Pagina 1
Gebruiksaanwijzing General Monitors S5000 Gasmonitor Bestelnr.: MANS5000/08 Drukspec.: 10000005389 (EO) CR: 800000055072 MSAsafety.com...
Pagina 2
“Typebeschrijving” en Testmethode” - bijlagen bij het Modelgoedkeuringscertificaat van het meetinstrument, geldig in de landen van gebruik. MSA is een geregistreerd handelsmerk van MSA Technology, LLC, in de VS, Europa en andere landen. Ga voor alle andere merken naar https://us.msasafety.com/Trademarks.
Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Correct gebruik Productgarantie Omschrijving Weergave Geen interface voor gereedschap Bluetooth® draadloze technologie Dubbele detectie Installaties opnieuw aanbrengen XCell sensoren geoptimaliseerd voor vastopgestelde gastoepassingen TruCal detectietechnologie voor CO en H2S elektrochemische sensoren SafeSwap Behuizing 2.10 Overzicht componenten 2.11 Overzicht labels Installatie Waarschuwingen bij installatie - Lezen voorafgaand aan installatie Verzending controleren en productmodel verifiëren...
Veiligheidsvoorschriften Correct gebruik De S5000-gasmonitor, hierna ook toestel genoemd, is een gasmonitor voor het meten van toxische en brandbare gassen en zuurstof. Met behulp van sensoren test het toestel de omgevingslucht. Zodra een gas een bepaalde concentratie overschrijdt, gaat er een alarm af.
Pagina 6
1 Veiligheidsvoorschriften • Langdurige blootstelling van de digitale H S-sensor aan vochtigheidsniveaus van 5% RL of lager leidt tot een gasmeetwaarde van H S die groter is dan de werkelijk aanwezige gasconcentratie. • Het is niet raadzaam om de digitale O -, H S- en Co-sensoren bloot te stellen aan omgevingen met een zuurstofniveau van meer dan 30% (v/v) of minder dan 5% (v/v).
ARTIKEL GARANTIEPERIODE S5000-gasmonitor MSA garandeert dat dit product vrij zal zijn van mechanische defecten en gebrekkige afwerking gedurende de periode die voor ieder onderdeel in deze tabel gespecificeerd wordt, op voorwaarde dat het onderhouden en gebruikt wordt overeenkomstig de instructies en/of aanbevelingen van MSA.
Pagina 8
1 Veiligheidsvoorschriften De koper begrijpt vooral en gaat ermee akkoord dat de verkoper onder geen enkele omstandigheid aansprakelijk jegens de koper zal zijn voor economische, speciale, bijkomende of gevolgschade of voor welk verlies dan ook, inclusief maar niet beperkt tot, verlies van voorziene winsten en ander verlies veroorzaakt door het niet-functioneren van de goederen. Deze uitzondering geldt voor claims m.b.t.
Afbeelding 1 Hoofddisplay S5000 Naast het rode leddisplay, gebruikt de S5000 zes pictogrammen om de status aan te geven. Een groene led geeft de voedingsstatus aan. Een gele driehoek en een rode bel geven storingen of alarmen, respectievelijk alarmtoestanden aan.
HART-communicatie de informatie voor beide sensoren. Installaties opnieuw aanbrengen Bij de S5000 zijn de kabeldoorvoeropeningen in exact dezelfde richting en afstand tot de wand geplaatst en de montagegaten voor bevestiging aan een wand zijn gelijk aan die van de detectoren uit de S4000-serie. Gebruikers kunnen de bestaande bedrading hergebruiken voor extern gemonteerde sensoren.
De S5000 wordt geleverd met gepatenteerde SafeSwap-technologie, waarmee gebruikers XCell-sensoren kunnen verwisselen of vervangen zonder het toestel te hoeven uitzetten. De functie Swap Delay van de S5000 is standaard ingeschakeld: zo hebben gebruikers 2 minuten de tijd om sensoren te verwisselen zonder dat er een storing wordt gegenereerd.
Het niet opvolgen van deze waarschuwingen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Behuizing De S5000 wordt geleverd in RVS 316 met de hoogste corrosiebestendigheid. Alle behuizingen hebben kabeldoorvooropeningen van ¾” NPT. Aangepaste labels zijn leverbaar en kunnen eenvoudig aan een integrale ring worden bevestigd.
• Dicht alle ongebruikte kabeldoorvoeropeningen af met geschikte gecertificeerde blindpluggen/stoppen. • Verf het toestel niet. Verf niet in zones waarin zich de S5000 en de aansluitkast van de externe sensor bevinden. Wanneer er moet worden geverfd in een gebied waarin zich een S5000 of externe sensor bevindt, zorg er dan voor dat er geen verf komt op de sensorinlaatfitting.
Controleer de verpakking om het sensortype en de opties te verifiëren. Afbeelding 9 Verzendlabel Passieve, digitale en IR-sensoren zijn bij verzendig op de S5000 bevestigd. Passieve en Ir-sensoren zijn eendelige sensoren. Digitale sensoren bestaan uit twee delen: de sensorlichaamassemblage en de XCell-sensor.
De optimale locatie van een sensor hangt af van installaties in de omgeving, zoals pijpen, kleppen of turbines. MSA heeft een service voor het in kaart brengen van gas- en vlamdetectielocaties, waarbij systematisch mogelijke lekbronnen worden beoordeeld en geeft advies over het aantal en locaties van detectors voor het meest effectieve detectiesysteem.
Pagina 19
Passieve sensoren zijn bij verzending al bevestigd en elektrisch bekabeld op het toestel. Op één S5000 kan slechts één passieve sensor worden gebruikt, en deze zijn niet uitwisselbaar met andere passieve sensoren of digitale sensoren.
Als u een tweede sensor gebruikt, sluit u deze aan op de tweede sensorpositie. OPMERKING Als u maar één sensor gebruikt en u deze aansluit op de positie “Sensor 2”, dan verschijnt op de S5000 de storing Sensor ontbreekt. Lees Sensor uitschakelen in 4.2.2 Sensor instellen...
6. Controleer of de sensoraansluiting stevig op de klemmenkaart is bevestigd. 7. Verbind de aarde van de sensor met een van de aardingsschroeven in de S5000-behuizing. 8. Stel de analoge uitgang met een pincet, schroevendraaier met platte kop of een vergelijkbaar gereedschap in op SOURCE of SINK.
3.4.7 Aanpasbare buismontage Om de S5000 te monteren op buizen met een diameter van 20-150 mm kunt u een universele buismontagekit (onderdeelnr. 10176946) gebruiken. Er worden twee beugels gemonteerd over de bovenkant van de geïntegreerde montagepunten en aangebracht met instelbare buisband (niet inbegrepen).
Voor een goede kalibratie moet de luchtstroom in de leiding nul zijn. Afbeelding 17 Montageset voor platte leidingen Afbeelding 18 Montageset voor ronde leidingen 3.4.9 Montage met zonwering Een zonwering is vereist om de S5000 te beschermen tegen direct zonlicht (onderdeelnummer 10180254). De zonwering kan bij alle montageconfiguraties worden gebruikt.
Afbeelding 20 Zonwering met universele buismontage 3.4.10 Monteren met een SM5000-bemonsteringsmodule Een aanzuigpomp (ond.nr. 10158101) en een DC-pomp (ond.nr. 10043264) zijn leverbaar voor gebruik met de S5000 met de digitale sensor. Meer informatie over de montage-eisen en gebruik met de SM5000-bemonsteringsmodules vindt u in de...
S5000-transmitter worden aangesloten. De aansluitkast is leverbaar in roestvrij staal van klasse 316. Sensoren kunnen tot een afstand van 100 m tot de transmitterbehuizing worden gemonteerd, op voorwaarde dat de S5000- transmitter wordt gemonteerd binnen de maximale afstand vanaf de voeding, zoals aangegeven in...
Waarschuwingen elektriciteit - Lezen voordat u de voeding aansluit WAARSCHUWING! • Voordat u de S5000-transmitter bedraadt, moet u de voeding naar de transmitter afsluiten en controleren dat er geen gevaarlijke atmosfeer heerst; anders is een elektrische schok of ontsteking van gevaarlijke gassen mogelijk.
3 Installatie • Sluit niets aan op de in- of uitgang van het moederbord, de aansluitkast of relaisaansluitingen van de S5000 terwijl het toestel onder spanning staat. Het tot stand brengen van aansluitingen onder spanning kan een elektrische schok of ontsteking van een gevaarlijke atmosfeer veroorzaken.
De S5000 heeft een vieraderige voedingsklem, één vieraderige communicatieklem en drie vieraderige sensorklemmen. Relais kunnen als optie worden toegevoegd. Aansluitklemmen voor voeding en relais zijn geschikt voor kabels tot 12 AWG, de overige klemmen zijn geschikt voor kabels tot 14 AWG. Er zijn ook vier geleiders nodig voor de S5000-aansluitkast op afstand.
Pagina 29
3 Installatie Tabel 1 Maximale montageafstand voor lokale sensoren, imperiaal stelsel Lokale sensor 1 Lokale sensor 2 Max. Max. Afstand (ft) vermogen 18 AWG 16 AWG 14 AWG 12 AWG Passieve CB Geen 1280 2030 3230 5130 Passieve MOS Geen 10,8 1130 1790...
Pagina 30
3 Installatie Afbeelding 25 Lokale en externe sensoren Tabel 3 Maximale montageafstand voor lokale en externe sensoren, imperiaal stelsel Externe sensor Lokale sensor Max. Max. Afstand (ft) vermogen 18 AWG 16 AWG 14 AWG 12 AWG Passieve CB Geen 1240 1970 3140 4990...
Pagina 31
3 Installatie Tabel 4 Maximale montageafstand voor lokale en externe sensoren, metriek stelsel Externe Lokale Max. Max. afstand (m) sensor sensor vermogen 1 mm 1,5 mm 4 mm Passieve CB Geen 1150 1840 Passieve MOS Geen 11,2 1010 Digitale CB Geen 1150 1840...
Pagina 33
Instructies voor voeding en analoge uitgang WAARSCHUWING! Lees alle waarschuwingen inzake elektriciteit en voorschriften voor bekabeling voordat u de S5000 aansluit op de voeding. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Om het aansluiten van de voeding te vergemakkelijken is voor de analoge HART-uitgang en de voeding stekkers voorzien.
Zorg dat de elektronica-assemblage volledig in de montagegaten ingrijpt. Het niet goed ingrijpen kan de werking van de aanraakinterface negatief beïnvloeden. Zorg ervoor dat het glasoppervlak aan de binnenzijde van de S5000 vrij is van vlekken/vuil en vet. Vuil en vet kunnen de aanraakinterface van het display verstoren.
Pagina 35
Als u wisselstroom gebruikt, mogen de relaisdraden niet in dezelfde kabelgoot- of -bak lopen als de gelijkstroom naar de S5000 of de S5000-aansluitkast. Er moet een gescheiden draadingang op het toestel worden gebruikt voor wisselstroom aangesloten op de relais. De S5000 is geconstrueerd met een extra draadingang hiervoor.
De storingsrelaisstatus kan niet worden hergeconfigureerd. Bekrachtigingsstatus en klemaansluitingen relais De relaistoestanden van de S5000 zijn gemarkeerd voor de niet-bekrachtigde standaardtoestand. De bekrachtigingsstatus voor alarm/waarschuwing kunt u op het toestel wijzzigen, waarmee u de normaal open en normaal gesloten klemmen verwisselt.
• Opwarming van sensoren • Wachten De S5000 blijft in de opstartmodus waarin het storingsrelais niet bekrachtigd is en de analoge uitgang standaard 3,5 mA is. Hoe lang de S5000 in de opstartmodus blijft, is afhankelijk van de sensor. Zie 4.1.2 Opwarmingstijden van de sensor voor details over de opstarttijden van elke S5000-sensor.
4.1.3 Opstarten na een stroomstoring Als de voeding van de S5000 wordt onderbroken, worden alle instellingen opgeslagen in het interne geheugen. Als de voeding van het toestel hersteld is, worden dezelfde instellingen als voor de stroomonderbreking weer gebruikt. Om de instellingen te controleren gaat u het menu bij langs of kijkt u in de X/S Connect-app.
4 Werking 4.2.1 Instrumentinstellingen De volgende instellingen worden opgeslagen in het geheugen van het toestel en worden niet gewijzigd als het type sensor wordt gewijzigd. 1. Scroll naar Instellingen. 2. Selecteer Instrument. 3. Selecteer om het menu te openen.
Pagina 44
- Sensoren voor uitsluitend Klasse 1 Categorie 2 hebben geen vlamvertrager (ook wel frit genoemd). Grove draden op de sensorassemblage en het sensorlichaam worden gebruikt ter voorkoming dat een klant deze installeert in een sensorlichaam van Klasse 1 Categorie 1. - Analoge uitgang voor standaardbereik en -alarmen - De displayresolutie kan niet worden geconfigureerd - TruCal niet beschikbaar - Met Adaptive Environmental Compensation (AEC, adaptieve omgevingscompensatie) - Met AEC en diffusiesupervisie General Monitors S5000...
Pagina 45
0-100 % LEL 13,6 Toenemend Vastgezet op 50% LEL Butaan Niet-zelfh (R37) IR400 0-100 0-10,0 13,6 Toenemend Vastgezet op 50% LEL Ethaan Niet-zelfh (R38) IR400 0-100 0-50,0 13,6 Toenemend Vastgezet op 50% LEL Hexaan IEC Niet-zelfh (R45) General Monitors S5000...
Pagina 46
Vastgezet op 15000 ppm Kooldioxide Niet-zelfh (R54) IR700 0-50000 0-50000 15000 30000 13,6 Toenemend 25000 2500 47500 Vastgezet op 25000 ppm Kooldioxide Niet-zelfh (R55) - Analoge uitgang voor standaardbereik en -alarmen - De displayresolutie kan niet worden geconfigureerd General Monitors S5000...
Pagina 47
* Aangegeven gascode met goedkeuring van de gasprestaties zoals vastgelegd in de productcertificeringen. Passieve katalytische laag met goedkeuring van gasprestaties voor methaan, propaan, butanol, nonaan en ethyleen. Sensor moet dienovereenkomstig gekalibreerd worden. Zie 5 Kalibratie voor meer details. General Monitors S5000...
Pagina 48
Sensor uitschakelen (alleen voor digitale sensoren) Bij het verwijderen van een sensor uit de transmitter terwijl de stroom nog aan staat, gaat de S5000 in storing Sensor ontbreekt nadat de periode van twee minuten voor Swap Delay (Verwisselvertraging) is verlopen (indien ingeschakeld). Als Verwisselvertraging is uitgeschakeld, gaat de transmitter direct naar de storing Sensor ontbreekt, nadat de sensor uit de transmitter is verwijderd.
Pagina 49
4. Raak de knop aan om te schakelen naar de gewenste status. 5. Selecteer "Klaar?". Om een reeds geïnstalleerde sensor te verwijderen, moet de sensor eerst worden verwijderd. De sensor kan niet worden uitgeschakeld als deze op de transmitter is geïnstalleerd. Het toestel kan alleen een sensor worden uitgeschakeld nadat de transmitter naar storing Sensor ontbreekt is gegaan.
Pagina 50
Het waarschuwingsniveau instellen en of een waarschuwing vasthoudend of niet vasthoudend is. 1. Ga naar het menu Sensor instellen en selecteer "Klaar?" totdat Waarschuwing wordt weergegeven. Waarschuwing beweegt over het scherm en het huidige waarschuwingsniveau wordt weergegeven. 2. Houd uw vinger op de knop om snel langs de waarden te gaan of raak de knop herhaaldelijk aan om de waarden langzamer bij langs te gaan.
De huidige status (ingeschakeld/uitgeschakeld) wordt weergegeven. 4. Raak de knop aan om te schakelen naar de gewenste status. 5. Selecteer "Klaar?". Sensorreset - Laatste optie van Sensor instellen OPMERKING De sensor gaat naar storing Sensorconfiguratie resetten (F007) en moet worden gekalibreerd na een sensorreset. Alle instellingen, inclusief Alarminstelpunt en Kalibratiewaarden, gaan terug naar de fabrieksinstellingen.
Pagina 52
Afbeelding 29 Relaisadres gemeenschappelijke modus en alarmactivering De discrete modus maakt gescheiden actie voor elke sensor mogelijk. Relais 1 wordt geactiveerd door alarmen van sensor 1 en relais 2 wordt geactiveerd door alarmen van sensor 2 Afbeelding 30 Relaisadres discrete modus en alarmactivering Hoornmodus maakt het mogelijk om lokaal een door een relais geactiveerde hoorn te bevestigen, terwijl de alarmstatus nog van kracht is.
Afbeelding 31 Relaisadres hoornmodus en alarmactivering Bekrachtigd/Niet-bekrachtigd 1. Relais 1 en Relais 2 beweegt afwisselend over het scherm. 2. Raak de knop aan als Relais 1 of Relais 2 wordt weergegeven. 3. Raak de knop aan om de huidige instelling te zien (bekrachtigd/niet-bekrachtigd). 4. Door de knop nogmaals aan te raken schakelt u tussen de instellingen. 5.
X/S Connect-app. De blauwe led links op het display van de S5000 gaat knipperen als een toestel gekoppeld is. Zodra een toestel gekoppeld is met een S5000, kan de gebruiker op afstand met deze S5000 verbinding maken zonder wachtwoord, tenzij er daarna meer dan 25 andere toestellen worden gekoppeld met dezelfde S5000.
4. (Alleen de eerste keer) Voer de koppelcode op het display van de S5000 in. 5. (Alleen de eerste keer) Raak de knop op het display van de S5000 aan om het koppelen te accepteren. Beveiliging Bluetooth De Bluetooth verbinding is versleuteld en beveiligd met een unieke pincode van zes cijfers die moet worden bevestigd op het mobiele toestel en geaccepteerd op het display van de detector.
Nadat het aftellen van de sensor voltooid is, zal de analoge uitgang terugkeren om een actuele gaswaarde te rapporteren. Als een sensor na deze 2 minuten niet is aangesloten, zal de S5000 een storing melden. Alle XCell-sensoren beschikken over Swap Delay en hoeven niet van de stroom te worden afgehaald bij het verwisselen van de sensoren.
Pagina 57
Het scherm voor wachtwoordinvoer staat standaard op 0000 en is standaard uitgeschakeld. Als het wachtwoord kwijt is, belt u MSA Customer Service op +1-949-581-4464. 1. Houd uw vinger op de knop terwijl de menuselecties over het scherm bewegen.
1. Door een vinger op de knop te houden wordt een draaiende linkerpijl weergegeven, gevolgd door "wachtwoord". 2. Haal uw vinger weg als Wachtwoord UI wordt weergegeven. 3. In het invoerscherm voor het wachtwoord wordt 0 weergegeven en ieder cijfer knippert 4 seconden, te beginnen aan de linkerkant.
4. Raak de knop aan als Systeemtijd wordt weergegeven. De huidige datum en de huidige tijd bewegen achtereenvolgens twee keer over het scherm. 5. Als de huidige datum en tijd niet correct zijn, raakt u de knop aan als Tijd wijzigen wordt weergegeven. 6.
4.4.1 Aangepaste niveaus AO De S5000 biedt drie op de fabriek gedefinieerde niveaus voor de analoge uitgangen (AO): 0 mA met HART uitgeschakeld, of 3,5 mA en 1,25 mA met HART ingeschakeld. Gebruikers kunnen ook hun eigen aangepaste AO-niveaus specificeren voor iedere transmittermodus. Het onderhoudsniveau van de AO wordt gebruikt tijdens het opstarten, een algemene reset en het resetten van de transmitterinstelling.
Tabel 15 Standaardwaarden AO Modus HART HART Standaard Aangepa Aangepast 2 uitgeschakel (3,5 m ingeschakel st 1 standaard standaard HART (1,25 mA) Storing 0 mA 3,5 mA 1,25 mA 1,25 mA* Kalibratie en 1,5 mA 3,5 mA 1,5 mA 1,5 mA* 1,5 mA* (alle gascontrole andere sensoren)
Pagina 62
4.4.4 Alarmrichting Relais kunnen worden geactiveerd door een alarmdrempel als de gaswaarden oplopen of aflopen. De meeste toepassingen hebben toenemende alarmdrempels nodig, behalve zuurstofbewaking, dat is meestal een afnemend alarm. De alarmrichting voor zuurstofsensoren is standaard afnemend, of omlaag. De alarmrichting voor alle overige sensoren is standaard toenemend, of omhoog. De alarmrichting kan worden ingesteld op toenemend/omhoog of afnemend/omlaag.
Pagina 63
Ga voor plaatselijke contactpersonen van MSA naar MSAsafety.com...
Pagina 64
4.4.5 Alarm inschakelen/uitschakelen Gebruikers kunnen alarmen uitschakelen door deze instelling te wijzigen. De standaardinstelling is Ingeschakeld. Deze instelling kan worden gewijzigd in Ingeschakeld of Uitgeschakeld.
Pagina 65
Ga voor plaatselijke contactpersonen van MSA naar MSAsafety.com...
WAARSCHUWING! Gebruik nulgas om het nulpunt vast te stellen van de S5000-transmitter als er mogelijk een achtergrondgas aanwezig is. Anders verloopt de kalibratie mogelijk onjuist. Gebruik nulgas om IR700-sensoren op nul te zetten. Lucht bevat CO en kan niet worden gebruikt.
5 Kalibratie Kalibratiefrequentie voor XCell-sensoren met TruCal (alleen H S & CO) WAARSCHUWING! Bepaalde omstandigheden kunnen de prestaties van diffusiesupervisie en/of TruCal-tests voorkomen. Als een dergelijke omstandigheid 90 aanhoudt, adviseert de XCell-sensor met TruCal een kalibratie die wordt gecommuniceerd via het transmitterdisplay en leds.
5 Kalibratie waarde. De bekende gasconcentratie wordt een spanwaarde genoemd, want hij vertegenwoordigt de spanne of het bereik van de kalibratiecurve van nul naar die waarde. Afbeelding 32 Kalibratiecurve De sensorspanwaarde (d.w.z. kalibratieniveau) in het toestelmenu moet overeenkomen met de concentratie vermeld op de kalibratiegascilinder.
5 Kalibratie Het nulpunt van de sensor kalibreren: 1. Schroef de sensorbescherming onder op de sensorbehuizing. 2. Plaats de groene kalibratiedop over de inlaat van de sensorbescherming zodat deze gelijk loopt met de onderzijde van de sensorbescherming en de inlaat van de sensorbescherming volledig afdekt. 3.
Pagina 73
5 Kalibratie Als u vermoedt dat er zwavelwaterstofgas aanwezig is, moet de omgeving van de sensor gezuiverd worden met nullucht. De sensor kalibreren: 1. Bevestig een reduceerventiel aan de nulgascilinder (indien gebruikt) en de kalibratiecilinder. 2. Bevestig de kunststof sensorbescherming onder op de sensorbehuizing als dit nog niet gedaan is. 3.
5 Kalibratie XCell-sensor voor zuurstof kalibreren Er is geen spangascilinder voor zuurstof nodig als de sensor in een gebied is met normale omgevingscondities. Volg dezelfde procedure voor XCell-sensoren zoals beschreven in 5.6 XCell-sensoren kalibreren. Wanneer het display vraagt "Spangas toevoeren", laat dan het aftellen beginnen zonder gas toe te voeren. Als de sensor zich bevindt in een gebied van normaal lage of verrijkte zuurstofconcentratie, dan moet een 20,8% zuurstofmonster worden toegevoerd.
Zorg ervoor dat het gebied vrij is van gas voordat u LOC overrange bevestigt en de sensor opnieuw kalibreert. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. 5.9.2 Kalibratiebevestiging De monitor uit de S5000-serie registreert de datum van de laatste geslaagde kalibratie. Deze datum kan vervolgens worden weergegeven via het statusmenu.
5. Het toestel gaat over op de storing "Reiniging vereist" met een analoge uitgang van 2,0 mA als reinigen nodig is. De analoge uitgang van de S5000 kan afzwakken tot 1,25 mA terwijl het optische pad geblokkeerd is. Op het display wordt dan "Bundelblokkering" weergegeven.
Aanbevolen wordt de reactie van de sensor op zowel het nulgas als het kalibratiegas te controleren. WAARSCHUWING! Plaats geen vreemde voorwerpen in het analysegebied van de sensor (behalve bij de "Reinigingsprocedure S5000 IR- sensor" zoals hierboven omschreven); omdat anders de infrarode bundel deels geblokkeerd kan worden, waardoor de sensor onjuiste meetwaarden produceert.
Pagina 78
6 Onderhoud ○ Bevestig dat het gebied vrij is van explosiegevaren voordat u een XCell-sensor onder spanning verwijdert of verplaatst. ○ Om een XCell-sensor te verwijderen, moet u de XCell-sensor met drie volledige slagen losdraaien, dan 10 seconden wachten en dan pas de XCell-sensor volledig verwijderen. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
4-20 mA over op 3,5 mA wordt een storingsindicatie 2 minuten tegengehouden door het storingsrelais. Deze instelling maakt het mogelijk om sensormodules te vervangen zonder een storingsmelding. Het wordt aanbevolen al het andere onderhoud uit te laten voeren bij een door MSA geautoriseerd servicecenter. Een blokkering wegnemen...
3. Schroef het deksel eraf. 4. Verwijder de gebruikersinterfacemodule. 5. Raadpleeg het sensorbedradingsschema aan de binnenkant van de S5000-transmitter voor de locatie van de sensoraansluiting en koppel deze los van de transmitter. 6. Schroef de sensorkop er volledig af. Geleid de sensorkabels zodanig dat ze tijdens het draaien van de sensorkop niet vast komen te zitten aan de interne onderdelen van de S5000.
Pagina 81
Niet-zelfh Deze fout treedt op als de Zorg dat de voedingsspanning naar de voedingsspanning buiten voedingsspanning naar de S5000 binnen het bereik ligt van 12- bereik S5000 buiten het bedrijfsbereik 30 VDC. valt. De spanning kan te hoog of te laag zijn.
Pagina 82
6 Onderhoud Storingscode Zelfhoudend Omschrijving Handeling verstoord: registreren van gebeurtenisgegevens, Modbus-instellingen, HART- instellingen, kalibratie- informatie. 3. Het toestel gaat terug naar F004. a. Dit is een kritieke fout. De fout treedt op als een poging mislukt om de configuratie- /kalibratieparameters te controleren die net naar het EEPROM-geheugen zijn geschreven.
Pagina 83
6 Onderhoud Storingscode Zelfhoudend Omschrijving Handeling storingscondities dan de geautoriseerd servicecentrum. bovenstaande. F009 Fout EZ- Niet-zelfh Deze fout geeft aan dat de Verifieer of de zone rondom de EZ- aanraakknop EZ Touch-interfaceknop aanraakknop vrij is van resten zoals constant aan of defect is. metalen delen of ijs.
Pagina 84
6 Onderhoud Storingscode Zelfhoudend Omschrijving Handeling probleem zich blijft voordoen. F101/F201 Sensor Niet-zelfh Deze storing treedt op als de Controleer de bedrading en de ontbreekt sensor losgekoppeld is of als sensoraansluiting. de bedrading onjuist of beschadigd is. F102/F202 Fout Niet-zelfh Deze storing treedt op als de Controleer de bedrading en de voedingsspanning...
Pagina 85
6 Onderhoud Storingscode Zelfhoudend Omschrijving Handeling Nulpuntkalibratie mislukt laatste nulpuntkalibratie mislukt hoofdmenu om deze storing te herstellen. De storing wordt ook verholpen door de sensor opnieuw te kalibreren. Vervang de sensor als de storing blijft bestaan. 113/F213 Volledige Zelfhoudend Deze storing treedt op als de Gebruik de optie "Reset"...
Reparatie of modificatie van de S5000-gasdetectietransmitter, anders dan de onderhoudsprocedures in deze handleiding of door iemand anders dan geautoriseerd MSA-servicepersoneel, kan ertoe leiden dat het product niet werkt zoals bedoeld en dat de personen die op de juiste werking van dit product vertrouwen voor hun veiligheid ernstig of dodelijk letsel kunnen oplopen.
Pagina 87
7 Bestelinformatie Type Omschrijving Ond.nr. Zonegoedkeuringen) MOS 0-50 ppm (M05 – Afgeschermd, Cat- 50448-5 goedkeuringen) 51457-5 MOS 0-50 ppm (M15 – Gesinterd, Zonegoedkeuringen) MOS 0-20 ppm (M06 – Afgeschermd, Cat- 50448-9 goedkeuringen) 51457-9 MOS 0-20 ppm (M16 – Gesinterd, Zonegoedkeuringen) Methaan, NFPA IR400-4-01-2-2-0-1-0 Propaan, NFPA...
Pagina 88
Zonwering Zonwering, X5000/S5000 10180254 1 - Alleen de vermelde IR-sensoronderdeelnummers kunnen worden gebruikt met de S5000. 2.11 Overzicht labels voor de positie van de labels. De volgende accessoires zijn gevalideerd voor gebruik indien gemonteerd in overeenstemming met de instructies in deze...
8 Bijlage: specificaties Bijlage: specificaties Tabel 19 Digitale sensor SO2-25 H2S-500 H2 NH3-100 NH3- SO2-100 O2 Laag O2 HCL Brandba CL02 1000 katalytis Operatione -40 °C tot -40 °C tot -40 °C tot -40 °C tot -40 °C tot -20 °C tot -20 °C tot -30 °C tot -30 °C tot...
Pagina 90
8 Bijlage: specificaties SO2-25 H2S-500 H2 NH3-100 NH3- SO2-100 O2 Laag O2 HCL Brandba CL02 1000 katalytis Montage op 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M 100 M...
Pagina 91
-100 ppm - Typische reactie bij kamertemperatuur - De S5000-transmitter heeft een bedrijfstemperatuurbereik van -55 °C tot +75 °C. - Adaptive Environmental Compensation (AEC) en diffusiesupervisie (DS) blijven actief tussen -20 °C en +60 °C. - Deze specificaties zijn intern gegenereerde gegevens. Zie de paragraaf FM-goedkeuring voor gegevens die in overeenstemming zijn met de FM-certificering conform FM 6340.
- Typische reactie bij kamertemperatuur. - De S5000-transmitter heeft een bedrijfstemperatuurbereik van -55 °C tot +75 °C. - Adaptive Environmental Compensation (AEC) en diffusiesupervisie (DS) blijven actief tussen -20 °C en +60 °C.
UKCA, IECEx, CSA, FM, INMETRO, DNV·GL-typegoedkeuring. Ze voldoen tevens aan de richtlijnen inzake EMC, radioapparatuur en uitrusting van zeeschepen. De S5000-transmitter en aansluitkast hebben een type 4X- en IP66- omgevingsrating. De digitale sensor met frit heeft een type 3X- en IP65-rating, terwijl de digitale sensor zonder frit een IP55- rating heeft.
Pagina 95
9 Bijlage: Algemene certificeringsinformatie Canadese categorie gevaarlijke locaties zoals gedefinieerd door de CEC Klasse I, categorie 1, groepen A**, B, C, D; T5/T6* Klasse I, categorie 2, groepen A, B, C, D; T4/T6* Klasse II, categorie 1,2, groepen E, F, G; Klasse III, categorie 1,2; T6 Klasse I, categorie 1, groepen B, C, D;...
9 Bijlage: Algemene certificeringsinformatie Digitale sensor met frit (fijne draden) Digitale sensor zonder frit (grove draden) Amerikaanse categorie gevaarlijke locaties zoals Amerikaanse categorie gevaarlijke locaties zoals gedefinieerd door de NEC: gedefinieerd door de NEC: Klasse I, categorie 1 & 2, groepen A, B, C, D; T5 Klasse I, categorie 2, groepen A, B, C, D;...
Echter, deze goedkeuring bevat of impliceert geen goedkeuring van het communicatieprotocol of functies die de software van dit instrument of van het communicatieapparaat of de software, verbonden met dit instrument. De S5000-transmitter, S5000-aansluitkast, JB5000, digitale sensoren (H S, 500 ppm H S, CO, O...
• Open het circuit voordat de afdekking wordt verwijderd. • Eisen aan de afdichting: ○ Aluminium S5000-transmitter en aansluitkast: breng een afdichting aan binnen 450 mm (18 in) van de behuizing. ○ Roestvaststalen S5000-transmitter, aansluitkast en JB5000: er is geen afdichting nodig.
Pagina 99
• Gebruik van sommige accessoires valt niet onder de prestatiegoedkeuring. Neem contact op met General Monitors voor de details. Speciale gebruiksvoorwaarden van de S5000-transmitter • Onder bepaalde extreme omstandigheden kunnen de niet-metalen delen in de behuizing van deze apparatuur een elektrostatische lading genereren die mogelijk kan ontsteken. Reinig de apparatuur daarom alleen met een vochtige doek.
Pagina 100
• Bij toepassingen om brandbare gassen te detecteren, mag het geschikte modelnummer van de digitale sensor alleen worden gebruikt om het vaste gasdetectiesysteem van de S5000-gasmonitor te construeren: gemonteerd op de behuizing van ofwel de S5000-transmitter ofwel de S5000-aansluitkast met voeding en bediening vanaf de transmitter.
De S5000-gasmonitor is leverbaar met een optionele uitgang voor het HART-communicatieprotocol (Highway Addressable Remote Transducer). Met deze optie voldoet de S5000 aan het HART-protocol revisie 7 en gebruikt de 16-bits producent- en apparaatcodes. Dit document specificeert alle apparaatspecifieke functies en documenteert de implementatiedetails van het HART-protocol (bijv.