12 Installatie
1. Pak het instrument of zijn componenten voorzichtig uit, en neem alle aanwijzingen die op de verpakking zijn
geprint of die de verpakking begeleiden in acht.
2. Controleer de inhoud van de levering om vast te leggen of er eventueel sprake is van transportschade, en of de
volledige inhoud van de transportdocumenten inderdaad is ontvangen.
12.4
Installatie, stap voor stap
OPMERKING
Volg de instructies voor componenten onderhevig aan beschadiging door statische elektriciteit!
Volg de installatieaanwijzingen voor explosiegevaarlijke zones!
1. Pak het toestel en zijn componenten uit en controleer ze.
2. Controleer of de installatieruimte geschikt is, evenals de vereisten voor de bekabeling.
3. Controleer de stroom- en spanningsvoeding en zorg dat deze geschikt is.
4. Afhankelijk van het ontvangen systeemtype installeert u de schakelkast of het montagerek van 19".
5. Controleer de configuratie van de modules en configureer ze indien nodig opnieuw.
6. Installeer de modules in het 19"-montagerek (tenzij ze in de fabriek al geïnstalleerd zijn).
a. Monteer, indien mogelijk, de modules aan de achterzijde met schroeven (aanhaalmoment 1 Nm).
b. De beschermingsrail moet met 2 schroeven M3x10 (koppel 1 Nm) aan het voorpaneel van de MDO20
worden bevestigd, zie
Afbeelding 77
1
7. In het geval van uitgebreide systemen met meer dan één 19"-montagerek sluit u de CAN-bus aan of controleert u
of de aansluiting al is gedaan.
8. Installeer de sensoren en sluit de bekabeling aan op de SUPREMATouch.
9. Sluit de relais- en stroomuitgangen aan op de externe apparaten die geactiveerd moeten worden.
10. Sluit de stroom- en spanningsvoeding aan.
11. Nadat de installatie is voltooid, voert u de opstartprocedure uit zoals beschreven in hoofdstuk
12.5
Bedrading
De klemmen op de Analoge aansluitklemeenheden (MAT-module en MAT TS-module) zijn ontworpen voor de
aansluiting van geleiders met een dwarsdoorsnede in het bereik van 0,2-1,5 mm
Relaisuitgangseenheden (MRO8-, MRO8 TS- en MRO16 TS-modules) zijn ontworpen voor de aansluiting van
geleiders met een dwarsdoorsnede in het bereik van 0,2-2,5 mm
MGT40 TS zijn ontworpen voor de aansluiting van geleiders met een dwarsdoorsnede in het bereik van 0,2-2,5 mm
Op het interconnectiebord (MIB-module) zijn de klemmen voor de aansluiting van voedingsspanningen ontworpen
voor geleiders met een dwarsdoorsnede van 0,2-4,0 mm
ontworpen voor geleiders met een dwarsdoorsnede van 0,14-1,5 mm
module) zijn de aansluitklemmen voor alarm-reset, hoorn-reset, relaisblokkering en sleutelschakelaar ontworpen voor
geleiders met een dwarsdoorsnede van 0,2-2,5 mm
140
Afbeelding 77
.
Beschermingsrail
2
, en de aansluitklemmen van de systeemstoringsrelais zijn
2
. De systeemaansluitklemmodule (MST-module) heeft ook 2
SUPREMATouch
2
. De klemmen op de
2
. De klemmen op de Externe aansluitingsmodule
2
. Op de systeemaansluitingmodule (MST-
13
Opstarten.
2
.
NL