Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

MSA SUPREMATouch Gebruiksaanwijzing pagina 40

Verberg thumbnails Zie ook voor SUPREMATouch:
Inhoudsopgave

Advertenties

Alle parameterwijzigingen met de hieronder beschreven menuonderdelen zijn van toepassing op de
relaisuitgang die geselecteerd is in het Relay [Relais] veld.
Veld
Veldtype
Relay [Relais]
Selectie
Label
tekst, 10
karakters,
standaard leeg
Normal run
Selectie,
[Normale run]
standaard is
gesloten circuit
Knipperend
Selectievakje,
standaard niet
ingesteld
Nieuw alarm
Selectievakje,
standaard niet
ingesteld
Puntgebaseerd
Selectievakje,
voting
standaard niet
ingesteld
Voting
Geheel getal,
(Alarmlogica)
bereik is 1 tot
het aantal
geselecteerde
condities;
standaard 1
NL
Functie
Bevat een lijst met alle beschikbare relaisuitgangen. Nadat een uitgangsnummer
is geselecteerd, wordt de rest van het venster gevuld als er al instellingen voor die
uitgang zijn ingevoerd. Als een uitgangsnummer wordt geselecteerd dat nog niet
is ingesteld, blijven de instellingen van de laatst weergegeven uitgang staan en
worden deze gebruikt als de voorlopige instellingen van de nieuwe uitgang.
Hierdoor is het gemakkelijk om de instellingen te kopiëren van één uitgang naar
een andere. Als er een uitgang wordt weergegeven die nog niet is
geconfigureerd, worden standaardwaarden gebruikt als de voorlopige
instellingen. Dit invoerveld kan worden benaderd zonder sleutelschakelaar of
wachtwoord als er een uitgang wordt geselecteerd waarvan de parameters al zijn
ingesteld. Als een getal wordt ingevoerd dat nog niet eerder is gebruikt, is
autorisatie door middel van een wachtwoord of sleutelschakelaar vereist. Bij de
eerste keer openen bevat het veld de relaisuitgang die als laatste is geselecteerd
in het venster Measuring Points [Meetpunten].
Voer een klantspecifieke aanduiding in voor de geselecteerde relaisuitgang.
Stel de bedrijfsmodus van de geselecteerde relaisuitgang in:
• Gesloten circuit (normaal bekrachtigd): de relaisspoel is bekrachtigd in de
geen-alarmstatus en niet-bekrachtigd in alarmstatus.
• Open circuit (normaal niet-bekrachtigd): de relaisspoel is niet-bekrachtigd
in de geen-alarmstatus en bekrachtigd in alarmstatus.
Indien ingeschakeld, knippert de relais met een frequentie van ca. 0,5 Hz indien
geactiveerd totdat het alarm wordt bevestigd. Deze functie werkt niet in
combinatie met de blokkeervoorwaarde.
Indien ingeschakeld, kan de relaisuitgang worden ingesteld op de status
gedefinieerd door het invoerveld Normale Run, door de geselecteerde condities
te bevestigen, zelfs als de condities nog steeds uitstaan.
Indien ingeschakeld, wordt het tellen voor voting gedaan door tellen van de
uitgevoerde meetpunten in plaats van de uitgevoerde voorwaarden.
De hier ingevoerde waarde is van toepassing op de hierboven beschreven
configuratievoorwaarden. Optionele statuscombinaties (alarm, storing en
blokkeren) kunnen worden gevormd wanneer de geselecteerde relaisuitgang
geconfigureerd wordt. De numerieke waarde hier geselecteerd bepaalt aan
hoeveel van de voorwaarden moet worden voldaan die geconfigureerd zijn met
de selectievakjes voordat de geselecteerde relaisuitgang wordt geschakeld. Het
aantal met de selectievakjes ingevoerde voorwaarden wordt weergegeven in het
veld naast de voting die wordt geconfigureerd.
De volgende koppelingstypes kunnen op deze manier worden gevormd:
Enkelvoudige koppeling (1 van 1): er is exact één voorwaarde ingesteld en de
waarde 1 is ingevoerd als de voting.
"Of"-koppeling: (1 van m) Er zijn meerdere voorwaarden ingesteld en de
SUPREMATouch
4 Systeemparameters invoeren
40

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave