12 Installatie
Standaardsysteem met 32 ingangen/8 gemeenschappelijke alarmrelais
Afbeelding 95 Configuratievoorbeeld 2
Standaardsysteem met 64 ingangen/8 gemeenschappelijke alarmrelais
Afbeelding 96 Configuratievoorbeeld 3
Standaardsysteem met 32 meetpunten, redundant ontwerp
Afbeelding 97 Configuratievoorbeeld 4
12.8
Systeem dat bestaat uit meerdere rekken
12.8.1 Systemen met centrale registratie van meetwaarden
In systemen met meerdere rekken die niet van elkaar zijn geïsoleerd moet rekening worden gehouden met de volgende
punten:
• Ieder rek moet een gegarandeerde spanningsvoeding hebben. De GND-aansluitingen van alle rekken moeten
onderling verbonden zijn.
• Wanneer de centrale eenheid of de satellieten uit meerdere rekken bestaan, moeten de GND-aansluitingen van
iedere rekgroep onderling verbonden zijn.
• De rekken moeten met een CAN-bus op elkaar worden aangesloten en het systeemstoringsrelais moet worden
aangesloten en bewaakt op ieder rek.
• De rekken worden verbonden via de MST-modules op de achterzijde met kant-en-klare CAN-buskabels.
• Bij een systeem met meerdere rekken, moeten de contacten 1 en 2 (CAN-A, CAN-B) van de DIL-schakelaar op de
MIB-module in het laatste rek, d.w.z. degene waar de CAN-bus eindigt, gesloten zijn. Alle DIL-schakelcontacten 1
en 2 (CAN-A, CAN-B) op de tussenliggende rekken moeten open zijn (hoofdstuk
162
SUPREMATouch
12.6 Module
configuratie).
NL