Dit betekent dat het systeem niet alleen gasmetingen kan weer- geven en evalueren, maar ook andere metingsvariabelen (bijv. temperatuur en druk). De SUPREMATouch is een modulair systeem, dat een breed scala aan toepassingen mogelijk maakt. Deze gebruiksaanwijzing dient zorgvuldig te worden gelezen en in acht te worden genomen bij gebruik van het product.
Voor zichzelf sprekende foutmeldingen • Optionele systeemconfiguratie en -parametrisering via laptop (Windows-gebruikersinterface) • De SUPREMATouch kan worden aangesloten via een busverbinding op het bedrijfscommuni- catienetwerk (gegevensevaluatie, gegevensweergave, enz.) • Aansluiting voor sleutelschakelaar of drie wachtwoordniveaus voor het regelen van toegang •...
Systeemconcept Ontwerp De modules van de SUPREMATouch worden in een rek gemonteerd. Bij uitgebreide systemen kunnen extra modules in een tweede rek worden geplaatst of worden geïnstalleerd op rails met Omega-profiel in een schakelkast. Gegevens worden uitgewisseld tussen de modules via een CAN-bus, en dus is het mogelijk satel- lieten over lange afstanden te verbinden.
Pagina 13
Systeemconcept Fig. 1 Blokschema van een systeemindeling (redundant) SUPREMATouch...
Het TFT-scherm is een volledig grafische display met een resistief aanraakpaneel. De teken- hoogte is ongeveer 4 mm. Fig. 2 Display- en bedieningsmodule (MDO) LET OP Vermijd contact met scherpe voorwerpen om beschadiging aan de touchscreen te voorkomen. Raak alleen met de vingers aan of gebruik de meegeleverde touchscreen pen. SUPREMATouch...
Als het signaal de alarmdrempel niet meer overschrijdt en het alarm is beves- tigd, wordt de LED uitgeschakeld door op de RESET-toets te drukken. RESET-toets Voor niet-vergrendelende alarmen of als het signaal de alarmdrempel nog steeds overschrijdt, heeft de RESET-toets geen effect. SUPREMATouch...
Busprotocol De SUPREMATouch gebruik het CAN-busprotocol. Op het interconnectiebord (MIB-module) kan de DIL-schakelaar worden gebruikt om de overdrachtssnelheid in te stellen op 10, 20, 50, 125, 250, 500 of 1.000 kb/s voor alle aangesloten modules. Alle modules op één bus moeten werken met dezelfde bitsnelheid.
Pagina 17
Systeemconcept Om de batterij en de SUPREMATouch tegen schade te beschermen is een aanvullend compo- nent voor bescherming tegen volledige ontlading vereist in de overeenkomstige 24V-voedingslijn (bijv. volledige-ontladingsbeveiliging C1900-TLS, Mentzer of vergelijkbaar). • De klant is verantwoordelijk voor de installatie van een veiligheidsuitschakeling (maximale rekvoeding, 480 W/20 A).
In geval van een bericht SYSTEEMSTORING, zal de LED SYSTEEMSTORING gaan branden en e systeemstoringsrelais gaan naar de storingsconditie. Een bericht Systeemstoring geeft een storing aan van de SUPREMATouch en reparatie moet onmiddellijk plaatsvinden. De aansluiting van de schakeluitgangen van de systeemstoringsrelais moet een onmiddellijk activeringsbericht inschakelen.
(bijv. door controle met draagbare testinstrumenten) worden verzekerd dat, voordat de sensoren en het systeem worden ingeschakeld of buiten bereik-weergaven worden gereset, de omgevingsatmo- sfeer die door de sensoren wordt bewaakt, vrij is van brandbare gassen. SUPREMATouch...
SUPREMA-systemen maken en beheren. Lees de aparte gebruiksaanwijzing van SUPREMA Manager voor details. Zowel het computerprogramma als het SUPREMATouch-systeem gebruiken grafische gebruiker- sinterfaces (GUI's). De invoervelden zijn zoveel mogelijk ingesteld als selectievelden, met weer- gave van alle bekende ingangen.
MDO. Het systeem wordt geleverd met het standaardwachtwoord AUER voor alle drie de wachtwoord- niveaus. MSA adviseert de wachtwoorden te wijzigen wanneer voor de eerste keer wordt ingelogd op de SUPREMATouch. In de submenu's Measure [Meten] en Diagnosis [Diagnose] worden alleen gegevens weerge- geven en is er geen wachtwoord vereist.
Het is mogelijk om naar CAN-bus te schakelen door het CAN-symbool aan te raken. Als de CAN- bus handmatig geselecteerd wordt, heeft het CAN-symbool een blauwe achtergrond. Als de CAN- bus automatisch geselecteerd wordt, heeft het CAN-symbool een grijze achtergrond. SUPREMATouch...
Pagina 23
De drie verschillende voedingen worden aangegeven met drie verschillende symbolen. Voeding Symbool Extern Intern Batterijvoeding Status (aangegeven door achtergrondkleur) verbonden, de spanning is beneden 30 V en goed: boven 21V (voor batterij boven 22 V) niet geconfigureerd storing SUPREMATouch...
Opnieuw tikken verkleint de tabel weer. Fig. 6 Meetinformatie Met behulp van de resetknop kunnen de alarmen lokaal worden gereset. Als voor de aangesloten detector reset op afstand mogelijk is, zal het systeem vragen of dit resetverzoek naar de detector moet worden verstuurd. SUPREMATouch...
Pagina 25
Bij bepaalde sensortypes kan tekst worden gedefinieerd voor speciale statussen. Deze worden gemarkeerd met F: (bijv. F:OpticErr). • suppressed [onderdrukt] (Alarm onderdrukt tijdens opwarmperiode van specifieke sensortypes) • alarmen 1, 2, 3 en 4 • Free [vrij] (meetpunt is nog niet geparametriseerd) SUPREMATouch...
Pagina 26
CAN-bus. • LED uit (grijs): niet geblokkeerd, geen alarm, geen storing • LED aan: geblokkeerd, alarm, storing Als een ingang niet geconfigureerd is, worden in die kolom geen LEDs weergegeven. Fig. 8 LED-weergave SUPREMATouch...
Pagina 27
Letter Betekenis Blokkeren Kalibreren Fout (gemeten waarde onder bereik, of ontbrekende waarde) Meetbereik overschreden (overloop) Alarm onderdrukt (tijdens opwarmperiode van speciale sensortypes) Als een ingang niet geconfigureerd is, wordt er in die kolom geen balk weergegeven. SUPREMATouch...
Al. Aantal de meetpunten in deze groep waarvoor het n-de alarm uitstaat. Fail Aantal meetpunten in deze groep waarvoor een signaalstoring uitstaat of die worden [Storing] onderdrukt. Inh. Aantal meetpunten in deze groep die geblokkeerd of in kalibratiemodus zijn. SUPREMATouch...
Selectievelden bevatten een lijst met mogelijke waarden die geselecteerd kunnen worden. Door op een onderdeel te tikken wordt een nieuw venster geopend met daarin alle beschikbare waarden. Als u een nieuwe waarde wilt selecteren, tikt u erop en drukt u op OK. Fig. 11 Selectievenster SUPREMATouch...
Pagina 30
Het nieuwe teken wordt altijd ingevoerd op de positie van de cursor. Als u de positie van de cursor wilt wijzigen, tikt u op de gewenste nieuwe positie. Door op de knop te drukken wordt het teken voor de cursor verwijderd. SUPREMATouch...
(omhoog/omlaag of links/ rechts) om door de lijst te scrollen. In sommige lijsten (bijv. SystemEventList) kan aanvullende informatie over het geselecteerde item worden weergegeven door erop te dubbeltikken. SUPREMATouch...
Als een getal wordt ingevoerd dat nog niet eerder is gebruikt, is autorisatie door middel van een wachtwoord of sleu- telschakelaar vereist. Informatie, sensorgege- Druk op deze knop om het corresponderende subvenster op te vens, alarmen Knop roepen. en eigen- schappen SUPREMATouch...
Pagina 35
Bevat een lijst met 'nulgassen' die worden gebruikt om het nulpunt van de gassensoren te kalibreren. Zero Gas Selectie, stan- [Nulgas] daard leeg Stel het nulgas in dat zal worden gebruikt om de gassensoren van de geselecteerde ingang te kalibreren. SUPREMATouch...
Pagina 36
Er kan een grenswaarde worden ingesteld voor ieder alarm dat moet worden geactiveerd bij een toe- of afnemend ingangssignaal. Daarnaast kunnen relaisuitgangen worden geselecteerd om in werking te treden als een alarm optreedt. Voor ieder alarm kunnen vergrendelende of niet-vergrendelende parameters worden ingesteld. SUPREMATouch...
Pagina 37
Na de selectie van een relaisuitgang wordt het venster voor toewijzing van de relaisuitgang geopend. Met deze knop worden bepaalde velden ingevuld met gegevens die automatisch worden gedetecteerd (d.w.z. uitgelezen via Auto Knop HART). De auto-knop moet in elk subvenster apart worden ingedrukt. SUPREMATouch...
Pagina 38
20‰ Druk op deze knop om alle parameters van de geselecteerde ingang te verwijderen. Standaard waarden worden gebruikt als Wissen Knop voorlopige instellingen. Deze functie werkt niet als de ingang wordt gekalibreerd of gekoppeld is aan een relaisuitgang. SUPREMATouch...
Pagina 39
Bij de eerste keer openen bevat het veld de relaisuitgang die als laatste is geselecteerd in het venster Measure Point [Meet- punten]. tekst, 10 karak- Voer een klantspecifieke aanduiding in voor de geselecteerde Label ters, standaard relaisuitgang. leeg SUPREMATouch...
Pagina 40
Voting-koppeling: (n-van-m) Als er 'm' voorwaarden zijn ingesteld en de waarde 'n' is inge- voerd als de voting, wordt de geselecteerde relaisuitgang alleen geschakeld als aan 'n' van de 'm' voorwaarden wordt voldaan. SUPREMATouch...
Pagina 41
Daar was, beginnend bij een bepaalde ingang, een verbinding gemaakt met een relaisuitgang. In dit menu worden de instellingsvoorwaarden geconfigureerd beginnend bij een bepaalde relaisuitgang. Het gedrag van een relaisuitgang is afhankelijk van de parameterinstellingen en de instellingen van de toepasselijke meetpunten. Fig. 20 Relaisuitgangen SUPREMATouch...
Pagina 42
'n' van de 'm' voorwaarden wordt voldaan. Na elke wijziging van de voting-voorwaarden, wordt de complexiteit van de alarmlogica gecontroleerd. Als een bepaald niveau wordt over- schreden, wordt een waarschuwing weergegeven of kunnen de wijzi- gingen uiteindelijk worden afgewezen. SUPREMATouch...
Door op deze knop te tikken worden alle parameters verwijderd voor de geselecteerde relaisuitgang. Wissen Knop De uitgang keert dan terug naar de status van vóór de eerste keer instellen. Standaardwaarden worden gebruikt als de voorlopige instel- lingen voor het invullen van bepaalde velden. SUPREMATouch...
0 kelen van de uitgang. Tijdvertragingen voor relais mogen niet worden gebruikt voor veiligheidsrelevante doel- einden. Als het gebruik niet kan worden vermeden, moet de kleinst mogelijke waarde voor de gegeven toepassing worden ingesteld. SUPREMATouch...
Pagina 45
[Kanaal] op de ingesteld specifieke regel. Selectie- Als deze voorwaarde is ingesteld, wordt de geselecteerde relaisuit- vakje, stan- Blokkeren gang geactiveerd wanneer de ingang wordt geblokkeerd die wordt daard niet weergegeven in de kolom channel [Kanaal] op de specifieke regel. ingesteld SUPREMATouch...
Pagina 46
'n' van de 'm' voorwaarden wordt voldaan. Na elke wijziging van de voting-voorwaarden, wordt de complexi- teit van de alarmlogica gecontroleerd. Als een bepaald niveau wordt overschreden, wordt een waarschuwing weergegeven of kunnen de wijzigingen uiteindelijk worden afgewezen. SUPREMATouch...
Druk op deze knop om de ingevoerde instellingen in beide subvensters Annuleren Knop af te wijzen voor de geselecteerde groep. Druk op deze knop om alle parameters van de geselecteerde groep te verwijderen. Wissen Knop De groep keert dan terug naar de status van vóór de eerste keer instellen. SUPREMATouch...
Het aanvinken van dit selectievakje maakt gebruik van Selectievakje, deze groep voor groepskalibraties mogelijk. Een groep kan Kalibreerbaar standaard niet alle worden ingesteld als kalibreerbaar, wanneer bereiken ingesteld en afmetingen van het meetpunt dat bij deze groep hoort, compatibel zijn. SUPREMATouch...
Pagina 49
Door op de knop te drukken wordt het meetpunt gewist dat nu in de lijst << Knop is geselecteerd. Lijst Lijst De lijst toont alle meetpunten die nu bij deze groep horen. 4.1.1.5 Masker Schakelingangen Parameters voor schakelingangen kunnen hier worden bekeken en gewijzigd. Fig. 26 Venster Schakelingangen SUPREMATouch...
Na elke wijziging in de configuratie moet het systeem opnieuw worden opgestart om de wijziging van kracht te laten worden. Subvenster Eigenschappen Dit venster bevat een naam voor het systeem en de basisbedrijfsmodus van dit systeem. Fig. 27 SUPREMATouch...
Pagina 51
Door op deze knop te drukken wordt de geselecteerde module uit de Verwij- configuratie verwijderd. I/O-modules kunnen alleen worden gewist Knop deren als er geen geprametriseerde ingangen of uitgangen aan deze module zijn toegewezen. Het venster met details bevat informatie over elke module. SUPREMATouch...
Pagina 52
Als het moduletype wordt gewijzigd van MDA in MAI30 dan wordt de MDA verwijderd en alle klas- sieke MAI-modules gebruikt met deze MDA worden vervangen door MAI30-modules. Subvenster Meetpunten Dit venster toont een lijst van alle meetpunten van het systeem en hun toewijzing aan kanalen van analoge uitgangsmodules. SUPREMATouch...
Pagina 53
Door op deze knop te drukken wordt de toewijzing voor de geselec- teerde relaisuitgang verwijderd. Verwij- Knop deren Toewijzingen kunnen alleen worden gewist als het doel niet geparame- triseerd is. SUPREMATouch...
Pagina 54
Door op deze knop te drukken wordt een bewerkingsvenster voor Bewerken Knop nummer geopend om het analoge uitgangskanaal te wijzigen waaraan het geselecteerde meetpunt is toegewezen. Verwij- Door op deze knop te drukken wordt de toewijzing voor het geselec- Knop deren teerde meetpunt verwijderd. SUPREMATouch...
Als de parameters Knop geldig zijn, worden ze onderdeel van de parameterset van het systeem. Als dit niet het geval is, wordt een waarschuwing weergegeven. Annuleren Knop Tik op deze knop om de ingevoerde instellingen te annuleren. SUPREMATouch...
Als de parameters geldig zijn, worden ze onderdeel van de parameterset van het systeem. Als dit niet het geval is, wordt een waarschuwing weergegeven. Annuleren Knop Tik op deze knop om de ingevoerde instellingen te annuleren. SUPREMATouch...
Pagina 57
Als de parameters Knop geldig zijn, worden ze onderdeel van de parameterset van het systeem. Als dit niet het geval is, wordt een waarschuwing weergegeven. Annuleren Knop Tik op deze knop om de ingevoerde instellingen te annuleren. SUPREMATouch...
Pagina 58
Als de parameters geldig zijn, worden ze onderdeel van de parameterset van het systeem. Als dit niet het geval is, wordt een waarschuwing weerge- geven. Druk op deze knop om de ingevoerde instellingen af te wijzen Annuleren Knop voor de geselecteerde TCP/IP-instellingen. SUPREMATouch...
In dit venster worden de significante parameters van de externe sensoren weergegeven. Tijdens de normale werking controleert de SUPREMATouch software voortdurend het uitgangssignaal van de detector dat naar de SUPREMATouch wordt verzonden. In het geval het uitgangssignaal van de detector onder UA...
Pagina 60
Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen Knop toegepast op de geselecteerde kop. Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen Annuleren Knop van de geselecteerde kop geannuleerd. SUPREMATouch...
Hier kan de tekst voor de dimensie worden ingevoerd in de [Tekst [plaat- karakters plaatselijke taal. selijk]] Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen Knop toegepast. Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen Annuleren Knop geannuleerd. SUPREMATouch...
Pagina 62
0– 400. Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen Knop toegepast op de geselecteerde kop. Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instellingen Annuleren Knop van de geselecteerde kop geannuleerd. SUPREMATouch...
Pagina 63
Gebruik dit venster om de beschermde gasnamen te bekijken en om enkele vooraf gedefinieerde aanpasbare gasnamen te wijzigen. Er kunnen door de gebruiker gedefinieerde teksten worden ingevoerd. Identieke namen zijn niet toegestaan en worden geweigerd met het bericht Error: Name not unique! [Fout: naam niet uniek]. SUPREMATouch...
Pagina 64
Deze status is altijd protected [beschermd], er kunnen venscel) dus geen gegevens gewijzigd worden. Kop-ID en Geeft de externe sensor weer die wordt gebruikt in de geselec- Weergave toewijzing teerde toewijzing. Gas-ID en Geeft de gasnaam weer die wordt gebruikt in de geselecteerde Weergave toewijzing toewijzing. SUPREMATouch...
Pagina 65
Hier wordt de waarde voor het meetbereik weergegeven in [Tekst [plaatse- Weergave de plaatselijke taal. lijk]] Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instel- Knop lingen toegepast. Door op deze knop te tikken worden de ingevulde instel- Annuleren Knop lingen geannuleerd. SUPREMATouch...
4.1.4 Opslaan 4.1.4.1 Venster SD-kaart Parameters voor het opslaan van meetgegevens op een microSD-kaart kunnen hier worden bekeken en gewijzigd. Gebruik alleen door MSA goedgekeurde microSD-kaarten (ond.nr. 10179005). Fig. 46 Veld Veldtype Functie Het tijdsinterval/de herhalingsfrequentie voor het opslaan van...
Pagina 67
Huidige gasconcentratiewaarde gemeten door partieel systeem B (CAN-bus B) [waarde(B)] UA(B) Huidige UA-waarde gemeten door partieel systeem B (CAN-bus B) Err(B) Foutstatus van het meetpunt op partieel systeem B (CAN-bus B) Al(B) Alarmstatus van het meetpunt op partieel systeem B (CAN-bus B) SUPREMATouch...
Pagina 68
4e alarm is uitstaand 4.1.4.2 Printer Dit venster wordt gebruikt om een ander formaat papierinvoer in te stellen voor een printer die is aangesloten op de SUPREMATouch-printerpoort. Een bericht printer-alive kan worden geacti- veerd en geformatteerd. Fig. 47 Het venster Printer...
Meetmarkering (lengte = 21) Meetserienummer (lengte = 11) Meetwaarde (lengte = 6) 4.1.5 Masker Status Dit venster toont twee checksums die een afspiegeling zijn van de huidige systeemconfiguratie en parameters. Fig. 48 Elke wijziging in de configuratie resulteert in een gewijzigde configuratiechecksum. SUPREMATouch...
Zie hoofdstuk 7 voor details over het gebruik van de kalibratie. 4.2.1.1 Het venster IBR (brugstroom) VOORZICHTIG! Het instellen van de sensorbrugstroom wist alle kalibratiegegevens van het meetpunt. Gebruik dit venster om automatisch de sensorbrugstroom (I ) in te stellen. Voor meer informatie zie hoofdstuk 7.9 "De brugstroom instellen". SUPREMATouch...
Pagina 71
Toont de daadwerkelijk gemeten brugstroom. stroom- waarde] Status Weergave Toont de huidige voorinstellingsstatus van dit meetpunt. Start Knop De voorinstelling wordt gestart door op deze knop te tikken. Einde Knop De voorinstelling wordt beëindigd door op deze knop te tikken. SUPREMATouch...
Tik na beëindiging van de test op de knop End [Beëindigen] of begin de test van een andere stuuruitgang. De normale status van de vorige stuuruitgang wordt automatisch hersteld. WAARSCHUWING! Deze test kan alarmapparaten van het systeem activeren! Fig. 51 Test van de digitale stuurinterfaces SUPREMATouch...
Pagina 73
Fig. 52 Test van de seriële interfaces Uit de lijst met interfaces in de SUPREMATouch kan een interface worden geselecteerd. Zodra deze interface is geselecteerd, wordt de normale werking ervan geblokkeerd. Daarom kan deze test voor geen van de seriële interfaces worden uitgevoerd via een pc of laptop.
Fig. 54 Testscherm 4.2.3 Venster SD-back-up Dit venster kan worden gebruikt om de systeemconfiguratie of logboekinvoer op te slaan op een microSD-kaart. Gebruik alleen door MSA goedgekeurde microSD-kaarten (ond.nr. 10179005). SUPREMATouch...
Pagina 75
Dit veld toont de capaciteit van de ingestoken microSD-kaart. citeit] Vrij Statisch Dit veld toont de vrije ruimte op de ingestoken microSD-kaart. Unmount Wanneer u deze knop indrukt wordt de microSD-kaart ontkop- Knop [ontkoppelen] peld zodat deze veilig kan worden verwijderd. SUPREMATouch...
Datum/tijd waarop de gebeurtenis plaatsvond • Korte beschrijving van het gebeurtenistype • Aanvullende hexadecimale beschrijving van de gebeurtenis. (Voor gebruik door MSA-onder- houdspersoneel.) Door te dubbeltikken op een vermelding wordt een venster geopend met een gedetailleerde fout- beschrijving in gewone tekst.
Pagina 77
De gegevens opgeslagen voor elke vermelding is gelijk aan de gegevens opgeslagen in het logboek sensorgeschiedenis met de volgende uitbreidingen: • Punt geeft de ingang aan die werd gekalibreerd (het achtervoegsel R geeft een kalibratie op afstand aan) • Status geeft aan of de kalibratie geslaagd was of niet. SUPREMATouch...
Pagina 78
Responstijd tot 90% van het uiteindelijke signaal werd bereikt Logboek voedingsspanning In dit logboek worden voedingsspanningsgebeurtenissen (interne voeding, externe voeding, reservebatterij) boven en onder de limiet opgeslagen voor analoge ingangsmodules. Er wordt een vermelding gemaakt wanneer een spanningsoverschrijding van de limieten wordt gemeten. SUPREMATouch...
Bevat het type module dat geselecteerd is. Bevat het serienummer van de geselecteerde module (indien Serienummer Weergave ingesteld). Softwareversie Weergave Toont de softwareversie van de geselecteerde module. De actuele fouten, indien van toepassing, van de geselecteerde Modulestatus Lijst module worden weergegeven. SUPREMATouch...
Weergave offset-spanning. Wanneer actieve transmitters worden gebruikt, zijn deze velden leeg. Wanneer passieve detectors worden gebruikt, wordt het gemeten U signaal weergegeven in deze velden, gescheiden Signaal U Weergave door bus. Wanneer transmitters worden gebruikt, zijn deze velden leeg. SUPREMATouch...
Serienummer van de detector. Firmwareversie van de Detector De firmwarerevisie van de detector. detector De temperatuur intern gemeten door de Temperatuur detector Detector detector. De voedingsspanning toegevoerd aan Voedingsspanning detector Detector de detector. Gebruiksduur detector Detector De gebruiksduur van de detector. SUPREMATouch...
Pagina 82
De gevoeligheidsinstelling van de Gevoeligheid Detector sensor. Zelftestresultaat sensor Detector Het zelftestresultaat van de sensor. Foutmelding sensor Detector De fout geïdentificeerd door de sensor. Sensorblokkering Detector Het blokkeringsniveau van de sensor. SUPREMATouch...
Lees de aparte gebruiksaanwijzing van SUPREMA Manager voor details. LET OP Alle parameters en configuraties die met een pc worden gedaan, dienen op juistheid te worden gecontroleerd op de SUPREMATouch, of ze moeten op de pc op juistheid worden gecontroleerd nadat ze naar de pc zijn teruggelezen. SUPREMATouch...
Pagina 84
Service- en onderhoudsgids SUPREMATouch Waarschuwingseenheid voor brand en gas MSAsafety.com...
EN 60079-29-2 en geldende inter- nationale, nationale regelgeving of regelgeving specifiek voor de industrietak of het bedrijf. Sensorsimulatiemodules Voor een functietest van de SUPREMATouch-sensoringangen kunnen simulatiemodules worden gebruikt, afhankelijk van het sensortype. De sensorsimulatiemodule mag alleen worden gebruikt voor controle en voorinstelling, niet voor kalibratie.
Verwijder blokkering van meetpunt. Handmatige selectie type ingangsapparaat (alleen MAI30) De MAI30 detecteert automatisch het type ingangsapparaat. Dit geldt niet voor D-7010 detectors. Daar kan de automatische detectie als volgt worden overschreven met een handmatige selectie: SUPREMATouch...
Pagina 88
Groen knipperend 0,7 Hz Transmitters (4 draads) Verlaat de selectiemodus door indrukken van de MODE knop. DOWN Fig. 61 Knoppeninterface MAI30 WAARSCHUWING! Een ongeldige selectie kan een signaalfout voor dit meetpunt veroorzaken. De automatische selectie moet worden gebruikt, indien mogelijk. SUPREMATouch...
Bij modules die zijn ontworpen als plugin-modules bevinden zich LEDs in de linker bovenhoek. Positie van status-LEDs voor MCP, MDC, MBC, MDA, MGO, MAO modules MCP20 MDC20 MBC20 MGO20 / MAO20 MAI30 / MGI30 MAR30 / MGR30 Fig. 62 Status-LEDs SUPREMATouch...
Als de storings-LED (LED-nr. 4) aan is, neemt u contact op met een MSA-servicetechnicus. Als dat niet meteen kan worden gedaan, kan de module worden vervangen als er een reserve- eenheid beschikbaar is (→...
De structuur en bediening van het menu Diagnostics [Diagnose] worden in detail beschreven in de hoofdstuk 4.3 "Het menu Diagnosis [Diagnose]". De functies van alle alarmmiddelen en systeemstoringsrelais moeten regelmatig worden gecontroleerd (eenmaal per jaar). Voor meer informatie zie hoofdstuk 9.1 "Voorwaarden voor configuratie, installatie, bediening en onderhoud". SUPREMATouch...
10 of configuratiege- code) gevens bevat Flash-fout gede- tecteerd (zelftest Volledige Flash fout in configura- MCP, MDO, Hardwaredefect: van het configu- foutvrij getest Altijd 0 Altijd 0 tiegeheugen vervang module ratie- en para- (na ca. 24 u) metergeheugen) SUPREMATouch...
Pagina 93
1-5 → SPI communica- SPI-communi- nummer van Uitgangen met tiefout bij digitale catie dan wel foutief MGO: diag- kortsluiting of uitgangen uitgangen weer uitgangsblok nosecode open, of defecte FF → hard- (MGO) in orde module. waredefect SUPREMATouch...
113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 dec. hex. Tab. 63 ID rektoewijzing in decimale en hexadecimale tekens Sleufnr. 16 van een rek is alleen gereserveerd voor de MDO. Er mag slechts één MDO in één systeem zijn geïnstalleerd. SUPREMATouch...
SUPREMATouch worden uitgevoerd en heeft geen invloed op de bedrijfsmodus van de SUPREMATouch. Als u deze test wilt uitvoeren, drukt u op de knop die in de afbeelding wordt weergegeven. De LEDs op het voorpaneel zouden nu verlicht moeten zijn (Systeem - voeding, storing, blokkeren en signaal - 1e tot 4e alarm, storing).
Systeemconfiguratie Configuratie bij initiële installatie Als er geen configuratie is opgeslagen in de SUPREMATouch tijdens de overdracht van de confi- guratie en de eerste MCP niet in sleuf 1 van het rek is geplaatst, wordt in het pc-programma SUPREMA Manager de foutmelding "transmission failed" [transmissie mislukt] weergegeven. Dit kan worden genegeerd.
Er zijn twee kalibratiemodi beschikbaar: • In één modus moeten kalibraties worden uitgevoerd met twee personen. Persoon 1 bedient de SUPREMATouch en persoon 2 voert gas toe aan de sensoren. Zij moeten tijdens de kalibratie met elkaar kunnen communiceren. •...
Pagina 98
Start 2-man een waarschuwing weergegeven. Wanneer de kalibratie is gestart in de één-man-modus zal de SUPREMATouch automatisch de nul- en span-waarden over- nemen in het masker Calibration End [kalibratie beëindigen]. Alle andere functies zijn identiek. De getoonde tijd is de tijd tussen de gedetecteerde toevoer van...
Pagina 99
Accepteer de gemeten waarden alleen wanneer de [Stabiliteit] balk voortgangsbalk vol is. Bij actieve transmitters wordt dit veld niet weergegeven. De huidige kalibratiestatus wordt kort weergegeven in dit veld. Status Weergave Tik voor meer informatie op de "i" naast het statusveld. SUPREMATouch...
(100% van het meetbereik), vooropgesteld dat dit onder de LEL ligt (OEG - onderste explosiegrens). Voor de kalibratie met twee personen moet persoon 1 (bij de SUPREMATouch) en persoon 2 (bij de sensor in kwestie) de volgende stappen uitvoeren:...
Pagina 101
Store [Bewaren]. In de één- man-kalibratiemodus wordt deze stap automa- tisch uitgevoerd. Waarde wordt nu getoond in CAL-ZERO. (10) Nadat persoon 1 heeft bevestigd dat de nulpuntkalibratie is voltooid, sluit u de nulgastoevoer af en begint u met de test- gastoevoer. SUPREMATouch...
Pagina 102
Als het gebruikte testgas anders is dan het referentiegas ingevoerd in het menu Setup/ Inputs&Outputs/Measuring points [Instellingen/Ingangen&Uitgangen/Meetpunten], verander dan de invoer in veld Test Gas [Testgas] van het submenu Calibration [kalibratie]. Start kalibratie met de knop Start 1-Man [1-man starten]. a) Bevestig direct berichten die op het scherm worden getoond. SUPREMATouch...
200 mV. Actieve transmitters Een eerste kalibratie op het SUPREMATouch-systeem is niet vereist voor actieve transmitters (sensoren met een uitgang van 4-20 mA). De eerste kalibratie moet direct worden uitgevoerd op de sensor in overeenstemming met de bedienings- en onderhoudsinstructies van de sensor. Als...
Als ondanks correct gekalibreerde actieve transmitters de verwachte waarden (0% van het meet- bereik voor een signaalstroom van 4 mA en 100% van het meetbereik voor een signaalstroom van 20 mA) niet worden weergegeven op de SUPREMATouch moet de kalibratie op de SUPREMA- Touch worden gecontroleerd en indien nodig worden gecorrigeerd.
(14) Beëindig kalibratie van geselecteerd meetpunt met de knop End [Beëindigen]. (15) Stel de voedingsbron weer in op 4 mA en vergrendel het meetpunt opnieuw. (16) Verbreek de verbinding tussen de MAT-moduleaansluitklem en de voedingsbron en sluit de sensor weer aan. SUPREMATouch...
SUPREMATouch (4 mA = 0% van het meetbereik, 20 mA = 100% van het meetbereik). De afwijkingen in de stroom mogen echter niet groter zijn dan ±0,5 mA, anders wordt de foutevaluatie (het meetbereik in een van de richtingen verlatend) nega-...
Om accidentele schade en vernietiging van de sensoren te voorkomen door een exces- sieve brugstroom, moet de instelling worden uitgevoerd door een overeenkomstig sensorequivalent netwerk te gebruiken (zie hoofdstuk 5.1 "Sensorsimulatiemodules" of sensorsimulator). Het instellen van de brugstroom: SUPREMATouch...
Pagina 108
Wacht totdat het veld Status de voltooiing van het proces aangeeft. Beëindig het proces met End. Verwijder de sensorsimulatiemodule. Sluit de gewenste sensor aan. Wanneer de brugstroom is ingesteld en de sensor is voldoende opgewarmd, voer dan de eerste kalibratie van het meetpunt uit. SUPREMATouch...
Systeemuitbreidingen Systeemuitbreidingen Op een SUPREMATouch-systeem kunnen maximaal 256 ingangen worden aangesloten. Er zijn maximaal 512 digitale uitgangen beschikbaar. Een compleet systeem voor maximaal 64 ingangen kan worden geïnstalleerd in één rek van 19". Afhankelijk van de grootte van het huidige systeem dat al geplaatst is, zijn verschillende aanvullende modules vereist om het systeem uit te breiden.
( hoofdstuk 12.14 "De systeemvoeding aansluiten"). Installeer indien nodig een voeding die voldoet aan de nieuwe vereisten. Een enkel SUPREMATouch-systeem biedt maximaal 512 relaisstuuruitgangen. Een enkele MGO-module kan 40 relaisstuuruitgangen hebben. Er kunnen maximaal tien MGO- modules in één rek worden geplaatst. Dit aantal modules heeft minimaal één aanvullend rek nodig met het juiste aantal MAI-modules waardoor de sensoren kunnen worden aangesloten.
Verbinding van aanvullende analoge uitgangen Er worden maximaal 256 analoge uitgangen geleverd door de SUPREMATouch, wat overeen- komt met het maximale aantal sensoren dat kan worden aangesloten. Op één MAO-module zijn acht analoge uitgangen beschikbaar. Per rek kunnen maximaal tien MAO-modules worden geplaatst.
Pagina 112
Installatie- en opstarthandleiding SUPREMATouch Waarschuwingseenheid voor brand en gas MSAsafety.com...
(18) Tijdens installatie van het SUPREMATouch - Brand- en gaswaarschuwingssysteem moet worden voldaan aan de nationale richtlijnen en standaarden. (19) De installatie van het SUPREMATouch - Brand- en gaswaarschuwingssysteem moet zo worden uitgevoerd dat een maximale verontreinigingsgraad van 1 (EN 60664-1) gegaran- deerd is (er ontstaat geen of alleen droge, niet geleidende verontreiniging.
(7,6 % van 9,78*10 Configuratie 3 97 % 347 fit 4897 fit SIL3) (1,0% van SIL3) Behalve analoge fase van ingangsmodules MAI en MGI die een HFT = 0 hebben! MTBF = 16 jaar voor de veiligheidsfunctie (voor alle configuraties) SUPREMATouch...
Level (SIL) afzonderlijk moet worden bewezen. Configuraties Configuratie 1 SUPREMA — Fire- and Gas Warning System (Single-Channel-Configuartion) Measure SUPREMA — CAN Point Sensor System Fail System Fail Fig. 68 In het geval van een eenkanaalsconfiguratie kunnen de MLE-modules niet worden gebruikt SUPREMATouch...
Pagina 117
Speciale voorwaarden voor naleving van de voorschriften van DIN EN 61508 voor SIL 1-3 vol- Configuratie 2 Fig. 69 Configuratie zonder MLE10-modules Fig. 70 Configuratie met MLE10-modules SUPREMATouch...
Pagina 118
Speciale voorwaarden voor naleving van de voorschriften van DIN EN 61508 voor SIL 1-3 vol- Configuratie 3 Fig. 71 Configuratie zonder MLE10-modules Fig. 72 Configuratie met MLE10-modules SUPREMATouch...
Fig. 74 Systeemuitbreidingen met CAN-bus en redundante configuratie Lijst met toegelaten hardware- en softwareversies Toegelaten hardwaremodules Module Indelingsversie Betekenis MIB20 Interconnectiebord MCP20 Central Processing Unit MDO20 3, 4, 5 Display & bediening MDA20 Gegevensverzameling MGO20 Algemene uitgang MAI30 Analoge ingangsmodule SUPREMATouch...
Pagina 120
SUPREMA CAN BRUG CBM SUPREMA CAN-LWL-omvormer - Optische-vezelomvormer MDC20 Schermverbindingsmodule Voor niet-veiligheidsgerelateerde toepassingen (bijv. analoge uitvoer, gegevenscommunicatie naar een PLS) kunnen de volgende onderdelen ook worden gebruikt: Module Indelingsversie Betekenis MAO10 Analoge uitgangeenheid MAO20 Analoge uitgangeenheid MHD10 Hoge stuurtrap SUPREMA PKV 30-COS/AUER SUPREMATouch...
MAI MA01 CPLD MAR10 MAR MA01 CPLD 2-2-2001 Regeleenheid MAO10 MAO MA01 CPLD MLE10 MLE 10_4_XXX_YYY_ZZ (XXX_YYY_ZZ: Ident. nr. van de door de klant gespecificeerde toepas- sing waarvoor een afzonderlijke geschikte kwalificatie moet worden geverifieerd.) TUV-certificaat Certificaatnummer: 968/EZ 163.24/16 SUPREMATouch...
Bijzondere voorwaarden voor naleving van de vereisten van ATEX Bijzondere voorwaarden voor naleving van de vereisten van ATEX MSA Europe GmbH Schlüsselstrasse 12 Fabrikant: 8645 Rapperswil-Jona Zwitserland Product: SUPREMATouch zie detector, het controlesysteem moet buiten het gevaarlijk gebied Soort bescherming: worden geïnstalleerd.
Pagina 123
Bij het vaststellen van de vertragingstijd moet worden rekening gehouden met de maximaal mogelijke verhogingssnelheid van de gasconcentratie. • Alle regelingen, inclusief digitale ingangen en uitgangen van communicatie-interfaces moeten worden beschermd tegen onbevoegde of onbedoelde interferenties of handelingen. SUPREMATouch...
Systeemaansluitklemmen MUT10 Universele aansluitklem SUPREMA CAN BRUG CBM 10034641 SUPREMA CAN LWL-omvormer 10052948 SUPREMATouch-rek (Met of zonder interne voeding van 250 W) *Geen onderdeel van de functietest. Detectors getest volgens DMT 03 ATEX G 003 X • Serie 47 K-ST •...
EN61010 meting, regeling en gebruik in een laboratorium Functionele veiligheid van elektrische/elektronische/ IEC61508 programmeerbare elektronische veiligheidsgerela- teerde systemen. Technische documentatie voor de beoordeling van 2011/65/EU EN50581 elektrische en elektronische producten met betrek- king tot de restrictie van gevaarlijke stoffen SUPREMATouch...
Modules Modules De SUPREMATouch is een modulair systeem; hierna worden alle modulefuncties in detail beschreven. 11.1 Meetwaarde ingang De meetwaarden worden verzameld met de volgende eenheden Modules voor meetwaarde ingang analoge INGANG module MAI-module (signaalverwerking + digitalisering voor 8 ingangen).
(400 vermeldingen), voedingsspanning (200 vermeldingen) en processortemperatuur (200 vermeldingen) Schermverbinding/MDC-module De schermverbindingsmodule (MDC-module) wordt gebruikt om de MDO-module op het systeem aan te sluiten. De enige functies zijn de fysieke aansluiting en de selectie van de voeding. SUPREMATouch...
Geactiveerd door MGO-modules • Relais vergrendeld via de MST/MRC-module (LOCK) • Weergave schakelstatus (groene LED, gemaakt = AAN) • Serieaansluiting van 2 contacten voor redundante versies • Aansluiting over 2 aansluitklemmen • Tot en met 2 omschakelcontacten per relais SUPREMATouch...
Deze printplaat zorgt voor de systeembedrading van het rek. Er zijn 15 sleuven voor modules. Sommige van deze sleuven zijn gereserveerd voor bepaalde moduletypes. De in het rek geïnstal- leerde modules kunnen worden aangesloten door achter in het rek 'aansluitklemmodules' (MAT- module, MUT-module, enz.) te plaatsen. SUPREMATouch...
Optioneel 8 solid state relais, geïnstalleerd op montagerail MRO8 SSR TS (voor schakeltoepassingen met zeer lage spanning) MRO16 TS-module Zestien relais, redundante indeling, geïnstalleerd op montagerail Optioneel 16 solid state relais, geïnstalleerd op montagerail (voor MRO16 SSR TS schakeltoepassingen met zeer lage spanning) SUPREMATouch...
Deze module wordt gebruikt wanneer er niet alleen gemeenschappelijke alarmen, maar ook andere berichten vereist zijn. Ieder relais heeft een omschakelingscontact (230 VAC/3 A). De module maakt acht relais beschikbaar, elk met een eigen omschakelingscontact. De relais worden gecontroleerd door een MGO-module, in bedrijf via de MRC TS-module. SUPREMATouch...
Redundante systemen voor hogere veiligheidsklassen worden gerealiseerd door het toevoegen van nog een CENTRALE VERWERKING module (MCP-module), een dubbel aantal van de toepasselijke gegevensverzamelings- (MAR) en alarmregelmodules (MGO), een tweede CAN- bus en een tweede of derde spanningsvoeding. (→€hoofdstuk 15 "Redundante systemen"). SUPREMATouch...
LET OP De SUPREMATouch-installatieplek moet zich buiten Explosiegebieden 0, 1 en 2 bevinden en vrij zijn van brandbare, explosieve of corrosieve gassen. 12.2 Installatie-instructies voor het volgen van de EMC-Richtlijnen De toestellen van MSA werden ontwikkeld en getest in overeenstemming met de EMC-richtlijn 2014/30/EU en de bijbehorende normen EN 50270.
Installatie 12.2.1 Instructie omtrent het voldoen aan de EMC-voorschriften voor het SUPREMATouch regelsysteem Om te voldoen aan de EMC-productnorm EN 50270 (elektromagnetische compatibiliteit. Elektri- sche apparatuur voor de detectie en meting van brandbare gassen, giftige gassen of zuurstof), moet het volgende in acht worden genomen: •...
Pagina 135
De lintkabel moet worden afgeschermd. De kabelafscherming moet met een zo kort mogelijke afstand direct worden aangesloten op de aanwezige afschermingsaansluitklem. MRC TS-module aangesloten op MRO16 (8) TS-module Afgeschermde kabels zijn niet vereist voor het aansluiten van de afzonderlijke relaismodules. Fig. 76 SUPREMATouch afschermings- en aardingsschema SUPREMATouch...
In het geval van uitgebreide systemen met meer dan één 19"-montagerek sluit u de CAN- bus aan of controleert u of de aansluiting al is gedaan. Installeer de sensoren en sluit de bekabeling aan op de SUPREMATouch. Monteer, indien mogelijk, de modules aan de achterzijde met schroeven (aanhaalmoment: 1 Nm).
Pagina 137
3 x 1,5 mm Y(C)Y 20ohm-lus 700 m UV/IR cifieke handleiding. FlameGard 5 Zie de transmitterspe- 3 x 1,5 mm Y(C)Y 20ohm-lus 700 m UV/IR-E cifieke handleiding. Zie de transmitterspe- Ultima MOS-5 3 x 1,5 mm Y(C)Y 20ohm-lus 500 m cifieke handleiding. SUPREMATouch...
De module moeten in de hier gegeven volgorde worden geconfigureerd zonder dat er spanning is toegepast. Voor systemen die al geconfigureerd zijn, moet de configuratie van de afzonderlijke modules worden gecontroleerd. 12.6.1 Configuratie MIB-module Achter op de MIB-module zit een DIL-schakelaar. Deze schakelaar wordt gebruikt om de CAN- busparameters in te stellen. SUPREMATouch...
Pagina 139
Bitsnelheid = 20 kBit AAN UIT Bitsnelheid = 50 kBit AAN UIT Bitsnelheid = 125 kBit AAN AAN Bitsnelheid = 250 kBit Standaardinstelling voor max. AAN UIT 256 MP Bitsnelheid = 500 kBit Bitsnelheid = 1 MBit = Iedere schakelaar SUPREMATouch...
Pagina 140
= Iedere schakelaar CAN-BUS-afsluitweerstanden Beide CAN-bussystemen (CAN-A + CAN-B) van de SUPREMATouch moeten een afsluitweer- stand hebben aan elk einde van de bus. Eén buseinde bevindt zich op de MDO-module. Hier is permanent een afsluitweerstand aangesloten. Bij een systeem met één rek bevindt het andere einde van de bus zich op de bedrading op de achterzijde van het paneel van de MIB.
Pagina 141
Alle analoge Laatste staat wordt uitgangen zijn 2 behouden. Alle analoge Alle analoge uitgangen uitgangen zijn 0 AAN UIT zijn 0 mA na 2 min. Alle analoge Laatste staat wordt uitgangen zijn 0 AAN AAN behouden. = Iedere schakelaar SUPREMATouch...
Op de module is een soldeerbrug (BR1), die wordt gebruikt om de functie van de relaisblokkering (hoofdstuk 12.10 "De relaisuitgangen verbinden") te bepalen voor de aangesloten relaismodules: relais worden bekrachtigd wanneer de relaisblokkering wordt Soldeerbrug BR1 = OPEN = ingeschakeld relais worden niet-bekrachtigd wanneer de relaisblokkering Soldeerbrug BR1 = GESLOTEN = wordt ingeschakeld SUPREMATouch...
De functie van de relaisblokkering wordt bepaald door soldeerbrug BR1 op de MRC TS-module. 12.6.8 Configuratie MUT-module Geen configuratie 12.6.9 Configuratie MAR-module Geen configuratie 12.6.10 Configuratie MST-module Geen configuratie 12.6.11 Configuratie MAO-module (MAO20) Schakelaar S200 Functie Fabrieksinstelling/Niet wijzigen Bootloader actief SUPREMATouch...
Pagina 146
Alle analoge uitgangen zijn 0 mA Laatste staat wordt behouden X: Iedere schakelaar CAN-A-/B-instellingen Schakelaar S4 Functie Besturing van de MAO-module door CAN-A-bus (tevens voor redundante toepassingen) Fig. 82 Configuratie MAO20-module De MAO-module wordt altijd door CAN-bus A bestuurd. SUPREMATouch...
Pagina 147
VOORZICHTIG! De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! De configuratie van inschakel- en storingsgedrag van de MGO-module wordt gedaan via de DIL-schakelaar op de MIB-module (VRIJ A + VRIJ B).
Bootloader actief Gereserveerd De module MCP-20 is uitgerust met een bootloader voor de installatie van nieuwe firmware. LET OP De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus moet daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! SUPREMATouch...
Bootloader actief Gereserveerd De module MAI30/MGI30 is uitgerust met een bootloader voor de installatie van nieuwe firmware. Fig. 86 De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! SUPREMATouch...
De module MAR30/MGR30 is uitgerust met een bootloader voor de installatie van nieuwe firm- ware. Fig. 87 De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! 12.6.17 Configuratie MHS30 Geen configuratie 12.6.18 Configuratie MBC20-module De MBC20-module is bij verzending door de fabriek geconfigureerd.
Installatie WAARSCHUWING! De normale functie van de module wordt uitgeschakeld in de bootloader-modus. Deze modus mag daarom alleen worden gebruikt door MSA-servicepersoneel! Fig. 88 Configuratie van de MBC20-module 12.6.19 Configuratie MBT20-module Geen configuratie 12.6.20 Configuratie in het SUPREMATouch-menu Instellingen/Meetpunten/Sensorgegevens Sensor...
Pagina 153
= stuuruitgang niet geleidend = relais gedeactiveerd Fig. 90 Weergave van MRD-module LED 1-8 = Stuuruitgangen kanaal A LED 9-16 = Stuuruitgangen kanaal B LET OP Let op de juiste polariteit van de modules, zie afbeelding Fig. 90 "Weergave van MRD-module". SUPREMATouch...
Positie 1-10: De posities 1-10 kunnen worden gebruikt voor hetzij MAT-, MUT-, MRO- of MBT-modules. LET OP De MRO8-module mag alleen worden geïnstalleerd in positie 9! Het is niet mogelijk om meer dan één MRO8-module in één rek te gebruiken. SUPREMATouch...
MRO8-module is niet-functioneel (zie tabel hieronder)). De achterop aangesloten modules moeten in dezelfde sleuven zitten als de modules met de bijbe- horende functies die aan de voorzijde zijn geplaatst. Een MAT-module neemt twee sleuven in, een MRO8-module neemt drie sleuven in. SUPREMATouch...
Maximale stroom voor acht stuuruitgangen 4,0 A (8 x 0,5 A) (MGO-modules hebben elk vijf stuur-ICs met elk acht stuuruitgangen) Maximaal stroomtotaal van alle stroombelastingen van een MGO-module 12 A (40 x 0,3 A) (één MGO-module beschikt over 40 stuuruitgangen) SUPREMATouch...
Slechts één CAN-bus wordt beschreven, de optionele tweede CAN -bus wordt op dezelfde manier aangesloten. Voor aansluitingen en toewijzing van klemaansluitingen zie hoofdstuk 12.13 "Systeempoorten (MST-module)". LET OP Het systeemstoringsrelais moet worden aangesloten en worden bewaakt voor alle rekken! SUPREMATouch...
Pagina 159
64 sensorkabels, en de systeemsto- ringsrelais op alle rekken moeten worden verbonden. LET OP Bij afstanden >20 m moet een CAN-brug worden gebruikt. Voorbeelden van satelliettoepassingen: Met één satelliet SUPREMA central SUPREMA satellite CAN bridge Fig. 98 Systeem met één satelliet en CAN-brug SUPREMATouch...
De afsluitweerstand van rek 1 moet gedeactiveerd zijn en er moet een 120 Ohm-weerstand worden aangesloten tussen aansluitklem 2 en 4, NET 0, van de CAN-aansluiting. Er moet een 120 Ohm-weerstand voor Net 1 worden aangesloten onder de aansluitklem (2-4) NET1 van de CAN-verbinding. De CAN-afsluitweerstand op rek 2 moet worden ingesteld. SUPREMATouch...
Pagina 161
Er kunnen maximaal 32 filters worden ingesteld, d.w.z. in een satelliet kunnen 15 MGO/ MAO- of 10 MAI-modules worden geïntegreerd. Baudsnelheidinstellingen op het centrale rek. Meetpunten Instelling bitsnelheid in kbit/s Simplex/Duplex 1-256 SUPREMATouch...
Pagina 162
Een stervormige netwerktopologie is verplicht om kritieke waarden van de CAN-buscapaciteit te voorkomen. Voorbeelden van satelliettoepassingen Met één satelliet en een LWL-omvormer: ≤ Fig. 102 Systeem met één satelliet en LWL-omvormer SUPREMATouch...
Pagina 163
Voor de juiste werking van de SUPREMA LWL-omvormers, moeten een paar punten in overwe- ging worden genomen: • De CAN-baudsnelheid moet overeenkomen met die van de SUPREMA (of CAN-brug). • De lijnlengte moet worden uitgelijnd met de baudsnelheid (max. 2000 m). • Let op de optische lijnkruising tussen TD en RD. SUPREMATouch...
Pagina 164
Verbindingsschakelcontact (alleen basismodule) CAN-verbinding: Afscherming (alleen basismodule) CAN-verbinding: GND (alleen basismodule) CAN-verbinding: C_High (alleen basismodule) CAN-verbinding: C_Low (alleen basismodule) LED: Klaar voor bedrijf/Bedrijf redundantiestand-by LED: Busactiviteit LED: Busfout LED-veld: Kwaliteit van LWL-signaal LED: LWL-fout LWL-verbinding: Verzendend pad LWL-verbinding: Ontvangend pad Achtervlak SUPREMATouch...
(B-FOC) 2,5 dB/Km 2000* * Overige lijnlengtes na overleg met MSA. Voor gebruik met de SUPREMATouch zijn vezels voor meervoudige werking vereist. Zie de hand- leiding van de LWL-omvormer voor verdere technische gegevens en werkingsomstandigheden. 12.9 De sensoren aansluiten WAARSCHUWING! Schakel altijd de systeemvoeding uit voordat u de sensoren aansluit.
Pagina 166
Deze voor de sensor giftige stoffen zijn o.a. silicone, silaanverbindingen, zwavel- waterstof, zwavelverbindingen. Neem bij twijfel direct contact op met een medewerker van MSA die de mogelijke aanwezigheid van voor de sensor giftige stoffen moet bepalen en alternatieve meetprocedures kan voorstellen.
Pagina 167
Aansluitklem 4-5: BR D-D’ Als er geen jumpers op de aansluitklemmen kunnen worden geïnstalleerd, kunnen ze worden voorzien op de achterzijde van de MAT-module in de vorm van soldeerbruggen. (naast de lintplug van de MAT TS-module). (Hoofdstuk 12.6 "Moduleconfiguratie") SUPREMATouch...
Pagina 168
-M (bruin) D (geel) D (geel) -H (geel) D' (grijs) K' (wit) signaal signaal +M (wit) K' (bruin) K (bruin) +24 V +24 V +H (groen) 0 (groen) 0 (groen) -M (bruin) D (geel) D (geel) -H (geel) D' (grijs) SUPREMATouch...
Pagina 169
Installatie MGT40 TS-module/Toewijzing MAT–MGT-verbindingen MAI-module Meetpuntnr. MAT aansluitklem nr. MGT40 TS-module aansluitklem nr. SUPREMATouch...
(de LED SYSTEM FAIL is aan). De volgende tabel biedt infor- matie over de contactbelastingscapaciteit van MRO-modules: MRO-module, contactbelastingscapaciteit 400 VAC Maximale schakelspanning 300 VDC Maximaal schakelvermogen, ac: 1500 VA Nominale stroom 3 ADC 24 VDC/3 A Maximaal schakelvermogen, dc: 50 VDC/0,3 A (vanaf de belastingslimietcurve) 100 VDC/0,1 A SUPREMATouch...
Pagina 171
Installatie LET OP Voor het veiligheidsgerelateerde gebruik van ieder relais, moeten het alarm en de storingsrelais van het SUPREMATouch-systeem in de volgende conditie worden gebruikt: 1. Relais onder stroom 2. Alarm- of storingscontact is gesloten Dit garandeert dat de relaiscontacten een storingsvrij signaal geven bij stroomuitval of lijnverbre-...
Pagina 173
LET OP De GND van de Bat-, Int- en Ext-aansluitingen van de MRC TS-module moet worden aangesloten op de GND van de SUPREMATouch-voedingsspanning. De MRC TS-module wordt aangesloten via connector A met een 40-weg afgeschermde lintkabel naar de MUT-module die achter in het rek is geplaatst. De MUT-module maakt de verbinding met de MGO-module die achter in het rek geplaatst is (hoofdstuk 12.7 "Systeemconfiguratie [hard-...
LET OP Als het principe normaal bekrachtigd is geselecteerd voor de blokkering, moet, om de spannings- voeding naar de relais te garanderen nadat de SUPREMATouch-spanningsvoeding is uitgescha- keld, een zelfstandige externe spanningsvoeding worden aangesloten op de juiste aansluitingen van de MRC TS-module (EXT/BAT, 24 VDC).
Pagina 175
Installatie MRO10 8 TS-module De aansluitklemmen zijn als volgt toegewezen: Relaisnr. Aansluitklemnr. Contact SUPREMATouch...
Pagina 176
Installatie MRO20 8 TS-module De aansluitklemmen zijn als volgt toegewezen: Relaisnummer Aansluitklem Contact SUPREMATouch...
Pagina 177
De aansluitklemmen zijn als volgt toegewezen: Relaisnummer Aansluitklem Contact NO 1 NO 2 NO 3 NO 4 NO 5 NO 6 NO 7 NO 8 NO 9 NO 10 NO 11 NO 12 NO 13 NO 14 NO 15 NO 16 SUPREMATouch...
Er zijn twee systeemstoringsrelais op de MIB-module, ontworpen als omschakelcontacten. Ze werken volgens het principe normaal bekrachtigd. Beide relais worden niet-bekrachtigd wanneer een storing optreedt. De klemcontacten zitten direct naast de relais op de MIB-module. c 1 a X 15 X601 Fig. 112 MIB-module, aansluitklemmen voor het systeemstoringsrelais SUPREMATouch...
LET OP De uitgangen van deze module (maximaal +24 VDC/300 mA) refereren aan de SUPREMATouch- aarde. Daarom moet de aarde van de modulevoedingsspanning worden aangesloten op de aarde van de SUPREMATouch (aarde van de voedingsaansluiting op de MIB-module).
Pagina 180
Er moet worden voldaan aan de in hoofdstuk 12.7 "Systeemconfiguratie [hardware]" beschreven belastingslimieten! Schakeluitgangen worden uitgevoerd als 'open collectoruitgangen', dat wil zeggen, een interne transistor van SUPREMATouch schakelt de negatieve verbinding van de vraag, terwijl de posi- tieve verbinding van de belasting direct is aangesloten op de 24 V-voeding. SUPREMATouch...
Pagina 181
Installatie Aansluitklemtoewijzingen van de schakeluitgangen MGO-stuuruitgang (schakeluitgang) Aansluitklem nr. (MGT40 TS) SUPREMATouch...
Pagina 182
De MHD-module wordt op het rek aangesloten met een 40-pins lintkabel, waardoor 40 uitgangen beschikbaar komen (24 V/0,3 A). 40-pins lintkabelverbinding op MUT (van MGO). • 24V-voeding en belastingsaansluitingen (maximaal 20 A) • Montage op C- of standaardrail • Uitgangen beveiligd tegen kortsluiting Redundante voeding moet extern worden gerealiseerd. SUPREMATouch...
Iedere MAO-module biedt 8 analoge uitgangen die het niveau van het sensorsignaal volgen. De toewijzing tussen signaalingangen en analoge uitgangen kan vrijelijk worden geconfigureerd. Het systeem wijst meetkanalen nrs. 1-8 en de bijbehorende meetwaarden automatisch toe aan de eerste aangesloten MAO-module (meetkanalen nrs. 9-16 worden toegewezen aan de tweede MAO-module, enz.). SUPREMATouch...
Pagina 184
Een extern apparaat met spanningsingang (bijv. recorder, pc met DAQ-kaart) kan worden aange- sloten op de analoge uitgangen door een weerstand aan te sluiten over de ingangsaansluitingen van de recorder. Wanneer een weerstand van 100 ohm wordt gebruikt, wordt een spanningsbereik van 0-2 V verkregen bij een signaal van 0-20 mA. SUPREMATouch...
MAI-module) of de schakeluitgangen (MGO-module) kunnen zelfstandig van het hoofdrek worden ingesteld om de bedrading te beperken. In systemen zonder redundantie zijn de afzonderlijke rekken met elkaar verbonden met kant-en-klare CAN-buskabels via de CAN-A-buspoort (hoofd- stuk 12.7 "Systeemconfiguratie [hardware]"). SUPREMATouch...
Pagina 186
CAN GND. Pc-/laptoppoort (systeembesturing, RS 232A/USB) Op deze poort kan een pc of laptop worden aangesloten. Door het SUPREMATouch-besturings- programma te gebruiken kan het systeem worden bediend met een Windows-interface. Dit wordt met name aanbevolen voor de eerste keer instellen van een nieuw systeem met een gemiddeld of groot aantal ingangen (hoofdstuk 14.1 "Een pc/laptop aansluiten").
Pagina 187
De huidige status van de ingang wordt geprint in overeenstemming met de gegevensstructuur in afbeelding 124. LET OP Deze indeling kan door de gebruiker worden gewijzigd! Zie het gedeelte Bediening -> Menu -> Instellingen -> Printer SUPREMATouch...
MST-aansluitklem 6: HACK MST-aansluitklem 5: GND WAARSCHUWING! Om veiligheidsredenen moet de SUPREMATouch en de apparaten waarop toegang verkregen wordt/die toegang maken worden gebruikt in een afzonderlijk, gescheiden netwerk! LOCR-aansluitklem De relaisblokkering voor de MRO8-module (gemeenschappelijke alarmen) achter op het rek kan worden geactiveerd via aansluitklemmen 3 en 4 door een contact te sluiten (sleutel, enz.).
Pagina 189
** Alleen detector en bron groter dan 6 W. Zowel detector als bron moeten worden gevoed door een externe spanningsbron. Na het optellen van het vermogensverbruik van de sensoren kunnen de volgende vermogens- waarden worden gegeven voor de afzonderlijke modules: Voedingsvereisten van de systeemmodules Type module Vermogen (VA) module MCP-module MDO-module SUPREMATouch...
Pagina 190
Fig. 125 MIB-module, voedingsaansluitklemmen Wanneer een externe voeding of een batterij wordt gebruikt, moeten de voedingsspan- ningen via een toepasselijk EMC-filter worden uitgevoerd. Er moet worden voldaan aan de vereisten van de EMC- en Laagspanningsrichtlijn. SUPREMATouch...
Pagina 191
(85 -265 VAC, 47-63 Hz of 120-330 VDC). Aansluitklemtoewijzing Voedingseenheid - Aansluitklemtoewijzing Functie + 24 V Uitgang: +24 VDC Sensoraansluiting + 24 V Uitgang: +24 VDC Uitgang: GND Uitgang: GND Sensoraansluiting Aansluiting aardedraad Lijn Neutraal Fig. 126 Aansluitschema van de MSP-module SUPREMATouch...
Wanneer er meerdere rekken zijn geïnstalleerd en er MAI-modules worden gebruikt, is het nodig om de ingangsnummers op te geven, te beginnen met het tweede rek, overeenkomend met de positie in het systeem. SUPREMATouch...
Pagina 193
Rack: No. of the rack in which the module is installed. Position: Position No. of the slot in the rack Nos. of the connected inputs and outputs. Fig. 129 Labelen van de aansluitingsmodules in het rek SUPREMATouch...
Pagina 194
Rack: No. of the rack on which the MAT (TS) module is mounted Position: No. of the slot of the MAT (TS) module on the rack Nos. of the connected inputs and outputs Fig. 131 Labelen van het MAT (TS)-aansluitplug SUPREMATouch...
LET OP Als deze procedure niet in 5 minuten wordt voltooid, controleert u de installatie nog eens en roept u indien nodig een MSA-servicetechnicus op om het probleem te verhelpen. 13.3 Systeemconfiguratie De benodigde configuratie/parametrisatie kan worden uitgevoerd via de MDO (zie hoofdstuk 4 "Systeemparameters invoeren") of met het pc-programma "SUPREMA Manager".
MSA-servicetechnicus erbij roepen om het probleem te verhelpen. Om vals alarm te voorkomen tijdens de inbedrijfstelling van sensoren raadt MSA aan om alle rele- vante meetpunten voor het starten te vergrendelen.
Perifere apparatuur aansluiten Perifere apparatuur aansluiten Om de bediening (vooral bij de configuratie) van de SUPREMATouch te vereenvoudigen kan een pc of laptop met bedieningssoftware worden aangesloten met verschillende connectoren. Een protocolprinter kan worden aangesloten via de RS232-B-interface op de MST.
1 stopbit, pariteit geen Bedieningssoftware De pc-bedieningssoftware SUPREMA Manager is beschikbaar als optie om het gemak van de bediening en configuratie van het SUPREMATouch-systeem te verbeteren. Weergavesoftware Op verzoek kan weergavesoftware aangepast aan de specificaties van de klant worden geleverd.
(de status bestaat niet meer). De huidige status van het meetpunt met de gegevensstructuur getoond in de afbeelding hierboven wordt afgedrukt samen met de datum en tijd van de meest recente statuswijziging. Deze indeling kan door de gebruiker worden gewijzigd! SUPREMATouch...
X100 is beschikbaar voor aansluiting op de Profibus-interface. De volgende twee handleidingen voor installatie, parameters en bediening zitten bij de gateway: • CAN-CBM-DP PROFIBUS-DP/CAN-Gateway Hardwarehandleiding • CAN-CBM-DP PROFIBUS-DP/CAN-Gateway met SUPREMA CANopen Firmware Software- handleiding Aansluiting op de SUPREMA: Fig. 137 Aansluiting Suprema Gateway CAN/Profibus DP SUPREMATouch...
Pagina 201
Temperatuurbereik 0-50 °C omgevingstemperatuur Vochtigheid max. 90 %, niet-condenserend Breedte: 40 mm, Hoogte: 85 mm, Diepte: 83 mm Afmetingen van de kast (inclusief montagerail en uitstekende connector DSUB9, zonder (L x B x H) CANDeviceNet-stekker) Gewicht ca. 200 g SUPREMATouch...
Deze norm verdeelt de toepassingstypes in veiligheidsintegriteitsniveaus SIL 1-4. Het systeem moet qua ontwerp voldoen aan het vereiste veiligheidsniveau. Voor veiligheidsintegriteitsniveau SIL 3 volgens norm EN 61 508, moet de SUPREMATouch voor- zien zijn van een redundante voeding. De redundante voeding voor het systeem alsmede de MRC TS-module moet een storingsfrequentie hebben van minder dan 6,73 * 10-6 1/h.
Pagina 203
Redundante systemen Fig. 138 Bedradingsschema van reksysteem (niet-redundant) SUPREMATouch...
WAARSCHUWING! Het toevoegen van de benodigde modules voor redundant ontwerp mag alleen spanningsvrij worden uitgevoerd, oftewel het hele SUPREMATouch-systeem moet zijn uitgeschakeld. Het daaropvolgende reboot moet worden uitgevoerd met inachtneming van de nodige stappen voor configuratie en het instellen van parameters.
Pagina 205
Voordat de modules worden geplaatst moet het SUPREMA-systeem spanningsvrij zijn. De module moet worden geconfigureerd via schakelaars voor de CAN-B-bus, zie hoofdstuk 12.6 "Moduleconfiguratie". Aansluiting MRO8 TS-module Op redundante systemen moeten de uitgangen van twee MGO-modules altijd zijn verbonden (kanaal A + B). SUPREMATouch...
Pagina 206
Plug A met een 40-weg lintkabel via de toepasselijke MUT-module op de achterzijde van het rek. De 40 stuuruitgangen van de MGO-module van kanaal B worden op de MRC TS-modules aange- sloten op Plug B met een 40-weg lintkabel via de toepasselijke MUT-module op de achterzijde van het rek. SUPREMATouch...
Pagina 207
Bij levering is de module standaard via schakelaars geconfigureerd voor de CAN A. Logische uitbreiding MLE10 (met SIL-3-goedkeuringen) Deze module kan in redundante systemen worden geplaatst om speciale logische functies, scha- kelvertragingen, enz. te implementeren voor de 40 schakeluitgangen van een MGO-module. De SUPREMATouch...
Alle CAN-BUS-modules hebben de volgende LED-weergave: Functie Vereist LED 1 GN EXT = gebruikt LED 2 GN INT = gebruikt AAN* LED 3 GN BAT = gebruikt LED 4 RT Softwarefout LED 5 GN CAN-bus in werking *= Rekwerking via INT-aansluitklemmen SUPREMATouch...
Pagina 209
Controle van de signaalverwerking/alarmen Als het opstarten is geslaagd en de systeemparameters zijn ingesteld, moet een functionele controle worden uitgevoerd: • Activeer alarmen door testgas toe te voeren. • Test van de functies van de schakeluitgang volgens de relaisconfiguratie. SUPREMATouch...
UltraSonic IS-5 MAI30 akoestisch lekkage (EX: explosieve gassen of dampen; TOX: giftige gassen; OX: zuurstof; Branddetectie: detectie van smeulend vuur; Vlam: vlamdetector) LET OP Overige types sensoren mogen alleen in combinatie met de SUPREMATouch worden gebruikt na overleg met MSA. SUPREMATouch...
Sensorgegevens Individuele sensoraansluitingen worden beschreven in de volgende hoofdstukken. Passieve detectors en transmitters worden bewaakt door SUPREMATouch op open circuit of kort- sluiting en deze storingen worden gerapporteerd zoals wordt weergegeven. Bij actieve transmitters wordt het ingangstroomsignaal bewaakt, zodat iedere storing wordt gede- tecteerd en gerapporteerd door het SUPREMATouch-systeem.
400 mA Type kabel 3-draads, 80 % afgeschermd Maximale belasting Transmitterafhankelijk Maximum kabellengte Transmitterafhankelijk Kabeldiameter 9– 17 mm Toegestane diameter per draad 0,75–2,5 mm Gebruiksvoorwaarden Zie gebruiksaanwijzing van de transmitter voor meer details. Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: Signaalstoring (FAIL-LED) SUPREMATouch...
Zie gebruiksaanwijzing Type kabel 2-draads, 80 % afgeschermd Maximale belasting Transmitterafhankelijk Maximum kabellengte Transmitterafhankelijk Kabeldiameter 9– 17 mm Toegestane diameter per draad 0,75–2,5 mm Gebruiksvoorwaarden Zie gebruiksaanwijzing van de transmitter voor meer details. Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: Signaalstoring (FAIL-LED) SUPREMATouch...
Brugstroom 310 mA Maximum nominale stroom 350 mA Stroomverbruik 1,0 W typisch (zonder kabellengte) Type kabel 3-draads, 80 % afgeschermd Maximum lusweerstand 36 ohm (3,4 ohm voor ATEX-toepassingen) Maximum kabellengte 1000 m (bij dwarsdoorsnede per draad van 1,5 mm SUPREMATouch...
Pagina 215
Zie de componentenlijst voor goedgekeurde gastypen, meetbereiken, Kalibratie lagere alarmniveaus en voorwaarden voor kalibratie (bestelnr.: D0792420) Mogelijke andere gastypen en meetbereiken op aanvraag. Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: Signaalstoring (FAIL-LED) Alarm-LEDs, Signaal overschreden, Signaalstoring (FAIL-LED) XXX= alleen alarmen XXXX= geen invloed op werking SUPREMATouch...
De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten. De bruggen -X1/1 -X1/2 en - X1/4 -X1/5 kunnen ook worden ingesteld als soldeerjumpers op de MAT10- of MAT10 TS-module. Aansluitingsmodule MAI30/passief/5-draads/Constante stroom/Voorinstelling vereist Sensorsimulatiemodule WT (= katalytische ontbranding) (bestelnr.: 10030263) SUPREMATouch...
Ua (mV) = C / 100 * 1600 + 400 C = spangasconcentratie in % van meetbereik 15 min voor voorafstelling, Opwarmingstijd 2 uur voor kalibratie Toevoer van spangas via: Functietest • Testdop met 1,0 l/min SUPREMATouch...
Aansluitdoos II 2 G Ex e II/PTB 00 Bestelnr.: 10062674 ATEX 1063 Wandhoekbeugel met aansluiting Bestelnr.: 10048829 van potentiaalvereffening Constante kabellengte van sensor 2,0 m Gebruiksvoorwaarden Montage Wandmontage Explosiebeveiliging/Sensor II 2 G Ex d IIC T3 (-40 °C tot +160 °C)–HT SUPREMATouch...
Pagina 220
Open circuit Losgekoppelde Bedrading Bedrading Bedrading Brug Brug op de MAT stekker van -X1/2 -X1/2 -X1/4 -X1/1/ -X1/2 -X1/4/ -X1/5 (TS)-module MAT (TS) Storing indicatie Open circuit Bedrading Bedrading Bedrading bij max. -X1/2 -X1/3 -X1/4 kabellengte Storing indicatie SUPREMATouch...
350 mA Stroomverbruik 1,0 W typisch (zonder kabellengte) Type kabel 35-draads, 80 % afgeschermd Maximum lusweerstand 36 ohm Maximum kabellengte 1500 m (bij dwarsdoorsnede per draad van 1,5 mm Kabeldiameter 6– 12 mm Toegestane diameter per draad 1,0–2,5 mm SUPREMATouch...
Zie de componentenlijst voor goedgekeurde gastypen, meetbereiken, Kalibratie lagere alarmniveaus en voorwaarden voor kalibratie (bestelnr.: D0792420) Mogelijke andere gastypen en meetbereiken op aanvraag. Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: Signaalstoring (FAIL-LED) Alarm-LEDs, Signaal overschreden, Signaalstoring (FAIL-LED) XXX= alleen alarmen XXXX= geen invloed op werking SUPREMATouch...
Aansluiten volgens Apollo-montagesteun 45681-200 Serie 60/65-aansluitschema max. 20 branddetectors Eindelijnweerstand 2K2/0,5 W volgens Apollo-aansluitschema 45681-200 Meetweerstand 120 ohm. Aansluitingsmodule: MAI30 Aansluitgegevens Maximum nominale stroom 42 mA Maximum nominale spanning 22 V Stroomverbruik Ø 1,5 W (inclusief kabellengte) Type kabel 2-draads, 80 % afgeschermd SUPREMATouch...
Pagina 224
3 en 4 Alarmmelding verdwijnt, normale RESET werking. Storingsmelding verschijnt na Sluit draadjumper aan tussen aansluitklemmen 3 en 4 maximaal 45 s. Open circuit van lijn Storingsmelding EINDELIJN-weerstand 2K2 niet aangesloten Kortsluiting lijn Storingsmelding na maximaal 45 s. EINDELIJN-weerstand kortgesloten SUPREMATouch...
Gebruiksvoorwaarden Montage Wandmontage Beschermingsklasse IP 42 conform DIN 400 50 Explosiebeveiliging Certificaat Temperatuur Vochtigheid Druk Gewicht Afmetingen 125 x 125 x 36 mm Behuizingsmateriaal Kunststof Simulatie van normale werking / Alarm / RESET / Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: SUPREMATouch...
42 mA Maximum nominale spanning 22 V ≤ 1,5 W (inclusief kabellengte) Stroomverbruik Type kabel 2-draads, 80 % afgeschermd Maximum lusweerstand 50 ohm (kabelweerstand) Maximum kabellengte 2000 m (dwarsdoorsnede per draad van 1,5 mm Toegestane diameter per draad 0,5–2,5 mm SUPREMATouch...
Pagina 227
2K2 aangesloten Storingsmelding volgens bedradingsschemaWeerstand 10 K 0,5 W De spanning van aansluitklem 1-2 moet aansluiten tussen aansluitklemmen 1 en 2Weerstand >22 zijn. 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
BAS02ATEX1288 Temperatuur ROOK-detector -20 °C tot +60 °C HITTE-detector -20 °C tot +105 °C Vochtigheid 0-95% rel. vochtigheid; niet-condenserend Druk 950-1100 hPa Gewicht ca. 153 g inclusief montagesteun Afmetingen Diameter 100 mm x 50 mm inclusief montagesteun Behuizingsmateriaal Kunststof SUPREMATouch...
Pagina 229
1,0 K 0,5 W aansluiten tussen aansluit- De spanning van aansluitklem 1-2 moet >22 klemmen 1 en 2 zijn. Weerstand 18 K aansluiten tussen aansluit- klemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
DO1101: -25 °C tot +50 °CDT1101: -25 °C tot +70 °C DO1101: 0-95 % rel. vochtigheid; niet-condenserend DT1101: 0-100 % Vochtigheid rel. vochtigheid; oppervlaktecondenserend Druk 950-1100 hPa Gewicht ca. 130 g Afmetingen Diameter 115 mm x 55 mm inclusief montagesteun Behuizingsmateriaal Kunststof SUPREMATouch...
Pagina 231
Storingsmelding aangesloten volgens bedradingsschemaWeer- Spanningsaansluitklemmen 1-2 moeten 23-32 stand 10 K 0,5 W aansluiten tussen aansluit- V zijn klemmen 1 en 2Weerstand 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
Certificaat BASEEFA 03ATEX0084X Temperatuur -20 °C tot +55 °C Vochtigheid Druk Gewicht ca. 1100 g Afmetingen 120 x 125 x 75 mm Behuizingsmateriaal Aluminium, drukbestendig Simulatie van normale werking / Alarm / RESET / Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: SUPREMATouch...
Pagina 233
Storingsmelding dingsschemaEINDELIJN-weerstand 2K2 aangesloten volgens bedradingsschemaWeerstand 10 K 0,5 W Spanningsaansluitklemmen 1-2 moeten aansluiten tussen aansluitklemmen 1 en 2Weerstand zijn 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of 23-32 V weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
Vochtigheid 0-95% rel. vochtigheid; niet-condenserend Druk 950-1100 hPa Gewicht ca. 153 g inclusief montagesteun Afmetingen Diameter 100 mm x 50 mm inclusief montagesteun Behuizingsmateriaal Kunststof Simulatie van normale werking / Alarm / RESET / Storingsindicatie open circuit of kortsluiting: SUPREMATouch...
Pagina 235
Spanningsaansluitklemmen 1-2 moeten 23- stand 10 K 0,5 W aansluiten tussen aansluit- 32 V zijn klemmen 1 en 2Weerstand 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
Pagina 236
DO1101: -25 °C tot +50 °CDT1101: -25 °C tot +70 °C DO1101: 0-95 % rel. vochtigheid; niet-condenserend Vochtigheid DT1101: 0-100 % rel. vochtigheid; oppervlaktecondenserend Druk 950-1100 hPa Gewicht ca. 130 g Afmetingen Diameter 115 mm x 55 mm inclusief steun Behuizingsmateriaal Kunststof SUPREMATouch...
Pagina 237
Spanningsaansluitklemmen 1-2 moeten 23- stand 10 K 0,5 W aansluiten tussen aansluit- 32 V zijn klemmen 1 en 2Weerstand 18 K aansluiten tussen aansluitklemmen 4 en 5, of weerstand 330R aansluiten tussen aansluitklemmen 3 en 5. SUPREMATouch...
5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Maximale belasting 500 ohm Bereik uitgangsstroom 0-24 mA Blokkeringssignaal 3,0 mA Storingssignaal 3,2 mA Bereik meetsignaal 4-20 mA Overschrijdingssignaal 22 mA Afmetingen 100 x 160 mm Gewicht 80 g SUPREMATouch...
213 x 108 mm Gewicht 470 g 17.9 MGO-module: Algemene uitgang-eenheid Bedrijfsspanning (3 x 24 VDC) 14-32 VDC Bedrijfsstroom logica 40 mA Totale belastingstroom, schakeluitgangen 12 A Nominale schakelspanning 24 VDC Nominale schakelstroom 0,3 A Maximale stuur-IC-limiet gegevens (8 uitgangen per stuurtrap) SUPREMATouch...
4 mm , flexibel 6 mm , star Voedingsaansluitingen EXT, INT, BAT Instellingselementen (reknr., CAN-bitsnelheid) 10-kanaals DIL-schakelaar Systeemfoutrelais Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condense- Vochtigheid rend Afmetingen 377 x 128 mm Gewicht 650 g SUPREMATouch...
17.16 MRO10 8 TS-module: Relaisuitgangseenheid (installatie met railmontage) Relaisbedrijfsspanning 19-32 VDC Relaisbedrijfsstroom 7 mA Contacttype Omschakelingscontact Contactbelastingscapaciteit Zie gegevens relaiscontact Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 90 x 71 x 68 mm Gewicht 160 g SUPREMATouch...
17.20 MRO20 16 TS Relaisbedrijfsspanning 19-32 VDC Relaisbedrijfsstroom 16 mA Contacttype 2 x normaal open Contactbelastingscapaciteit Zie gegevens relaiscontact Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 252 x 68 x 90 mm Gewicht 514 g SUPREMATouch...
40 A bij 230 V (koude start) Voedingsaansluitfactor volgens EN 61000-3-2 Interferentie-emissies volgens EN 55011/EN 55022-B Uitgangspanning 24 VDC Maximale uitgangsstroom 6,5 A Temperatuurbereik 5 °C tot 55 °C Vochtigheid 0-90 % relatieve vochtigheid, niet-condenserend Afmetingen 65 x 92 x 198 mm Gewicht 850 g SUPREMATouch...
250 VAC 250 VDC Nominale stroom Maximale schakelstroom - AC spanning 1500 VA - DC spanning (vanaf de belastingslimietcurve) 24 VDC/3 A 50 VDC/0,3 A 100 VDC/0,1 A Minimale schakelstroom 6 VDC/1 A 12 VDC/100 mA 24 VDC/1 mA SUPREMATouch...