Veld
Veldtype
[Stijgend/Dalend
alarm]
Latched
Selectievakje,
[Vergrendeld]
standaard niet
ingesteld
Limit [Limiet]
decimaal getal,
bereik is
geselecteerd
bereik van
meetpunt;
standaard 20,
30, 40, 50
Relay [Relais]
Selectie,
standaard
gewist
Auto
Knop
Subvenster Eigenschappen
Het subvenster Properties [Eigenschappen] bevat gedragsgegevens van de geselecteerde ingang.
Afbeelding 18 Subvenster Eigenschappen
Veld
Veldtype
Inhibit Inputs
Selectievakje,
[Blokkeer
standaard niet
ingangen]
ingesteld
NL
Functie
Het alarm is vergrendelend als dit vakje is aangevinkt, anders is het niet-
vergrendelend. Deze parameter is van invloed op het gedrag van de LEDs op
het voorpaneel van de MDO, op de informatie in het menu Measure [Meten] en
op de relaisuitgangen die aan een alarm zijn toegewezen.
Er kan een grenswaarde worden ingesteld voor ieder alarm van de
geselecteerde ingang, voor activering bij een toe- of afnemend ingangssignaal.
De grenswaarde kan worden ingesteld in een bereik van 0 tot de bereikwaarde
ingesteld in het subvenster Sensor Data [Sensorgegevens]. Het is ook mogelijk
om een alarm te deactiveren: Druk op de knop Clear [Wissen]. Er verschijnt een
berichtenbox. Bevestig met OK om de inhoud van het veld te wissen.
Deze velden bevatten een lijst met beschikbare relaisuitgangen. De
relaisuitgangen die worden gebruikt voor de afzonderlijke alarmen bij de
geselecteerde ingang kunnen hier worden ingesteld. Na de selectie van een
relaisuitgang wordt het venster voor toewijzing van de relaisuitgang geopend.
Met deze knop worden bepaalde velden ingevuld met gegevens die automatisch
worden gedetecteerd (d.w.z. uitlezing via HART). De auto-knop moet in elk
subvenster apart worden ingedrukt.
Functie
Indien ingeschakeld, kan de geselecteerde ingang geen alarmen activeren.
SUPREMATouch
4 Systeemparameters invoeren
38