Na het optellen van het vermogensverbruik van de sensoren kunnen de volgende vermogenswaarden worden gegeven
voor de afzonderlijke modules:
Voedingsvereisten van de systeemmodules
Type module
MCP-module
MDO-module
MDA-module
MGO-module
MAI/MAR-module
MAO-module
MRO8
MRO8 TS
MRO16 TS
MBC-module
OPMERKING
De voedingsspanning mag alleen worden ingeschakeld nadat alle vereiste installatiestappen zijn voltooid en de
installatie geverifieerd is tijdens de opstartprocedure (hoofdstuk
De DC-voeding aansluiten (MIB-module)
Het systeem wordt gevoed met 24 VDC (19,2-32 VDC). Er zijn 3 paren aansluitklemmen op de MIB-module, zodat de
voeding van 3 verschillende bronnen kan komen (redundantie). De voedingen zijn functioneel gelijk, maar de volgorde
van de voeding wordt als volgt geprioriteerd: 1e = EXT, 2e = INT, 3e = BAT. De omschakeling van de ene voeding naar
de andere wordt op de systeemmodules tot stand gebracht.
WAARSCHUWING!
Het ingangsspanningsbereik (19,2-32 VDC) mag niet worden overschreden! Hogere spanningswaarden kunnen leiden
tot de vernietiging van de eenheid!
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
NL
Vermogen (VA) module
5
10
1
1
2
5
1,5
1,5
3
2,5
13
Opstarten).
SUPREMATouch
12 Installatie
197