OPMERKING
Omdat de gemeenschappelijke alarmen normaal worden bekrachtig en dit in het systeem vaststaat en niet kan worden
gewijzigd, mag soldeerbrug BR1 van de eerste MRC TS-module in het systeem (de eerste 40 relaisuitgangen) nooit
worden gesloten (tenzij een alarm moet worden geactiveerd wanneer de relais worden geblokkeerd). Daarnaast
moeten de eerste 32 beschikbare relaisuitgangen (relaisuitgang 9-40; eerste MGO-module in het systeem) ook worden
geconfigureerd als normaal bekrachtigd, zoals de gemeenschappelijke alarmen, wanneer de optie voor het blokkeren
van de relais via de LOCK-aansluiting wordt gebruikt.
12.6.6 Configuratie MRO8 TS-module
De functie van de relaisblokkering wordt bepaald door soldeerbrug BR1 op de MRC TS-module.
12.6.7 Configuratie MRO16 TS-module
De functie van de relaisblokkering wordt bepaald door soldeerbrug BR1 op de MRC TS-module.
12.6.8 Configuratie MUT-module
Geen configuratie
12.6.9 Configuratie MAR-module
Geen configuratie
12.6.10Configuratie MST-module
Geen configuratie
12.6.11Configuratie MAO-module (MAO20)
Schakelaar S200
1
2
AAN
AAN
UIT
X
VRIJ‐A‐/B-instellingen
Tijdens het inschakelen wordt bij de analoge uitgangen een signaal van 0 mA afgegeven gedurende 10-15 sec.
Schakelaar S3
1
2
3
UIT
UIT
AAN
X
X
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
UIT
X: Iedere schakelaar
NL
3
4
AAN
AAN
X
X
Functie
4
AAN
Functie VRIJ‐A/B door schakelaars op de MIB-module
UIT
Functie door schakelaar VRIJ‐A/B op de MAO-module
Inschakelgedrag
Alle analoge uitgangen zijn 2 mA
Alle analoge uitgangen zijn 2 mA
Alle analoge uitgangen zijn 0 mA
Alle analoge uitgangen zijn 0 mA
SUPREMATouch
Functie
Fabrieksinstelling/Niet wijzigen
Bootloader actief
Gedrag bij CAN-storing
Alle analoge uitgangen zijn 2 mA na 2 min
Laatste staat wordt behouden
Alle analoge uitgangen zijn 2 mA na 2 min
Laatste staat wordt behouden
12 Installatie
149