Prestatie overeenkomstig EN 60079-29-1 of EN 50104 voor individuele detector/transmitter werd getest door de
*
aangemelde instantie
**
Detector stopgezet
OPMERKING
Overige types sensoren mogen alleen in combinatie met de SUPREMATouch worden gebruikt na overleg met MSA.
Individuele sensoraansluitingen worden beschreven in de volgende hoofdstukken.
Passieve detectors en transmitters worden bewaakt door SUPREMATouch op open circuit of kortsluiting en deze
storingen worden gerapporteerd zoals wordt weergegeven.
Bij actieve transmitters wordt het ingangstroomsignaal bewaakt, zodat iedere storing wordt gedetecteerd en
gerapporteerd door het SUPREMATouch-systeem.
Zie voor verdere informatie over de sensoren de bedienings- en onderhoudsinstructies van de afzonderlijke
sensortypes.
OPMERKING
Voor passieve detectors wordt aan de voorschriften volgens EN 60079-29-1a voldaan als bij 3-draadse bedrijfsmodus
de uitgangsweerstand niet meer is dan 1,7 ohm per leiding of 3,4 ohm per lus.
Als de lusweerstand hoger is dan 3,4 ohm wordt de 5-draadse bedrijfsmodus aanbevolen.
16.1
4-20 mA (2-draads)
Afbeelding 144
De kabelafscherming wordt alleen op de SUPREMA aangesloten.
Aansluitingsmodule
Sensorsimulatiemodule
Aansluitgegevens
Voedingsstroom
Maximaal stroomverbruik
Type kabel
NL
MAI30 (actief; 2‐draads; 4–20 mA; current sink)
4–20 mA (bestelnr.: 10030262)
max. 400 mA
40 mA
2-draads, 80 % afgeschermd
SUPREMATouch
16 Sensorgegevens
219