een storing aan van de SUPREMATouch en reparatie moet onmiddellijk plaatsvinden. De aansluiting van de schakeluitgangen van de systeemstoringsrelais moet een onmiddellijk activeringsbericht inschakelen.
De software SUPREMA Manager kan worden gebruikt om de configuratie en parametrisering van meerdere SUPREMA-systemen maken en beheren. Lees de aparte gebruiksaanwijzing van SUPREMA Manager voor details. Zowel het computerprogramma als het SUPREMATouch-systeem gebruiken grafische gebruikersinterfaces (GUI's). De invoervelden zijn zoveel mogelijk ingesteld als selectievelden, met weergave van alle bekende ingangen.
Pagina 22
Het systeem wordt geleverd met het standaardwachtwoord AUER voor alle drie de wachtwoordniveaus. MSA adviseert de wachtwoorden te wijzigen wanneer voor de eerste keer wordt ingelogd op de SUPREMATouch. In de submenu's Measure [Meten] en Diagnosis [Diagnose] worden alleen gegevens weergegeven en is er geen wachtwoord vereist.
• Lijst (standaard na opstarten) • Balken • LEDs • Groepen De weergegeven meet- en statuswaarden worden iedere seconde bijgewerkt. In tegenstelling tot de gemeenschappelijke alarm-LEDs op het voorpaneel van de MDO, knipperen de weergaves van alarmen en storingen op het aanraakscherm niet. SUPREMATouch...
Pagina 24
De voedingsindicator biedt een snel overzicht van de huidige status van de voeding van het systeem. Afbeelding 5 Voedingsindicator Door te tikken op de voedingsindicator verschijnt er een venster met informatie over de meetwaarden van alle transmitter/detector ingangsknooppunten. De drie verschillende voedingen worden aangegeven met drie verschillende symbolen. Voeding Pictogram Extern SUPREMATouch...
Pagina 25
Met behulp van de resetknop kunnen de alarmen lokaal worden gereset. Als voor de aangesloten detector reset op afstand mogelijk is, zal het systeem vragen of dit resetverzoek naar de detector moet worden verstuurd. Lijstvenster In dit venster worden de huidige ingangsgegevens weergegeven als een tekstlijst. SUPREMATouch...
Pagina 26
• Bij bepaalde sensortypes kan tekst worden gedefinieerd voor speciale statussen. Deze zijn gelabeld met F: (bijv. F:OpticErr). • suppressed [onderdrukt] (Alarm onderdrukt tijdens opwarmperiode van specifieke sensortypes) • alarmen 1, 2, 3 en 4 • Free [vrij] (meetpunt is nog niet geparametriseerd) SUPREMATouch...
Pagina 27
In deze weergave worden de gemeten waarden weergegeven als verticale balken, waarbij iedere balk staat voor de relatieve meetwaarde van een ingang ten opzichte van de volledige schaal. Het waardenbereik dat kan worden weergegeven is 0-100% van de volledige schaal. Het overeenkomstige ingangsnummer wordt weergegeven in iedere balk. SUPREMATouch...
Elk item in de groepslijst kan door erop te tikken worden geselecteerd. Een geselecteerd item wordt in blauw geaccentueerd. Door op een item te dubbeltikken wordt een venster geopend met aanvullende informatie over het geselecteerde item en met de optie om alle meetpunten van deze groep te deblokkeren, bevestigen of resetten. SUPREMATouch...
Pagina 29
Al. Aantal de meetpunten in deze groep waarvoor het n-de alarm uitstaat. Niet Aantal meetpunten in deze groep waarvoor een signaalstoring uitstaat of die worden onderdrukt. geslaagd Inh. Aantal meetpunten in deze groep die geblokkeerd of in kalibratiemodus zijn. SUPREMATouch...
Selectievelden bevatten een lijst met mogelijke waarden die geselecteerd kunnen worden. Door op een onderdeel te tikken wordt een nieuw venster geopend met daarin alle beschikbare waarden. Als u een nieuwe waarde wilt selecteren, tikt u erop en drukt u op OK. SUPREMATouch...
Pagina 31
OK. Het is niet mogelijk om een waarde op te slaan als deze niet binnen het bereik ligt dat wordt aangegeven met de waarden min en max. Afbeelding 12 Cijferinvoer Door op de knop CLEAR te drukken wordt het ingevoerde cijfer verwijderd. Door op de knop Õ te drukken wordt het laatste cijfer verwijderd. SUPREMATouch...
Pagina 32
In weergavevelden wordt informatie weergegeven die niet kan worden gewijzigd. Ze worden niet beïnvloed door erop te tikken. Selectievakjes Selectievakjes staan voor opties die in- of uitgeschakeld kunnen worden. Door op het vakje te tikken wordt het ingeschakeld of uitgeschakeld. In een ingeschakeld selectievakje staat een kruis. Een uitgeschakeld selectievakje is leeg. SUPREMATouch...
Menu ingangen en uitgangen Masker meetpunten In dit venster worden alle parameters weergegeven waarmee een sensoringang wordt beschreven. Ingangsparameters kunnen hier weergegeven en gewijzigd worden. Het venster Meetpunt is onderverdeeld in drie subvensters: • Informatie • Sensorgegevens • Alarmen • Eigenschappen SUPREMATouch...
Pagina 35
Druk op deze knop om de ingevoerde instellingen in alle de subvensters te annuleren voor de geselecteerde ingang. Auto Knop Met deze knop worden bepaalde velden ingevuld met gegevens die automatisch worden gedetecteerd (d.w.z. uitlezing via HART). De auto-knop moet in elk subvenster apart worden ingedrukt. SUPREMATouch...
Pagina 36
Ventielnr. standaard voor testgas. Dit ventiel zal worden gebruikt bij de kalibratie van de ingang. Als er geen leeg ventiel moet worden gebruikt, selecteer vrij. Auto Knop Met deze knop worden bepaalde velden ingevuld met gegevens die automatisch worden SUPREMATouch...
Pagina 37
Voor ieder alarm wordt met dit selectievakje ingesteld of het alarm moet worden (Rising/Falling standaard geactiveerd bij een toe- of afnemend signaal. Als dit vakje wordt geselecteerd, Alarm) ingesteld gaat het om een toenemend alarm, anders is het een afnemend alarm. [Bovenste] SUPREMATouch...
Pagina 38
Subvenster Eigenschappen Het subvenster Properties [Eigenschappen] bevat gedragsgegevens van de geselecteerde ingang. Afbeelding 18 Subvenster Eigenschappen Veld Veldtype Functie Inhibit Inputs Selectievakje, Indien ingeschakeld, kan de geselecteerde ingang geen alarmen activeren. [Blokkeer standaard niet ingangen] ingesteld SUPREMATouch...
Pagina 39
De bovenste drie rijen van het menu kunnen hier niet worden gewijzigd en worden alleen ter informatie weergegeven. Het gedrag van een relaisuitgang is afhankelijk van de parameterinstellingen en de instellingen van de toepasselijke meetpunten. Afbeelding 19 Toewijzing van de relaisuitgang De functies van de afzonderlijke vensterelementen worden hieronder beschreven: SUPREMATouch...
Pagina 40
De volgende koppelingstypes kunnen op deze manier worden gevormd: Enkelvoudige koppeling (1 van 1): er is exact één voorwaarde ingesteld en de waarde 1 is ingevoerd als de voting. “Of”-koppeling: (1 van m) Er zijn meerdere voorwaarden ingesteld en de SUPREMATouch...
Pagina 41
In dit menu worden de instellingsvoorwaarden geconfigureerd beginnend bij een bepaalde relaisuitgang. Het gedrag van een relaisuitgang is afhankelijk van de parameterinstellingen en de instellingen van de toepasselijke meetpunten. SUPREMATouch...
Pagina 42
De numerieke waarde geselecteerd bepaalt aan hoeveel van de voorwaarden moet worden voldaan die geconfigureerd zijn met de selectievakjes, voordat de geselecteerde relaisuitgang wordt geschakeld. Het aantal met de selectievakjes ingevoerde voorwaarden wordt weergegeven in het veld naast de SUPREMATouch...
Pagina 43
Door op deze knop te tikken worden alle parameters verwijderd voor de geselecteerde relaisuitgang. De uitgang keert dan terug naar de status van vóór de eerste keer instellen. Standaardwaarden worden gebruikt als de voorlopige instellingen voor het invullen van bepaalde velden. SUPREMATouch...
Pagina 44
Vertraging Geheel getal, Definieert een vertraging tussen het optreden van de schakelvoorwaarden bereik is 0 tot voor deze uitgang en het feitelijke schakelen van de uitgang. 10; standaard SUPREMATouch...
Pagina 45
1 is ingevoerd als de voting. “Of”-koppeling: (1 van m) Er zijn meerdere voorwaarden ingesteld en de waarde 1 is ingesteld als de voting, d.w.z. dat als aan één of meer van de ingestelde voorwaarden wordt voldaan, de relaisuitgang wordt geschakeld. Parameters voor SUPREMATouch...
Pagina 46
Afbeelding 23 Het subvenster relaisverbindingen Veld Veldtype Functie Kanaal Selectievakje, Als deze voorwaarde is ingesteld, wordt de geselecteerde relaisuitgang geactiveerd standaard niet wanneer een schakelvoorwaarde optreedt voor het relais dat wordt weergegeven in de ingesteld kolom kanaal op de specifieke regel. SUPREMATouch...
Pagina 47
Het subvenster Informatie Het subvenster Information [Informatie] bevat algemene gegevens van de geselecteerde groep. Afbeelding 24 Het subvenster Informatie Veld Veldtype Functie Label Tekst, 10 Voer een klantspecifieke aanduiding in voor de geselecteerde groep. karakters, standaard leeg SUPREMATouch...
Pagina 48
Opent een lijst van alle meetpunten. Het geselecteerde meetpunt wordt toegevoegd aan de groep met OK. << Knop Door op de knop te drukken wordt het meetpunt gewist dat nu in de lijst is geselecteerd. Lijst Lijst De lijst toont alle meetpunten die nu bij deze groep horen. SUPREMATouch...
Pagina 49
Annuleren Knop Druk op deze knop om de ingevoerde instellingen af te wijzen voor de geselecteerde schakelingang. Wissen Knop Druk op deze knop om alle parameters van de geselecteerde schakelingang te verwijderen. De schakelingang gaat terug naar inactieve status. SUPREMATouch...
'GB16808‐2008', die alleen bedoeld is voor gebruik in China. Alle informatie in deze standaard gebruiksaanwijzing, inclusief de goedkeuringsinformatie, heeft betrekking op de Standaard bedrijfsmodus. Subvenster Modules Dit venster toont een lijst met modules die in het systeem zijn geïnstalleerd. Deze lijst moet exact overeenkomen met de werkelijke installatie. SUPREMATouch...
Pagina 51
Door op deze knop te drukken wordt de geselecteerde module uit de configuratie verwijderd. I/O-modules kunnen alleen worden gewist als er geen geprametriseerde ingangen of uitgangen aan deze module zijn toegewezen. Het venster met details bevat informatie over elke module. Afbeelding 29 Afbeelding 30 SUPREMATouch...
Pagina 52
De invoer 0 voor het kanaal betekent dat deze analoge uitgang niet is toegewezen. Bewerken Knop Door op deze knop te drukken wordt een bewerkingsvenster voor nummer geopend om het analoge uitgangskanaal te wijzigen waaraan het geselecteerde meetpunt is toegewezen. SUPREMATouch...
Pagina 53
Door op deze knop te drukken wordt de toewijzing voor de geselecteerde relaisuitgang verwijderd. Toewijzingen kunnen alleen worden gewist als het doel niet geparametriseerd Subvenster Schakelingangen Dit venster toont een lijst van alle schakelingangen van het systeem en hun toewijzing aan kanalen van schakelingangsmodules. SUPREMATouch...
Pagina 54
Door op deze knop te drukken wordt de toewijzing voor de geselecteerde schakelingang verwijderd. Toewijzingen kunnen alleen worden gewist als het doel niet geparametriseerd Subvenster Analoge uitgangen Dit venster toont een lijst van alle meetpunten van het systeem en hun toewijzing aan kanalen van analoge uitgangsmodules. SUPREMATouch...
Pagina 55
10 karakters, Voer het serienummer in van het ingangsapparaat van de [Sensorserienummer] standaard leeg geselecteerde ingang. Installation Area tekst, 20 karakters, Voer een klantspecifieke beschrijving in van de installatielocatie van [Installatiegebied] standaard leeg het ingangsapparaat voor de geselecteerde ingang. SUPREMATouch...
Als dit niet het geval is, wordt een waarschuwing weergegeven. Annuleren Knop Tik op deze knop om de ingevoerde instellingen te annuleren. Masker Weergave In dit venster worden parameters weergegeven die van invloed zijn op het volledige systeem. SUPREMATouch...
6.7 Test van LEDs en zoemer voor informatie over handmatige test. Knop Tik op deze knop om de ingevoerde instellingen te accepteren. Nadat op de knop is getikt worden de parameters onmiddellijk gecontroleerd om te zien of ze geldig zijn. Als de parameters SUPREMATouch...
Pagina 58
Door op deze knop te tikken wordt direct een tijdsynchronisatie gestart. (S)NTP Server Tekst, 40 Dit veld definieert de tijdserver die moet worden gebruikt voor karakters, automatische tijdsynchronisatie. Het is mogelijk de tijdserver te standaard leeg definiëren met een IP-adres of een servername. Wanneer een SUPREMATouch...
Pagina 59
De domeinnaamserver wordt gebruikt door de MDO om domeinnamen te vertalen in IP-adressen. MAC-adres Statisch Dit veld toont het MAC-adres van het toestel (MDO20). Knop Druk op deze knop om de ingevoerde instellingen te accepteren voor de geselecteerde TCP/IP-instellingen. Na SUPREMATouch...
Pagina 60
In dit venster worden de significante parameters van de externe sensoren weergegeven. Tijdens de normale werking controleert de SUPREMATouch-software voortdurend het uitgangssignaal van de detector dat naar de SUPREMATouch wordt verzonden. In het geval het uitgangssignaal van de detector onder UA komt, wordt een blokkeringsindicatie ingesteld voor dit meetpunt, en onder UA wordt een storingsindicatie ingesteld.
Pagina 61
Hiermee wordt gespecificeerd hoe lang een sensor in de opwarmstatus blijft (weergave: suppressed [onderdrukt]) Aanpassingsbereik: nadat deze is ingeschakeld. Deze tijd is nodig omdat 10–300 verschillende sensoren een andere tijd nodig hebben om op te warmen voordat de juiste meetwaarde wordt SUPREMATouch...
Pagina 62
Hier kan de tekst voor de dimensie worden ingevoerd in de [Tekst karakters plaatselijke taal. [plaatselijk]] Knop Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen toegepast. Annuleren Knop Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen geannuleerd. SUPREMATouch...
Pagina 63
0–400. Knop Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen toegepast op de geselecteerde kop. Annuleren Knop Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen van de geselecteerde kop geannuleerd. SUPREMATouch...
Pagina 64
Knooppunten worden gedefinieerd voor iedere stap van 5% op (vergrendeld) de x-as. De lineariteitcurve weergegeven in de grafiek aan de rechterkant. Gasnamen Afbeelding 42 Gasnamen Gebruik dit venster om de beschermde gasnamen te bekijken en om enkele vooraf gedefinieerde aanpasbare gasnamen te wijzigen. SUPREMATouch...
Pagina 65
Wanneer de parameters voor sensor, gas, meetbereik en dimensie voor de eerste keer overeenkomen met de waarden van het overeenkomstige meetpunt, wordt de te gebruiken linearisatietabel toegewezen voor het meetpunt. Veld Veldtype Functie Entry [Invoer] Selectie Een toewijzingsinvoer kan aan de hand van de cel ervan via dit (Nummer van veld worden geselecteerd. deze cel) SUPREMATouch...
Pagina 66
[beschermd] is, kunnen de gegevens niet worden gewijzigd en zijn de volgende invoervelden alleen weergavevelden. Waarde Tekst De waarde voor het meetbereik kan hier worden ingesteld. Aanpassingsbereik: In het geval van een zeer hoog 5-cijferig meetbereik kunnen er SUPREMATouch...
• hoeveel cellen er nog vrij zijn • de versie van de voorgedefinieerde gegevensset (Versie van voordefinitie). 4.1.4 Opslaan Venster SD-kaart Parameters voor het opslaan van meetgegevens op een microSD-kaart kunnen hier worden bekeken en gewijzigd. Gebruik alleen door MSA goedgekeurde microSD-kaarten (ond.nr. 10179005). SUPREMATouch...
Pagina 68
[ontkoppelen] ontkoppeld zodat deze veilig kan worden verwijderd. Logboek Selectievakje, Activeren van dit veld activeert het opslaan van Diagnostische standaard niet diagnostische gegevens op de SD-kaart. Lees hoofdstuk gegevens ingesteld Het menu Diagnosis [Diagnose] voor details over diagnostische gegevens. SUPREMATouch...
Pagina 69
3e alarm is uitstaand bit 3 4e alarm is uitstaand Printer Dit venster wordt gebruikt om een ander formaat papierinvoer in te stellen voor een printer die is aangesloten op de SUPREMATouch-printerpoort. Een bericht printer-alive kan worden geactiveerd en geformatteerd. SUPREMATouch...
Pagina 70
Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen toegepast. Annuleren Knop Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen geannuleerd. Beschikbare codes: Label Afdruk dag (lengte = 2) maand (lengte = 2) jaar (lengte = 2) uur (lengte = 2) SUPREMATouch...
De toegang tot velden in het menu Maintain [Onderhoud] is beperkt. Gegevens kunnen worden weergegeven, maar wijzigen en verwijderen is alleen mogelijk na invoeren van het onderhoudswachtwoord (of hoger niveau) of na bediening van een sleutelschakelaar. Het menu kent de volgende structuur: SUPREMATouch...
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot gering of matig letsel. Gebruik dit venster om automatisch de sensorbrugstroom (IBR) in te stellen. Voor meer informatie zie hoofdstuk 7.9 De brugstroom instellen. Wanneer een instelling is gestart of uitgevoerd, kan deze niet worden geannuleerd. SUPREMATouch...
Pagina 73
Toont de daadwerkelijk gemeten brugstroom. [Gemeten stroomwaarde] Status Weergave Toont de huidige voorinstellingsstatus van dit meetpunt. Start Knop De voorinstelling wordt gestart door op deze knop te tikken. Einde Knop De voorinstelling wordt beëindigd door op deze knop te tikken. SUPREMATouch...
Tik na beëindiging van de test op de knop End [Beëindigen] of begin de test van een andere stuuruitgang. De normale status van de vorige stuuruitgang wordt automatisch hersteld. WAARSCHUWING! Deze test kan alarmapparaten van het systeem activeren! Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. SUPREMATouch...
Pagina 75
Afbeelding 52 Test van de seriële interfaces Uit de lijst met interfaces in de SUPREMATouch kan een interface worden geselecteerd. Zodra deze interface is geselecteerd, wordt de normale werking ervan geblokkeerd. Daarom kan deze test voor geen van de seriële interfaces worden uitgevoerd via een pc of laptop.
Pagina 76
LEDs van het voorpaneel serieel geactiveerd. Tik op een willekeurige plek op het scherm om naar het volgende testscherm te gaan. De testmodus wordt beëindigd na het derde testscherm. Het eerste testscherm moet er uitzien als afb. 54, het tweede testscherm moet helemaal zwart zijn en het derde testscherm moet helemaal wit zijn. SUPREMATouch...
4 Systeemparameters invoeren Afbeelding 54 Testscherm 4.2.3 Venster SD-back-up Dit venster kan worden gebruikt om de systeemconfiguratie of logboekinvoer op te slaan op een microSD-kaart. Gebruik alleen door MSA goedgekeurde microSD-kaarten (ond.nr. 10179005). Veld Veldtype Functie Save [opslaan] Knop Door op deze knop te drukken wordt de hele systeemconfiguratie en alle (systeemconfiguratie) parameters op een ingestoken microSD-kaart opgeslagen.
• Datum/tijd waarop de gebeurtenis plaatsvond • Korte beschrijving van het gebeurtenistype • Aanvullende hexadecimale beschrijving van de gebeurtenis. (Voor gebruik door MSA-onderhoudspersoneel.) Door te dubbeltikken op een vermelding wordt een venster geopend met een gedetailleerde foutbeschrijving in gewone tekst.
Pagina 79
Iedere vermelding bevat de volgende gegevens: • Datum/tijd van wijziging • Type en nummer vermelding • Naam van de gewijzigde parameter • Nieuwe waarde van de gewijzigde parameter (m.u.v. relaislogica en groepsleden) SUPREMATouch...
Pagina 80
• Gastypes voor nulgas en, indien van toepassing, testgas (niet gebruikt voor brugstroom instellen) • Gasconcentraties voor nulgas en, indien van toepassing, testgas (niet gebruikt voor brugstroom instellen) • Gemeten waarden voor het nulgas en testgas • Verschilsignaal U voor het nul- en testgas (alleen relevant voor kalibratie) SUPREMATouch...
• Informatie over of de temperatuur buiten het toegestane bereik bleef of weer terugkeerde binnen het bereik. 4.3.2 Menu modules Vanuit het menu Module kan de gebruiker informatie over de systeemmodules oproepen. Afbeelding 57 Modules De functies van de afzonderlijke velden worden hieronder beschreven: SUPREMATouch...
Weergave Het versterkte sensorsignaal wordt in deze velden weergegeven, gescheiden door bus. Wanneer transmitters worden gebruikt, 4 mA gelijk aan 400 Signaal U Weergave Wanneer passieve detectors worden gebruikt, wordt de brugstroom weergegeven als een spanningswaarde (1 mV is SUPREMATouch...
De volgende diagnostische informatie is beschikbaar afhankelijk van de gebruikte ingangsmodule en detector, Invoer Bron Omschrijving Knooppunt Systeemconfiguratie Systeemconfiguratie Sleuf Systeemconfiguratie Kanaal Systeemconfiguratie Spanning aansluitklem X Ingangsmodule De gemeten spanning op aansluitklem X (MAI30) van de ingang. Geleverde stroom Ingangsmodule De geleverde stroom door de SUPREMATouch...
Pagina 84
Gevoeligheid Detector De gevoeligheidsinstelling van de sensor. Zelftestresultaat sensor Detector Het zelftestresultaat van de sensor. Foutmelding sensor Detector De fout geïdentificeerd door de sensor. Sensorblokkering Detector Het blokkeringsniveau van de sensor. SUPREMATouch...
Lees de aparte gebruiksaanwijzing van SUPREMA Manager voor details. OPMERKING Alle parameters en configuraties die met een pc worden gedaan, dienen op juistheid te worden gecontroleerd op de SUPREMATouch, of ze moeten op de pc op juistheid worden gecontroleerd nadat ze naar de pc zijn teruggelezen. SUPREMATouch...
Pagina 86
Service- en onderhoudshandleiding SUPREMATouch Waarschuwingseenheid voor brand en gas MSAsafety.com...
Voor aanvullende informatie zie hoofdstuk Service. Sensorsimulatiemodules Voor een functietest van de SUPREMATouch-sensoringangen kunnen simulatiemodules worden gebruikt, afhankelijk van het sensortype. De sensorsimulatiemodule mag alleen worden gebruikt voor controle en voorinstelling, niet voor kalibratie.
7.3 Eerste kalibratie met voorafstelling, houd hierbij rekening met de benodigde opwarmtijd van de sensor. 7. Verwijder blokkering van meetpunt. Vervangingsprocedure voor transmitters Dit is slechts een overzicht, volg altijd de vervangingsprocedure op die wordt beschreven in de handleiding van de transmitter. SUPREMATouch...
Schakelingen Geel knipperend 0,7 Hz Rook- en hittedetectors Groen knipperend 1,6 Hz Transmitters (2 draads) Groen knipperend 1,0 Hz Transmitters (3 draads) Groen knipperend 0,7 Hz Transmitters (4 draads) 5. Verlaat de selectiemodus door indrukken van de MODE knop. SUPREMATouch...
Pagina 90
5 Onderhoud Afbeelding 61 Knoppeninterface MAI30 WAARSCHUWING! Een ongeldige selectie kan een signaalfout voor dit meetpunt veroorzaken. De automatische selectie moet worden gebruikt, indien mogelijk. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. SUPREMATouch...
9.1 Voorwaarden voor configuratie, installatie, bediening en onderhoud en hoofdstuk 10 Markeringen, certificaten en goedkeuringen Plugin-modules – Status-LED Bij modules die zijn ontworpen als plugin-modules bevinden zich LEDs in de linker bovenhoek. Positie van status-LEDs voor MCP, MDC, MBC, MDA, MGO, MAO modules Afbeelding 62 Statusleds SUPREMATouch...
Als de STORINGS-LED (LED nr. 4) aan is, neem dan contact op met een MSA-servicetechnicus Als dat niet meteen kan worden gedaan, kan de module worden vervangen als er een reserve- eenheid beschikbaar is (→...
De structuur en bediening van het menu Diagnostics [Diagnose] worden in detail beschreven in de hoofdstuk 4.3 Het menu Diagnosis [Diagnose]. De functies van alle alarmmiddelen en systeemstoringsrelais moeten regelmatig worden gecontroleerd (eenmaal per jaar). Voor meer informatie zie hoofdstuk 9.1 Voorwaarden voor configuratie, installatie, bediening en onderhoud. SUPREMATouch...
(na ca. parametergeheugen) 24 u) gegevens verloren bij Fout bij seriële Herstarten Interfacenummer loWord → Gegevens verloren bij seriële communicatie communicatie aantal tekens; pc- of printerinterface: controleer kabels hiWord → status Wellicht hardwaredefect: vervang MDO-module SUPREMATouch...
Pagina 95
SPI communicatiefout bij SPI- 1-5→ nummer van MGO: Uitgangen met kortsluiting digitale uitgangen (MGO) communicatie diagnosecode of open, of defecte module. foutief uitgangsblok dan wel FF→ uitgangen hardwaredefect weer in orde SUPREMATouch...
Deze test kan onafhankelijk van de actieve bedrijfsstaat van de SUPREMATouch worden uitgevoerd en heeft geen invloed op de bedrijfsmodus van de SUPREMATouch. Als u deze test wilt uitvoeren, drukt u op de knop die in de afbeelding wordt weergegeven. De LEDs op het voorpaneel zouden nu verlicht moeten zijn (Systeem - voeding, storing, blokkeren en signaal - 1e tot 4e alarm, storing).
Configuratie bij initiële installatie Als er geen configuratie is opgeslagen in de SUPREMATouch tijdens de overdracht van de configuratie en de eerste MCP niet in sleuf 1 van het rek is geplaatst, wordt in het pc-programma SUPREMA Manager de foutmelding "transmission failed"...
Pagina 99
3. Druk op OK om de geselecteerde configuratie te kopiëren naar de overige MDO- en/of MCP-modules. Als een configuratie met SUPREMA Manager naar de SUPREMATouch wordt overgedragen, wordt deze configuratie altijd in de MDO opgeslagen. Als het niet zeker is dat de configuratie naar het systeem werd gedistribueerd, kies dan MDO als systeemconfiguratie.
• In de andere modus is één persoon voldoende. Deze persoon start de kalibratie, gaat naar de sensoren om gas toe te voeren en voltooit uiteindelijk de kalibratie weer bij de SUPREMATouch. OPMERKING Houd u aan alle regelgeving bij het gebruik van communicatietoestellen in het gebied waar de SUPREMATouch is geïnstalleerd. Kalibratie submenu Kalibratieparameters voor de afzonderlijke ingangen kunnen worden ingesteld in het kalibratiemenu.
Pagina 101
Als er een eerste kalibratie wordt uitgevoerd, worden vermeldingen in de kalibratiegeschiedenis van het geselecteerde meetpunt verwijderd. Als er niet eerder een kalibratie is uitgevoerd, wordt er altijd een eerste kalibratie uitgevoerd, ongeacht deze instelling. SUPREMATouch...
Pagina 102
Als de parameters geldig zijn, begint de kalibratie. Als dit niet het geval is, wordt een waarschuwing weergegeven. Wanneer de kalibratie is gestart in de één-man-modus zal de SUPREMATouch automatisch de nul- en span-waarden overnemen in het masker Calibration End [kalibratie beëindigen].
(100% van het meetbereik), vooropgesteld dat dit onder de LEL ligt (onderste explosiegrens). Voor de kalibratie met twee personen moet persoon 1 (bij de SUPREMATouch) en persoon 2 (bij de sensor in kwestie) de volgende stappen uitvoeren:...
Pagina 104
Store [Opslaan]. In de één-man-kalibratiemodus wordt deze stap automatisch uitgevoerd. Waarde wordt nu getoond in CAL-ZERO. 10. Nadat persoon 1 heeft bevestigd dat de nulpuntkalibratie is voltooid, sluit u de nulgastoevoer af en begint u met de testgastoevoer. SUPREMATouch...
Pagina 105
4. Voer in het veld Test Gas [Testgas] de testgasconcentratie in. 5. Als het gebruikte testgas anders is dan het referentiegas ingevoerd in het menu Setup/Inputs&Outputs/Measuring points [Instellingen/Ingangen&Uitgangen/Meetpunten], verander dan de invoer in veld Test Gas [Testgas] van het submenu Calibration [kalibratie]. SUPREMATouch...
200 mV. Actieve transmitters Een eerste kalibratie op het SUPREMATouch-systeem is niet vereist voor actieve transmitters (sensoren met een uitgang van 4-20 mA). De eerste kalibratie moet direct worden uitgevoerd op de sensor in overeenstemming met de bedienings- en onderhoudsinstructies van de sensor.
Bij actieve transmitters (transmitters met een uitgang van 4-20 mA) moet de kalibratie direct worden uitgevoerd op de sensor in overeenstemming met de bedienings- en onderhoudsinstructies van de sensor. Als standaardwaarden interpreteert het SUPREMATouch-systeem een ingangsstroom van 4 mA als 0% van het meetbereik en een ingangsstroom van 20 mA als 100% van het meetbereik.
SUPREMATouch (4 mA = 0% van het meetbereik, 20 mA = 100% van het meetbereik). De afwijkingen in de stroom mogen echter niet groter zijn dan ±0,5 mA, anders wordt de foutevaluatie (het meetbereik in een van de richtingen verlatend) negatief beïnvloed.
Als de primaire kalibratie is voltooid, is het mogelijk om alleen het nulpunt aan te passen tijdens het onderhoudswerk. De juiste span-waarde wordt dan verwerkt door de SUPREMATouch gebaseerd op de gegevens afkomstig van de laatste, voltooide kalibratie. Voer de stappen voor nulaanpassing uit, zoals beschreven in de vorige delen. Na het opslaan van de nulwaarde (met de knop Store [Opslaan]) kan de nulaanpassing worden uitgevoerd met de knop End [Beëindigen].
2. Voer de sensortype afhankelijke stroom in, in de Sensor Current reference value [referentiewaarde sensorstroom]. 3. Start de instelling met Start. 4. Wacht totdat het veld Status de voltooiing van het proces aangeeft. 5. Beëindig het proces met End. SUPREMATouch...
Pagina 111
7 Kalibratie 6. Verwijder de sensorsimulatiemodule. 7. Sluit de gewenste sensor aan. Wanneer de brugstroom is ingesteld en de sensor is voldoende opgewarmd, voer dan de eerste kalibratie van het meetpunt uit. SUPREMATouch...
8 Systeemuitbreidingen Systeemuitbreidingen Op een SUPREMATouch-systeem kunnen maximaal 256 ingangen worden aangesloten. Er zijn maximaal 512 digitale uitgangen beschikbaar. Een compleet systeem voor maximaal 64 ingangen kan worden geïnstalleerd in één rek van 19". Afhankelijk van de grootte van het huidige systeem dat al geplaatst is, zijn verschillende aanvullende modules vereist om het systeem uit te breiden.
Installeer indien nodig een voeding die voldoet aan de nieuwe vereisten. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Een enkel SUPREMATouch-systeem biedt maximaal 512 relaisstuuruitgangen. Een enkele MGO-module biedt 40 relaisstuuruitgangen. Er kunnen maximaal 10 MGO-modules in één rek worden geplaatst.
Installatie). Verbinding van aanvullende analoge uitgangen Er worden maximaal 256 analoge uitgangen geleverd door de SUPREMATouch, wat overeenkomt met het maximale aantal sensoren dat kan worden aangesloten. Op één MAO-module zijn 8 analoge uitgangen beschikbaar. Per rek kunnen maximaal tien MAO-modules worden geplaatst. Dit aantal is echter gebaseerd op het gebruik van minimaal één extra rek met de overeenkomstige MAI-modules, die het mogelijk maken om de sensoren aan te sluiten.
Pagina 115
Plaats en installeer het aanvullende rek nadat de voeding is uitgeschakeld. Het aansluiten van de rekken en de benodigde configuratiewijzigingen (MIB-module) worden beschreven in deel → Installatie Opstarten. Controleer of de juiste baudsnelheid van de CAN-bus en het juiste CAN-knooppuntnummer werden geselecteerd. SUPREMATouch...
Pagina 116
Installatie- en opstarthandleiding SUPREMATouch Waarschuwingseenheid voor brand en gas MSAsafety.com...
16. Alle apparaten die op één MRO-module zijn aangesloten moeten hetzelfde spanningsniveau hebben. 17. Externe voedingen moeten minimaal voldoen aan de vereisten van EN 60950 en EN 50178. 18. Tijdens installatie van het SUPREMATouch - Brand- en gaswaarschuwingssysteem moet worden voldaan aan de nationale richtlijnen en standaarden.
Configuratie 3 7,55*10 (7,6 % van SIL3) 9,78*10 97 % 347 fit 4897 fit (1,0% van SIL3) 1) Behalve analoge fase van ingangsmodules MAI en MGI die HFT = 0 hebben! MTBF = 16 jaar voor de veiligheidsfunctie (voor alle configuraties) SUPREMATouch...
Ten aanzien van de configuratievariaties moet in overweging worden genomen dat de sensoren geen onderdeel van de test waren en dat de geschiktheid van de sensoren voor de Safety Integrity Level (SIL) afzonderlijk moet worden bewezen. Configuraties Configuratie 1 Afbeelding 68 In het geval van een eenkanaalsconfiguratie kunnen de MLE-modules niet worden gebruikt SUPREMATouch...
Pagina 120
9 Speciale voorwaarden voor naleving van de voorschriften van DIN EN 61508 voor SIL 1-3 volgens TÜV-certificaat Configuratie 2 Afbeelding 69 Configuratie zonder MLE10-modules Afbeelding 70 Configuratie met MLE10-modules SUPREMATouch...
Pagina 121
9 Speciale voorwaarden voor naleving van de voorschriften van DIN EN 61508 voor SIL 1-3 volgens TÜV-certificaat Configuratie 3 Afbeelding 71 Configuratie zonder MLE10-modules Afbeelding 72 Configuratie met MLE10-modules SUPREMATouch...
≤ CAN B SUPREMA central SUPREMA satellite CAN A CAN bridge CAN B SUPREMA central SUPREMA satellite CAN A Fibre Optic CAN bridge CAN/Fibre Optic CAN/Fibre Optic CAN B Fibre Optic Afbeelding 74 Systeemuitbreidingen met CAN-bus en redundante configuratie SUPREMATouch...
MAR MA01 CPLD MAO10 2.02.01 Regeleenheid MAO MA01 CPLD MLE10 MLE 10_4_XXX_YYY_ZZ MBC20 1.04.01 Regeleenheid MAO20 3.01.02 Regeleenheid (XXX_YYY_ZZ: Ident. Nr. van de door de klant gespecificeerde toepassing waarvoor een afzonderlijke geschikte kwalificatie moet worden geverifieerd.) TÜV-certificaat Certificaatnummer: 968/EZ 163.24/16 SUPREMATouch...
Markeringen, certificaten en goedkeuringen MSA Europe GmbH Schlüsselstrasse 12 Fabrikant: 8645 Rapperswil-Jona Zwitserland SUPREMATouch (in combinatie met passieve sensor S47K-PRP of 4-20mA lineaire Product: transmitterinterface) zie detector, het controlesysteem moet buiten het gevaarlijk gebied worden Type bescherming: geïnstalleerd. EN 60079-29-1:2016...
SUPREMA CAN BRUG CBM 10034641 SUPREMA CAN LWL-omvormer 10052948 SUPREMATouch-rek (Met of zonder interne voeding van 250 W) * Maakt geen deel uit van de prestatietests EN 60079-29-1: 2016, EN 50104:2019 en EN 50271:2018 Detectors conform DMT 03 ATEX G 003 X •...
4-20 mA gasdetectie-instrumenten ook CSA- gecertificeerd zijn. 10.4 Bijzondere voorwaarden voor naleving van de vereisten voor de scheepvaart 1. Voor scheepvaarttoepassingen moet een externe DNV goedgekeurde voeding worden gebruikt. 2. Voor platte lintkabels > 1,5 m moeten niet-halogeenkabels worden gebruikt. SUPREMATouch...
11 Modules Modules De SUPREMATouch is een modulair systeem; hierna worden alle modulefuncties in detail beschreven. 11.1 Meetwaarde ingang De meetwaarden worden verzameld met de volgende eenheden Modules voor meetwaarde ingang MAI-module analoge INGANG module (signaalverwerking + digitalisering voor 8 ingangen).
11.5.5 MAT-module TS (analoge aansluitklemmodule) Lijkt op de MAT-module, maar voor installatie op rail van C-type of met Omega-profiel, afzonderlijk van het rek. Een 40- weg lintkabel en een MUT-module zijn vereist om de module aan te sluiten op het rek. SUPREMATouch...
• Aangepast ontwerp: (niet toegestaan voor veiligheidstoepassingen) Relais niet-bekrachtigd = geen alarm. Het relais wordt bekrachtigd wanneer een alarm wordt geactiveerd op één of meer meetpunten (normaal niet- bekrachtigd) • De relais kunnen worden geblokkeerd via de MST-module (om alarmen te voorkomen) SUPREMATouch...
Bij systemen die ontworpen zijn voor redundantie wordt de MRO 16 TS-module gebruikt. Om een bericht te verzenden worden de werkende contacten van twee relais in serie aangesloten op twee aansluitklemmen. De relais worden geregeld door verschillende MGO-modules en worden zo geconfigureerd dat het relais niet-bekrachtigd wordt wanneer een alarm wordt geactiveerd (normaal bekrachtigd). SUPREMATouch...
256 sensoren en 512 relaisstuuruitgangen. Redundante systemen voor hogere veiligheidsklassen worden gerealiseerd door het toevoegen van nog een CENTRALE VERWERKING module (MCP-module), een dubbel aantal van de toepasselijke gegevensverzamelings- (MAR) en alarmregelmodules (MGO), een tweede CAN-bus en een tweede of derde spanningsvoeding. (→ hoofdstuk 15 Redundante systemen). SUPREMATouch...
OPMERKING De SUPREMATouch-installatieplek moet zich buiten Explosiegebieden 0, 1 en 2 bevinden en vrij zijn van brandbare, explosieve of corrosieve gassen. 12.2 Installatie-instructies voor het volgen van de EMC-Richtlijnen De toestellen van MSA werden ontwikkeld en getest in overeenstemming met de EMC-richtlijn 2014/30/EU en de bijbehorende normen EN 50270.
Pagina 138
MUT-module aangesloten op MRC TS-module De lintkabel moet worden afgeschermd. De kabelafscherming moet met een zo kort mogelijke afstand direct worden aangesloten op de aanwezige afschermingsaansluitklem. MRC TS-module aangesloten op MRO16 (8) TS-module SUPREMATouch...
12 Installatie Afgeschermde kabels zijn niet vereist voor het aansluiten van de afzonderlijke relaismodules. Afbeelding 76 SUPREMATouch afschermings- en aardingsschema 12.3 Uitpakken Bij ontvangst van het transport, de volgende stappen uitvoeren: SUPREMATouch...
7. In het geval van uitgebreide systemen met meer dan één 19"-montagerek sluit u de CAN-bus aan of controleert u of de aansluiting al is gedaan. 8. Installeer de sensoren en sluit de bekabeling aan op de SUPREMATouch. 9. Sluit de relais- en stroomuitgangen aan op de externe apparaten die geactiveerd moeten worden.
Afgeschermde kabel vereist. draads Y(C)Y 750 m 3 x 1,0 Y(C)Y 1250 m 3 x 1,5 PrimaX Zie de transmitterspecifieke handleiding. PrimaX IR Zie de transmitterspecifieke handleiding. FlameGard 3 x 1,5 Y(C)Y 20ohm-lus 1000 m Zie de transmitterspecifieke handleiding. SUPREMATouch...
Pagina 142
CAN-brug. Maximaal toegestane CAN-buslengte Bitsnelheid in kbit/s 1000 Maximale bus in m 5000 2500 1000 OPMERKING Volg de instructies voor componenten onderhevig aan beschadiging door statische elektriciteit! Kabel moet worden gelegd in overeenstemming met de voorgaande EMC-instructies en -regels. SUPREMATouch...
= Elke schakelaar CAN-BUS-afsluitweerstanden Beide CAN-bussystemen (CAN-A + CAN-B) van de SUPREMATouch moeten een afsluitweerstand hebben aan elk einde van de bus. Eén buseinde bevindt zich op de MDO-module. Hier is permanent een afsluitweerstand aangesloten. Bij een systeem met één rek bevindt het andere einde van de bus zich op de bedrading op de achterzijde van het paneel van de MIB.
2 min. Alle analoge uitgangen Laatste staat wordt behouden. zijn 0 mA. = Elke schakelaar 12.6.2 Configuratie MAT-module Er zijn voor iedere ingang twee soldeerbruggen aanwezig aan de onderkant van de printplaat voor 3- of 5-draadse werking van de sensoren: SUPREMATouch...
BR15, BR16 → Ingang 8 Afbeelding 79 Configuratie van de MAT-module 12.6.3 Configuratie MAT TS-module Aan de bovenkant van de printplaat, naast de lintkabelaansluiting, zijn voor iedere ingang twee soldeerbruggen aanwezig voor 3- of 5-draadse werking van de sensoren: SUPREMATouch...
Op de module is een soldeerbrug (BR1) die gebruikt wordt om de functie van de relaisblokkering van de gemeenschappelijke alarmen (hoofdstuk 12.13 Systeempoorten (MST-module)) te definiëren: Soldeerbrug BR1 = OPEN = relais worden bekrachtigd wanneer de relaisblokkering wordt ingeschakeld SUPREMATouch...
Soldeerbrug BR1 = OPEN = relais worden bekrachtigd wanneer de relaisblokkering wordt ingeschakeld Soldeerbrug BR1 = GESLOTEN = relais worden niet-bekrachtigd wanneer de relaisblokkering wordt ingeschakeld Afbeelding 82 Configuratie van de MRC TS-module SUPREMATouch...
Alle analoge uitgangen zijn 2 mA na 2 min Alle analoge uitgangen zijn 2 mA Laatste staat wordt behouden Alle analoge uitgangen zijn 0 mA Alle analoge uitgangen zijn 2 mA na 2 min Alle analoge uitgangen zijn 0 mA Laatste staat wordt behouden X: Iedere schakelaar SUPREMATouch...
Pagina 150
VOORZICHTIG! De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot gering of matig letsel. De configuratie van inschakel- en storingsgedrag van de MGO-module wordt gedaan via de DIL-schakelaar op de MIB-module (VRIJ A + VRIJ B).
Pagina 151
Gedeactiveerd na 72 uur* Gedeactiveerd* Laatste staat wordt behouden Geactiveerd Laatste staat wordt behouden Gedeactiveerd * Voor SIL 3-werking is de deactiveringsfunctie ingesteld op 72 uur. CAN‐A‐/B-instellingen Schakelaar S4 Functie Besturing van de MGO-module door CAN-A-bus Besturing van de MGO-module door CAN-B-bus SUPREMATouch...
De module MCP-20 is uitgerust met een bootloader voor de installatie van nieuwe firmware. OPMERKING De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus moet daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! Afbeelding 85 MCP-module, standaardconfiguratie 12.6.13Configuratie MDO20-module De MDO20-module is bij verzending door de fabriek geconfigureerd.
De module MDO20 is uitgerust met een bootloader voor de installatie van nieuwe firmware. OPMERKING De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! 12.6.14Configuratie MDC20-module Geen configuratie 12.6.15Configuratie MAI30/MGI30 De MAI30/MGI30-module is bij verzending door de fabriek geconfigureerd.
Pagina 154
De module MAI30/MGI30 is uitgerust met een bootloader voor de installatie van nieuwe firmware. Afbeelding 87 De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! 12.6.16Configuratie MAR30/MGR30 De MAR30/MGR30-module is bij verzending door de fabriek geconfigureerd. Er zijn geen mogelijkheden om de configuratie te wijzigen.
12 Installatie Afbeelding 88 De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! 12.6.17Configuratie MHS30 Geen configuratie 12.6.18Configuratie MBC20-module De MBC20-module is bij verzending door de fabriek geconfigureerd. Er zijn geen mogelijkheden om de configuratie te wijzigen.
12 Installatie Afbeelding 89 Configuratie van de MBC20-module 12.6.19Configuratie MBT20-module Geen configuratie 12.6.20Configuratie in het SUPREMATouch-menu Instellingen/Meetpunten/Sensorgegevens Sensor Meetbereik 0-100% Eenheden willekeurig 12.6.21MRD-dummy-relais Moduletoepassing/-functie Er kunnen maximaal 5 relaismodules (MRO8/MRO16) worden aangesloten op de MRC-module. Als niet alle vijf de relaismodules zijn aangesloten, moet een MRD-module worden geplaatst in elk van de ongebruikte relaismoduleaansluitingen.
Pagina 157
LEDs laten de schakeltoestand van de MGO-stuuruitgang zien. LED AAN = stuuruitgang geleidend = relais geactiveerd LED UIT = stuuruitgang niet geleidend = relais gedeactiveerd Afbeelding 91 Weergave van MRD-module LED 1-8 = Stuuruitgangen kanaal A LED 9-16 = Stuuruitgangen kanaal B SUPREMATouch...
De eerste aansluiting mag alleen worden gebruikt voor de MST-module. De rekken worden verzonden met de MST- module geïnstalleerd als standaardapparatuur, zodat alleen posities 1-10 beschikbaar zijn voor configuratie. Positie 1-10: De posities 1-10 kunnen worden gebruikt voor hetzij MAT-, MUT-, MRO- of MBT-modules. SUPREMATouch...
Voor het bouwen van een functioneel systeem moet aan de volgende vereisten worden voldaan: Voor een systeem (van maximaal acht rekken) zijn exact één MCP-module, één MDC-module en één MDO-module vereist (niet-redundant ontwerp). De MDC-module moet goed zijn aangesloten met een lintkabel op de MDO-module die in het voorpaneel is gemonteerd. SUPREMATouch...
De bedrijfsspanning mag tussen 19,2 VDC en 32 VDC liggen. De hieronder gespecificeerde waarden zijn voor een bedrijfsspanning van 24 VDC. Systeemconfiguratie/Maximale belastingen Maximale uitgangsstroom van een ingang 400 mA Maximaal uitgangsvermogen van een ingang (sensor en kabel) Maximaal uitgangsvermogen voor een MAI-module 40 W SUPREMATouch...
OPMERKING Een koelventilator moet worden geïnstalleerd en gebruikt om oververhitting in het installatiekader te voorkomen als er meer dan 32 meetpunten worden gebruikt met passieve detectors. 12.7.5 Configuratievoorbeelden Standaardsysteem met 8 ingangen/8 gemeenschappelijke alarmrelais Afbeelding 94 Configuratievoorbeeld 1 SUPREMATouch...
• Bij een systeem met meerdere rekken, moeten de contacten 1 en 2 (CAN-A, CAN-B) van de DIL-schakelaar op de MIB-module in het laatste rek, d.w.z. degene waar de CAN-bus eindigt, gesloten zijn. Alle DIL-schakelcontacten 1 en 2 (CAN-A, CAN-B) op de tussenliggende rekken moeten open zijn (hoofdstuk 12.6 Module configuratie). SUPREMATouch...
(rek zonder MDO) met alleen meetpunten en/of uitgangen in het veld te installeren. Beide rekken communiceren met elkaar via de CAN-bus. Dit betekent dat er slechts één CAN-buskabel (of 2 voor een redundant systeem) hoeft te worden aangesloten in plaats van de mogelijke 64 sensorkabels, en de systeemstoringsrelais op alle rekken moeten worden verbonden. SUPREMATouch...
Pagina 164
De afsluitweerstand van rek 1 moet gedeactiveerd zijn en er moet een 120 Ohm-weerstand worden aangesloten tussen aansluitklem 2 en 4, NET 0, van de CAN-aansluiting. Er moet een 120 Ohm-weerstand voor Net 1 worden aangesloten onder de aansluitklem (2-4) NET1 van de CAN-verbinding. De CAN-afsluitweerstand op rek 2 moet worden ingesteld. SUPREMATouch...
Pagina 165
CAN-brug-rekenfunctie van de SUPREMA Manager software worden gebruikt om de noodzakelijke reductie in baudsnelheid te berekenen op basis van de afstand in meters. 32 filters max. kunnen worden ingesteld, d.w.z. in een satelliet kunnen 15 MGO/MAO- of 10 MAI-modules max. worden geïntegreerd. SUPREMATouch...
LWL-omvormer wijzigt de elektrische signalen in optische signalen die niet worden gestoord door andere elektrische signalen. Een stervormige netwerktopologie is verplicht om kritieke waarden van de CAN-buscapaciteit te voorkomen. Voorbeelden van satelliettoepassingen Met één satelliet en een LWL-omvormer: ≤ Afbeelding 103 Systeem met één satelliet en LWL-omvormer SUPREMATouch...
Pagina 167
DIP-schakelaars. Daarnaast is er een extra schakelaar voor de CAN-afsluiter in de omvormer. De LWL-omvormers beschikken over een zeer goede diagnosefunctie waardoor fouten zeer snel worden gevonden. Een staafdiagram geeft de signaalkwaliteit aan de kant van de optische vezel weer en een LED geeft mogelijke fouten aan, aan de 'koperkant'. SUPREMATouch...
Pagina 168
• De lijnlengte moet worden afgestemd op de baudsnelheid (max. 2000 m). • Let op de optische lijnkruising tussen TD en RD. Afbeelding 106 Connectortoewijzing LWL-omvormer Aansluitklemmen/LEDs van de LWL-omvormer Afbeelding 107 LWL-omvormeraansluitklemmen/LEDs Spanningstoevoer: 24 VDC Spanningstoevoer: 0 VDC SUPREMATouch...
Pagina 169
3 dB/Km 2000* F-G 50/125 850 nm ST® (B-FOC) 2,5 dB/Km 2000* * Overige lijnlengtes na overleg met MSA. Voor gebruik met de SUPREMATouch zijn multimode vezelkabels vereist. Zie de handleiding van de LWL-omvormer voor verdere technische gegevens en bedrijfsomstandigheden. SUPREMATouch...
Deze voor de sensor giftige stoffen zijn o.a. silicone, silaanverbindingen, zwavelwaterstof, zwavelverbindingen. Neem bij twijfel direct contact op met een medewerker van MSA die de mogelijke aanwezigheid van voor de sensor giftige stoffen moet bepalen en alternatieve meetprocedures kan voorstellen.
Pagina 171
Aansluitklem 4-5: BR D-D’ Als er geen jumpers op de aansluitklemmen kunnen worden geïnstalleerd, kunnen ze worden voorzien op de achterzijde van de MAT-module in de vorm van soldeerbruggen. (naast de lintplug van de MAT TS-module). (Hoofdstuk 12.6 Module configuratie) SUPREMATouch...
Pagina 172
-M (bruin) D (geel) D (geel) -H (geel) D' (grijs) K' (wit) signaal signaal +M (wit) K' (bruin) K (bruin) +24 V +24 V +H (groen) 0 (groen) 0 (groen) -M (bruin) D (geel) D (geel) -H (geel) D' (grijs) SUPREMATouch...
Pagina 173
-M (bruin) D (geel) D (geel) -H (geel) D' (grijs) K' (wit) signaal signaal +M (wit) K' (bruin) K (bruin) +24 V +24 V +H (groen) 0 (groen) 0 (groen) -M (bruin) D (geel) D (geel) -H (geel) D' (grijs) SUPREMATouch...
Pagina 174
12 Installatie MGT40 TS-module/Toewijzing MAT–MGT-verbindingen MAI-module Meetpuntnr. MAT aansluitklem nr. MGT40 TS-module aansluitklem nr. SUPREMATouch...
De relaismodules worden gecontroleerd door de MGO-module die 40 schakeluitgangen beschikbaar heeft per module. De eerste acht schakeluitgangen van de eerste MGO-module in het systeem zijn permanent toegewezen aan de gemeenschappelijke alarmen, terwijl de overige uitgangen vrijelijk kunnen worden geconfigureerd (zie het gedeelte Configuratie van de relaisstuuruitgangen). SUPREMATouch...
100 VDC/0,1 A OPMERKING Voor het veiligheidsgerelateerde gebruik van ieder relais, moeten het alarm en de storingsrelais van het SUPREMATouch-systeem in de volgende conditie worden gebruikt: 1. Relais onder stroom 2. Alarm- of storingscontact is gesloten Dit garandeert dat de relaiscontacten een failsafe signaal geven bij stroomuitval of lijnuitval. Om een veilige werking van de relaiscontacten te garanderen, moet de relaisuitgang worden gezekerd om een overbelastingsbeveiliging te krijgen.
Pagina 177
12 Installatie MRO8-module Relaisaansluitklemtoewijzing Relaisnr. Aansluitklemnr. Contact SUPREMATouch...
Pagina 178
Het aansluiten van de MRO16 TS-module voor redundante systemen wordt beschreven in hoofdstuk 15 Redundante systemen. Afbeelding 111 Aansluitschema van de MRC TS- en MRO8 TS-modules OPMERKING De GND van de Bat-, Int- en Ext-aansluitingen van de MRC TS-module moet worden aangesloten op de GND van de SUPREMATouch-voedingsspanning. SUPREMATouch...
Als het principe normaal bekrachtigd is geselecteerd voor de blokkering, moet, om de spanningsvoeding naar de relais te garanderen nadat de SUPREMATouch-spanningsvoeding is uitgeschakeld, een zelfstandige externe spanningsvoeding worden aangesloten op de juiste aansluitingen van de MRC TS-module (EXT/BAT, 24 VDC).
Pagina 180
De eerste 8 uitgangen van het systeem worden toegewezen aan gemeenschappelijke alarmberichten. De uitgangen van extra modules kunnen worden toegewezen aan ieder gewenst bericht. Zie hoofdstuk 11.5 Voeding, busaansluitingen, aansluitingstechniek voor de relaistoewijzing. MRO10 8 TS-module De aansluitklemmen zijn als volgt toegewezen: Relaisnr. Aansluitklemnr. Contact SUPREMATouch...
Pagina 181
12 Installatie MRO20 8 TS-module De aansluitklemmen zijn als volgt toegewezen: Relaisnummer Aansluitklem Contact SUPREMATouch...
Pagina 182
12 Installatie Relaisnummer Aansluitklem Contact SUPREMATouch...
Pagina 183
De aansluitklemmen zijn als volgt toegewezen: Relaisnummer Aansluitklem Contact NO 1 NO 2 NO 3 NO 4 NO 5 NO 6 NO 7 NO 8 NO 9 NO 10 NO 11 NO 12 NO 13 NO 14 NO 15 NO 16 SUPREMATouch...
Pagina 184
Er zijn twee systeemstoringsrelais op de MIB-module, ontworpen als omschakelcontacten. Ze werken volgens het principe normaal bekrachtigd. Beide relais worden niet-bekrachtigd wanneer een storing optreedt. De klemcontacten zitten direct naast de relais op de MIB-module. c 1 a X 15 X601 Afbeelding 113 MIB-module, aansluitklemmen voor het systeemstoringsrelais SUPREMATouch...
Het aansluiten van schakeluitgangen via de MAT-module of de MAT TS-module is niet mogelijk gemaakt en niet toegestaan! OPMERKING De uitgangen van deze module (maximaal +24 VDC/300 mA) refereren aan de SUPREMATouch-aarde. Daarom moet de aarde van de modulevoedingsspanning worden aangesloten op de aarde van de SUPREMATouch (aarde van de voedingsaansluiting op de MIB-module). SUPREMATouch...
12.7 Systeemconfiguratie (hardware) beschreven belastingslimieten! Schakeluitgangen worden uitgevoerd als 'open collectoruitgangen', dat wil zeggen, een interne transistor van SUPREMATouch schakelt de negatieve verbinding van de vraag, terwijl de positieve verbinding van de belasting direct is aangesloten op de 24 V-voeding. SUPREMATouch...
Pagina 187
12 Installatie Aansluitklemtoewijzingen van de schakeluitgangen MGO-stuuruitgang (schakeluitgang) Aansluitklemnr. (MGT40 TS) SUPREMATouch...
Pagina 188
(= hoge stuurtrap). De MHD-module wordt op het rek aangesloten met een 40-pins lintkabel, waardoor 40 uitgangen beschikbaar komen (24 V/0,3 A). 40-pins lintkabelverbinding op MUT (van MGO). • 24V-voeding en belastingsaansluitingen (maximaal 20 A) • Montage op C- of standaardrail • Uitgangen beveiligd tegen kortsluiting Redundante voeding moet extern worden gerealiseerd. SUPREMATouch...
0-20 mA. Iedere MAO-module biedt 8 analoge uitgangen die het niveau van het sensorsignaal volgen. De toewijzing tussen signaalingangen en analoge uitgangen kan vrijelijk worden geconfigureerd. Het systeem wijst meetkanalen nrs. 1-8 en de bijbehorende meetwaarden SUPREMATouch...
(bijv. recorder, pc met DAQ-kaart) kan worden aangesloten op de analoge uitgangen door een weerstand aan te sluiten over de ingangsaansluitingen van de recorder. Wanneer een weerstand van 100 ohm wordt gebruikt, wordt een spanningsbereik van 0-2 V verkregen bij een signaal van 0-20 mA. SUPREMATouch...
Maximale belasting bedraagt 500 ohm. De nauwkeurigheid van de gemeten spanning is afhankelijk van de tolerantie van de gebruikte weerstand. 12.13 Systeempoorten (MST-module) De hieronder beschreven systeemuitbreidingen en systeemaansluitingen kunnen worden gerealiseerd door een achter in het rek geplaatste MST-module te gebruiken. Afbeelding 120 Aansluitingen MST-module SUPREMATouch...
Er moet een draad in de kabel zitten voor de CAN GND. Pc-/laptoppoort (systeembesturing, RS 232A/USB) Op deze poort kan een pc of laptop worden aangesloten. Door het SUPREMATouch-besturingsprogramma te gebruiken kan het systeem worden bediend met een Windows-interface. Dit wordt met name aanbevolen voor de eerste keer instellen van een nieuw systeem met een gemiddeld of groot aantal ingangen (hoofdstuk 14.1 “Een pc/laptop...
Pagina 193
- RS232 configuratie: 19200 kBits/sec., 8 data bits, 1 stop bit, pariteit geen De pintoewijzing van de RS232B-poort wordt gegeven in de volgende tabel (zie ook Afbeelding 121 SUB-D- pintoewijzing). Sluit de afscherming aan op de pinbehuizing. Aansluitingsnr. Toewijzing Table 124 RS232B, pintoewijzing SUPREMATouch...
Pagina 194
MST-aansluitklem 5: GND WAARSCHUWING! Om veiligheidsredenen moet de SUPREMATouch en de apparaten waarop toegang verkregen wordt/die toegang maken, worden gebruikt in een afzonderlijk, gescheiden netwerk! Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
EMC- en Laagspanningsrichtlijn. Alle voedingsingangen moeten worden beschermd met de juiste zekeringen. Berekening van de vereiste voeding Het gebruikte vermogen voor het voeden van de sensoren is gebaseerd op de aantallen en types aangesloten sensoren en op de weerstand van de gebruikte kabels. SUPREMATouch...
Pagina 196
Senscient ELDS Zie de transmitterspecifieke handleiding * Waarde is van toepassing op een brugstroom van Ibr = 300 mA ** Alleen detector en bron groter dan 6 W. Zowel detector als bron moeten worden gevoed door een externe spanningsbron. SUPREMATouch...
Pagina 197
WAARSCHUWING! Het ingangsspanningsbereik (19,2-32 VDC) mag niet worden overschreden! Hogere spanningswaarden kunnen leiden tot de vernietiging van de eenheid! Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. SUPREMATouch...
Pagina 198
• Maximale voedingsstroom van 20 A. BAT-aansluiting (continue batterijvoeding) • Continue batterijvoeding voor alle eenheden van een rek (21-28 VDC). • Als de interne en/of externe voeding uitvalt, wordt het systeem hiermee gevoed. • Maximale voedingsstroom van 20 A. SUPREMATouch...
Pagina 199
-ve-aansluiting van de INT-aansluiting van de MIB-module. De lijnvoeding wordt geleverd via de aansluitklemmen L en N van de MSP-module. OPMERKING Sluit geen lijnvoeding aan op de MIB-module. Hiermee wordt het SUPREMA-systeem beschadigd. De aardedraad wordt aangesloten op de PE-aansluitklem van de MSP-module. SUPREMATouch...
De ingang nrs. worden permanent toegewezen aan de sleuven in het rek. Per MAI-module kunnen 8 ingangen worden aangesloten. Als de eerste MAI-module bijvoorbeeld in de 7e sleuf van het eerste rek is geplaatst, krijgen de eerste 8 ingangen de nrs. 9-16. SUPREMATouch...
Pagina 201
Afbeelding 130 Labelen van de verbinding en aansluitklemmodules in het rek Verbinding en aansluitklemmodules bij op rail gemonteerde installatie Er is een vrij labelveld aanwezig voor de modules die op montagerails zijn geïnstalleerd (MRO 8 TS-, MAT TS-, MRC TS- en MGT 40 TS-modules).Afbeelding 131 toont een mogelijk labelsysteem. SUPREMATouch...
Pagina 202
Rack: No. of the rack on which the MAT (TS) module is mounted Position: No. of the slot of the MAT (TS) module on the rack Nos. of the connected inputs and outputs Afbeelding 132 Labelen van het MAT (TS)-aansluitplug SUPREMATouch...
MAI-modules weergegeven in het menu Measure/List [Meten/Lijst]. OPMERKING Als deze procedure niet in 5 minuten wordt voltooid, controleert u de installatie nog eens en roept u indien nodig een MSA-servicetechnicus op om het probleem te verhelpen. 13.3 Systeemconfiguratie/Parametrisering...
13.6 Het opstarten voltooien MSA adviseert alle ingangen te testen met testgas om te controleren of alle afstellingen correct zijn. Controleer of het juiste alarm wordt geactiveerd en of alle gerelateerde uitgangen (d.w.z. weergave, juiste relaisstuuruitgang) worden bediend. Voor aanvullende informatie zie hoofdstuk Service.
14 Perifere apparatuur aansluiten Perifere apparatuur aansluiten Om de bediening (vooral bij de configuratie) van de SUPREMATouch te vereenvoudigen kan een pc of laptop met bedieningssoftware worden aangesloten met verschillende connectoren. Een protocolprinter kan worden aangesloten via de RS232-B-interface op de MST.
115200 baud), 8 gegevensbits, 1 stopbit, pariteit geen Bedieningssoftware De pc-bedieningssoftware SUPREMA Manager is beschikbaar als optie om het gemak van de bediening en configuratie van het SUPREMATouch-systeem te verbeteren. Weergavesoftware Op verzoek kan weergavesoftware aangepast aan de specificaties van de klant worden geleverd. Het programma wordt beschikbaar gesteld op cd-rom.
Pagina 207
14 Perifere apparatuur aansluiten Afbeelding 135 MST-module, RS232-B-poort De aansluitklemtoewijzing van de RS232-B-aansluiting wordt beschreven in hoofdstuk 12.13 Systeempoorten (MST- module). SUPREMATouch...
Op dit moment worden de volgende bussystemen ondersteund: • Modbus (TCP en RTU) • Profibus DP Verdere gegevensbussystemen op aanvraag. SUPREMA Gateway CAN/Modbus Zie handleiding voor MBC20-Modbus. SUPREMA-Gateway CAN/Profibus DP Niet inbegrepen in het EU-typegoedkeuringscertificaat DMT 03 ATEX G 003 X. SUPREMATouch...
X400 (Combicon-ontwerp, 5‐pins MSTB2.5/5.08) ‐ CAN of DeviceNet Temperatuurbereik 0-50 ℃ omgevingstemperatuur Vochtigheid max. 90%, niet-condenserend Afmetingen van de kast Breedte: 40 mm, Hoogte: 85 mm, Diepte: 83 mm (l x b x h) (inclusief montagerail en uitstekende connector DSUB9, zonder CANDeviceNet-stekker) Gewicht ca. 200 g SUPREMATouch...
SIL 1-4. Het systeem moet qua ontwerp voldoen aan het vereiste veiligheidsniveau. Voor veiligheidsintegriteitsniveau SIL 3 volgens norm EN 61 508, moet de SUPREMATouch voorzien zijn van een redundante voeding. De redundante voeding voor het systeem alsmede de MRC TS-module moet een storingsfrequentie hebben van minder dan 6,73 * 10-6 1/h.
Pagina 211
15 Redundante systemen Afbeelding 139 Bedradingsschema van reksysteem (niet-redundant) SUPREMATouch...
Het toevoegen van de benodigde modules voor redundant ontwerp mag alleen spanningsvrij worden uitgevoerd, d.w.z. het hele SUPREMATouch-systeem moet worden uitgeschakeld. Het daaropvolgende reboot moet worden uitgevoerd met inachtneming van de nodige stappen voor configuratie en het instellen van parameters. Bij de modificatie moeten de richtlijnen voor de omgang met elektrostatisch gevoelige componenten worden opgevolgd! Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
Pagina 213
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. De MGO-module installeren Voordat de modules worden geplaatst moet het SUPREMA-systeem spanningsvrij zijn. De module moet worden geconfigureerd via schakelaars voor de CAN-B-bus, zie hoofdstuk 12.6 Module configuratie. SUPREMATouch...
Pagina 214
MRC TS-modules aangesloten op Plug A met een 40-weg lintkabel via de toepasselijke MUT-module op de achterzijde van het rek. De 40 stuuruitgangen van de MGO-module van kanaal B worden op de MRC TS-modules aangesloten op Plug B met een 40-weg lintkabel via de toepasselijke MUT-module op de achterzijde van het rek. SUPREMATouch...
Pagina 215
CAN A. Logische uitbreiding MLE10 (met SIL-3-goedkeuringen) Deze module kan in redundante systemen worden geplaatst om speciale logische functies, schakelvertragingen, enz. te implementeren voor de 40 schakeluitgangen van een MGO-module. De logische uitbreiding MLE10 wordt aangesloten SUPREMATouch...
Als de configuratievermelding niet overeenkomt met de systeemstatus, wordt een SYSTEM fail [SYSTEEM storing] aangegeven na het opstarten. Na het aansluiten van de modules, moet de configuratie die is opgeslagen in het SUPREMATouch-geheugen worden bijgewerkt in overeenstemming met de systeemstatus. Zie hoofdstuk 12.6 Module configuratie...
Controle van de signaalverwerking/alarmen Als het opstarten is geslaagd en de systeemparameters zijn ingesteld, moet een functionele controle worden uitgevoerd: • Activeer alarmen door testgas toe te voeren. • Test van de functies van de schakeluitgang volgens de relaisconfiguratie. SUPREMATouch...
16 Sensorgegevens Sensorgegevens De volgende typen transmitters en detectors kunnen worden aangesloten op het SUPREMATouch-systeem: Benaming Moduletype Meetprincipe Gebruik Actief Passief D-7010** MAI30 katalytisch D-7100** MAI30 katalytisch DF-7010** MAI30 katalytisch DF-7100** MAI30 katalytisch DF-8201** MAI30 halfgeleider DF-8250** MAI30 halfgeleider DF-8502**...
Detector stopgezet OPMERKING Overige types sensoren mogen alleen in combinatie met de SUPREMATouch worden gebruikt na overleg met MSA. Individuele sensoraansluitingen worden beschreven in de volgende hoofdstukken. Passieve detectors en transmitters worden bewaakt door SUPREMATouch op open circuit of kortsluiting en deze storingen worden gerapporteerd zoals wordt weergegeven.
Kortsluiting op de MAT (TS)-module Bedrading ‐X1/1/ ‐ X1/2 Storingsaanduiding Kortsluiting bij max. kabellengte Bedrading ‐X1/1/ ‐ X1/2 Storingsaanduiding 16.2 4-20 mA (3-draads) Afbeelding 145 De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. Aansluitingsmodule MAI30 (actief; 3‐draads; 4–20 mA; current source) Sensorsimulatiemodule 4–20 mA (bestelnr.: 10030262) SUPREMATouch...
Bedrading ‐X1/1/ Bedrading ‐X1/2/ module ‐X1/2 ‐X1/4 ‐X1/4 Storingsaanduiding Kortsluiting bij max. Bedrading ‐X1/1/ Bedrading ‐X1/1/ Bedrading ‐X1/2/ kabellengte ‐X1/2 ‐X1/4 ‐X1/4 Storingsaanduiding 16.3 4-20 mA met ext. voeding Afbeelding 146 De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. SUPREMATouch...
Pagina 222
Bedrading ‐X1/1 Bedrading ‐X1/4 Losgekoppelde stekker van MAT module (TS) Storingsaanduiding Open circuit bij max. kabellengte Bedrading ‐X1/1 Bedrading ‐X1/4 Storingsaanduiding Kortsluiting op de MAT (TS)-module Bedrading ‐X1/1/ ‐ X1/4 Storingsaanduiding Kortsluiting bij max. kabellengte Bedrading ‐X1/1/ ‐ X1/4 Storingsaanduiding SUPREMATouch...
1000 m (bij dwarsdoorsnede per draad van 1,5 mm Kabeldiameter 7–12 mm Toegestane diameter per draad 1,0–2,5 mm Aansluitdoos Ex d 2 x 3/4“ NPT Bestelnr.: 10051080 Aansluitdoos Ex e 2 x M25 x 1,5 mm Bestelnr.: 10051091 Gebruiksvoorwaarden Montage Wandmontage SUPREMATouch...
Zie de componentenlijst voor goedgekeurde gastypen, meetbereiken, lagere alarmniveaus en voorwaarden voor kalibratie (bestelnr.: D0792420) Mogelijke andere gastypen en meetbereiken op aanvraag. Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: Signaalstoring (FAIL-LED) Alarm-LEDs, Signaal overschreden, Signaalstoring (FAIL‐LED) XXX= alleen alarmen XXXX= geen invloed op werking SUPREMATouch...
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot gering of matig letsel. De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. De bruggen ‐X1/1 ‐X1/2 en ‐X1/4 ‐X1/5 kunnen ook worden ingesteld als soldeerjumpers op de MAT10- resp. MAT10 TS-module. Aansluitingsmodule MAI30/passief/5‐draads/Constante stroom/Voorinstelling vereist Sensorsimulatiemodule WT (= katalytische ontbranding) (bestelnr.: 10030263) SUPREMATouch...
Pagina 226
Meetbereik niveau Ua = 1950-2100 mV of met de waarde van de bestaande gasconcentratie volgens: Ua (mV) = C / 100 * 1600 + 400 C = spangasconcentratie in % van meetbereik Opwarmingstijd 15 min. voor voorinstelling, 2 uur voor kalibratie Functietest Toevoer van spangas via: SUPREMATouch...
‐ ng ‐ ng ‐ ng ‐ kabellengte X1/1/‐ X1/1/‐ X1/1/‐ X1/1/‐ X1/2/‐ X1/2/‐ X1/2/‐ X1/3/‐ X1/3/‐ X1/4/‐ X1/2 X1/3 X1/4 X1/5 X1/3 X1/4 X1/5 X1/4 X1/5 X1/5 Storingsaandui XXXX XXXX ding 16.6 Serie 47K-HT (3-draads) Bestelnr.: volgens bestelformulier SUPREMATouch...
Pagina 228
Aansluitdoos II 2 G Ex e II/PTB 00 ATEX 1063 Bestelnr.: 10062674 Wandhoekbeugel met aansluiting van potentiaalvereffening Bestelnr.: 10048829 Constante kabellengte van sensor 2,0 m Gebruiksvoorwaarden Montage Wandmontage Explosiebeveiliging/Sensor II 2 G Ex d IIC T3 (-40 °C tot +160 °C)–HT SUPREMATouch...
Pagina 229
Open circuit op de MAT Bedrading ‐ Bedrading ‐ Bedrading ‐ Brug - Brug - Losgekoppelde (TS)-module X1/2 X1/2 X1/4 X1/1/ - X1/4/ - stekker van MAT (TS) X1/2 X1/5 Storingsaanduiding Open circuit bij max. Bedrading ‐ Bedrading ‐ Bedrading ‐ SUPREMATouch...
De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. De bruggen ‐X1/1 ‐X1/2 en ‐X1/4 ‐X1/5 kunnen ook worden ingesteld als soldeerjumpers op de MAT10 TS-module. Aansluitingsmodule MAI30/passief/3‐draads/Constante stroom/Voorinstelling vereist Sensorsimulatiemodule WT (= katalytische ontbranding) (bestelnr.: 10030263) Aansluitgegevens Brugstroom 300 mA Maximum nominale stroom 350 mA Stroomverbruik 1,0 W typisch (zonder kabellengte) SUPREMATouch...
Pagina 231
Zie de componentenlijst voor goedgekeurde gastypen, meetbereiken, lagere alarmniveaus en voorwaarden voor kalibratie (bestelnr.: D0792420) Mogelijke andere gastypen en meetbereiken op aanvraag. Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: Signaalstoring (FAIL-LED) Alarm-LEDs, Signaal overschreden, Signaalstoring (FAIL‐LED) XXX= alleen alarmen XXXX= geen invloed op werking SUPREMATouch...
Pagina 233
Alarm Alarmmelding EINDELIJN-weerstand 2K2 aangesloten volgens bedradingsschema Weerstand 1,0 K 1% 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 4 RESET Alarmmelding verdwijnt, normale werking. Storingsmelding verschijnt na maximaal 45 s. Sluit draadjumper aan tussen aansluitklemmen 3 en 4 SUPREMATouch...
Drukknopdetector; max. 20 stuks, aansluiting volgens handleiding van de drukknopdetector Eindelijn-weerstand 2K2 / 0,5 W Serieweerstand 2K2 / 0,5 W De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. Aansluitingsmodule: MAI30/MGI30 Aansluitgegevens Maximum nominale stroom 42 mA Maximum nominale spanning 22 V Stroomverbruik Ø 1,5 W (inclusief kabellengte) SUPREMATouch...
Pagina 235
Weerstand 1,0 K 1% 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 4 RESET Alarmmelding verdwijnt, normale werking. Na max. 45 s verschijnt de storingsmelding. Sluit draadjumper aan tussen aansluitklemmen 3 en Open circuit van lijn Storingsmelding EINDELIJN-weerstand 2K2 niet aangesloten Kortsluiting lijn Storingsmelding EINDELIJN-weerstand kortgesloten SUPREMATouch...
Maximum nominale spanning 22 V Stroomverbruik ≤1,5 W (inclusief kabellengte) Type kabel 2-draads, 80 % afgeschermd Maximum lusweerstand 50 ohm (kabelweerstand) Maximum kabellengte 2000 m (dwarsdoorsnede per draad van 1,5 mm Toegestane diameter per draad 0,5–2,5 mm Gebruiksvoorwaarden Montage Wandmontage SUPREMATouch...
Pagina 237
Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema EINDELIJN-weerstand kortgesloten Interruptie van de voedingsspanning Storingsmelding na max. 45 s Externe voeding 23-32 V niet aangesloten EINDELIJN-weerstand 2K2 aangesloten volgens bedradingsschema Lekstroom Storingsmelding Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens De spanning van aansluitklem 1-2 moet SUPREMATouch...
Indicatie van lekstroom. In geval van storing is de OPEN COLLECTOR-transistor geleidend naar aansluitklem 5. De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. Aansluitingsmodule: MAI30 Aansluitgegevens Maximum nominale stroom 42 mA Maximum nominale spanning 22 V Stroomverbruik ≤ 1,5 W (inclusief kabellengte) Type kabel 2-draads, 80 % afgeschermd SUPREMATouch...
Pagina 239
Weerstand 1,0 K 1% 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 44 RESET Normale werking Sluit draadjumper aan tussen aansluitklemmen 3 en 4 Na max. 45 s verschijnt de storingsmelding. Open circuit van lijn Storingsmelding Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema SUPREMATouch...
Pagina 240
De spanning van aansluitklem 1-2 moet bedradingsschema EINDELIJN-weerstand 2K2 >22 zijn. aangesloten volgens bedradingsschema Weerstand 10 K 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 1 en 2. Weerstand 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
≤ 1,5 W (inclusief kabellengte) Type kabel 2-draads, 80 % afgeschermd Maximum lusweerstand 50 ohm (kabelweerstand) Maximum kabellengte 2000 m (dwarsdoorsnede per draad van 1,5 mm Toegestane diameter per draad 0,5–2,5 mm Gebruiksvoorwaarden Montage Wandmontage Beschermingsklasse IP 42 conform DIN 400 50 SUPREMATouch...
Pagina 242
Storingsmelding Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema EINDELIJN-weerstand 2K2 niet aangesloten Kortsluiting lijn Storingsmelding Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema EINDELIJN-weerstand kortgesloten Interruptie van de voedingsspanning Storingsmelding na max. 45 s Externe voeding 23-32 V niet aangesloten SUPREMATouch...
*1 gespecificeerd worden. Indicatie van lekstroom. In geval van storing is de OPEN COLLECTOR-transistor geleidend naar aansluitklem 5. De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. Aansluitingsmodule: MAI30 SUPREMATouch...
Pagina 244
Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema EINDELIJN-weerstand 2K2 aangesloten volgens bedradingsschema Weerstand 1,0 K 1% 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 4 RESET Normale werking Sluit draadjumper aan tussen aansluitklemmen 3 en 4 Na max. 45 s verschijnt de storingsmelding. SUPREMATouch...
Pagina 245
Spanningsaansluitklemmen 1-2 moeten bedradingsschema 23-32 V zijn EINDELIJN-weerstand 2K2 aangesloten volgens bedradingsschema Weerstand 10 K 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 1 en 2 Weerstand 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
Maximum nominale spanning 22 V Stroomverbruik ≤ 1,5 W (inclusief kabellengte) Type kabel 2-draads, 80 % afgeschermd Maximum lusweerstand 50 ohm (kabelweerstand) Maximum kabellengte 2000 m (dwarsdoorsnede per draad van 1,5 mm Toegestane diameter per draad 0,5–2,5 mm Gebruiksvoorwaarden Montage Wandmontage SUPREMATouch...
Pagina 247
Na max. 45 s verschijnt de storingsmelding. Open circuit van lijn Storingsmelding Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema EINDELIJN-weerstand 2K2 niet aangesloten Kortsluiting lijn Storingsmelding Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema EINDELIJN-weerstand kortgesloten Interruptie van de voedingsspanning Storingsmelding na max. 45 s SUPREMATouch...
Eindelijnweerstand 2K2 / 0,5 W moet worden gemonteerd in de laatste montagesteun van het circuit van het detectiegebied of in de draagbare detector volgende de documenten die in *1 gespecificeerd worden. Indicatie van lekstroom. In geval van storing is de OPEN COLLECTOR-transistor geleidend naar aansluitklem 5. SUPREMATouch...
Pagina 249
Weerstand 10 K 0,5 W aansluiten tussen <0,1 V zijn. aansluitklemmen 1 en 2 Alarm Alarmmelding Externe voeding 23-32 V aangesloten volgens bedradingsschema EINDELIJN-weerstand 2K2 aangesloten volgens bedradingsschema Weerstand 1,0 K 1% 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 4 SUPREMATouch...
Pagina 250
Spanningsaansluitklemmen 1-2 moeten bedradingsschema 23-32 V zijn EINDELIJN-weerstand 2K2 aangesloten volgens bedradingsschema Weerstand 10 K 0,5 W aansluiten tussen aansluitklemmen 1 en 2 Weerstand 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
Gewicht 17.3 MAT-module: analoge aansluitklemmodule Aantal meetkopaansluitingen Aantal aansluitingen per meetpunt Toegelaten draaddwarsdoorsnede 1,5 mm Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 125 x 50 mm Gewicht 155g 17.4 MAO20-module: analoge uitgangseenheid Bedrijfsspanning 19-32 VDC SUPREMATouch...
100 x 160 mm Gewicht 125g 17.7 MDC-module: Beeldschermverbinding Bedrijfsspanning (3 x 24 VDC) 14-32 VDC Bedrijfsstroom 40 mA Insteekconnector 50-kanaals lintkabel Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 100 x 160 mm Gewicht 100g SUPREMATouch...
Relaisstuurtrapvoeding INT, EXT, BAT 19-32 VDC Maximale ingangsstroom (24V- 12 A aansluitklemmen) Stroomverbruik bij geen signaal (alle 95 mA bij 24 V uitgangen uit) Uitgangsstroom 300 mA/uitgang typisch Maximale stroom 1 uitgang Maximale stroom 1 stuurtrap 2 A (4 x 500 mA) SUPREMATouch...
Relaisbedrijfsstroom 5 x MRO 16 TS 560 mA Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 90 x 153 x 65 mm Gewicht 180g 17.14 MRD-module: Dummy relais • Simuleert de belasting geleverd door een relaisuitgangsmodule (MRO). SUPREMATouch...
Relaisbedrijfsstroom 7 mA Contacttype normaal open Contactbelastingscapaciteit Zie gegevens relaiscontact Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 90 x 103 x 65 mm Gewicht 201g 17.18 MRO20 8 TS Relaisbedrijfsspanning 19-32 VDC Relaisbedrijfsstroom 16 mA SUPREMATouch...
Gegevens relaiscontact (MRO 20-8(16)-TS) Maximale schakelspanning AC 250 / 400 VAC Nominale stroom Maximale schakelstroom - AC spanning 2000 VA - DC spanning (vanaf de 24 VDC/5 A belastingslimietcurve) 50 VDC/5 A 100 VDC/0,4 A Minimale schakelstroom 24 VDC/100 mA SUPREMATouch...
Gewicht 850g 17.23 MST20-module: Systeemaansluitklemmen Maximale toegelaten draaddiameter 1,5 mm Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 125 x 76 mm Gewicht 190g 17.24 Gegevens relaiscontact (MRO10) Maximale schakelspanning 250 VAC 250 VDC Nominale stroom SUPREMATouch...
Pagina 259
17 Technische gegevens Maximale schakelstroom - AC spanning 1500 VA - DC spanning (vanaf de 24 VDC/3 A belastingslimietcurve) 50 VDC/0,3 A 100 VDC/0,1 A Minimale schakelstroom 6 VDC/1 A 12 VDC/100 mA 24 VDC/1 mA SUPREMATouch...