9
Speciale voorwaarden voor naleving van de voorschriften van DIN EN 61508 voor SIL
1-3 volgens TÜV-certificaat
9.1
Voorwaarden voor configuratie, installatie, bediening en onderhoud
De volgende criteria moeten in acht worden genomen voor alle veiligheidsgerelateerde toepassingen
1. Het vergrendelen (blokkeren) van meetingangen is alleen toegestaan gedurende onderhoud en reparaties.
2. Na iedere configuratie of parametrisatie moeten een verificatie worden uitgevoerd door de gegevens terug te
lezen en deze te vergelijken met de SUPREMA Manager.
3. De alarmvoorwaarden van de SUPREMATouch moeten periodiek worden gecontroleerd samen met de typische
gaskalibratiecontroles.
4. De alarm- en relaisfuncties, waaronder de systeemstoringsrelais, moeten minimaal eens per jaar worden getest.
5. Het vergrendelen (blokkeren) van meetpunten moet veiligheidsgerelateerd worden verwerkt via het
blokkeringsrelais.
6. Storing van meetpunten moet veiligheidsgerelateerd worden gesignaleerd via het signaalstoringsrelais.
7. Sensorkabels moeten worden beschermd tegen mechanische beschadiging (bijv. door gewapende kabels te
gebruiken).
8. De relais moeten onder normale omstandigheden bekrachtigd zijn.
9. De relaiscontacten dienen te worden beveiligd met een smeltzekering op 0,6 van de gespecificeerde nominale
stroom op het relaiscontact.
10. De contacten van het systeemstoringsrelais (ook voor satellieten) moeten veiligheidsgerelateerd worden verwerkt
en gecontroleerd voor waarschuwingsdoeleinden.
11. Bij galvanisch gekoppelde systeemonderdelen moeten de aardeaansluitingen van alle voedingen zijn
aangesloten.
12. In het geval van storing van een willekeurig onderdeel moet de reparatie of vervanging binnen 72 uur worden
uitgevoerd.
13. Alleen modules en onderdelen met de in hoofdstuk
softwareversies mogen worden gebruikt.
14. De opmerkingen in de handleiding voor installatie, bediening en onderhoud moeten in acht worden genomen.
15. Een omgevingstemperatuur boven 40 ℃ moet worden vermeden.
16. Alle apparaten die op één MRO-module zijn aangesloten moeten hetzelfde spanningsniveau hebben.
17. Externe voedingen moeten minimaal voldoen aan de vereisten van EN 60950 en EN 50178.
18. Tijdens installatie van het SUPREMATouch - Brand- en gaswaarschuwingssysteem moet worden voldaan aan de
nationale richtlijnen en standaarden.
19. De installatie van het SUPREMATouch - Brand- en gaswaarschuwingssysteem moet zo worden uitgevoerd dat
een maximale verontreinigingsgraad van 1 (EN 60664-1) gegarandeerd is (er ontstaat geen of alleen droge, niet
geleidende verontreiniging. De verontreiniging heeft geen invloed).
20. Bij gebruik van de MLE-modules moeten de voorwaarden die worden beschreven in Technisch Rapport nr.:
968/EZ 163.04/04 gedateerd 2004-11-22 in aanmerking worden genomen.
9.2
Aanvullende voorwaarden om te voldoen aan de vereisten van IEC 61508 voor een bepaalde SIL
Naast de algemene voorwaarden moet aan de volgende criteria worden voldaan voor een gespecificeerde SIL:
SIL 1:
De installatie moet worden uitgevoerd conform configuratie 1 in hoofdstuk
NL
9 Speciale voorwaarden voor naleving van de voorschriften van
DIN EN 61508 voor SIL 1-3 volgens TÜV-certificaat
9.7 Toegelaten softwareversies
9.4
SUPREMATouch
gespecificeerde hardware- en
Configuraties.
117