4 Systeemparameters invoeren
Veld
Veldtype
Signaal U
Weergave
Y
Signaal U
Weergave
x
Diagnose
Dit venster toont diagnostische informatie voor het geselecteerde meetpunt.
Afbeelding 59 Diagnose
De waarden zijn gebaseerd op gegevensoverdrachten met langzame updatesnelheden (zoals HART) of statische
gegevens. Deze waarden kunnen niet gezien worden als in beweging zijnde waarden. De gegevens worden cyclisch
bijgewerkt voor alle meetpunten. Een update kan enkele minuten duren.
De volgende diagnostische informatie is beschikbaar afhankelijk van de gebruikte ingangsmodule en detector,
Invoer
Knooppunt
Rek
Sleuf
Kanaal
Spanning aansluitklem X
Geleverde stroom
83
Functie
gelijk aan 1 mA) in deze velden gescheiden door bus. Wanneer
actieve transmitters worden gebruikt, wordt de trekstroom op
dezelfde manier weergegeven.
Wanneer passieve detectors worden gebruikt, wordt het
versterkte sensorsignaal U
gescheiden door bus. Het signaal bestaat uit een vaste
versterking die afhangt van het gebruikte detectortype en een
offsetspanning.
Wanneer actieve transmitters worden gebruikt, zijn deze
velden leeg.
Wanneer passieve detectors worden gebruikt, wordt het
gemeten U
signaal weergegeven in deze velden, gescheiden
X
door bus. Wanneer transmitters worden gebruikt, zijn deze
velden leeg.
Bron
Omschrijving
Systeemconfiguratie
Systeemconfiguratie
Systeemconfiguratie
Systeemconfiguratie
Ingangsmodule
De gemeten spanning op aansluitklem X
(MAI30)
van de ingang.
Ingangsmodule
De geleverde stroom door de
SUPREMATouch
in deze velden weergegeven,
Y
NL