MGO-modules/relaisstuuruitgangen:
De nummers van de relaisstuuruitgangen worden aan de MGO-module toegewezen. Iedere MGO-module maakt 40
relaisstuuruitgangen beschikbaar. Dat wil zeggen dat ongeacht het sleufnummer en reknummer de
relaisstuuruitgangen van de eerste MGO-module de nrs. 1-40 krijgen, die van de tweede MGO-module de nummer 41-
80, enz.
MAO-module/analoge uitgangen:
De nummers van de analoge uitgangen worden permanent toegewezen. Per MAO-module zijn 8 analoge uitgangen
beschikbaar. De toewijzing tussen de analoge uitgangsnummer en de ingangsnummers kan geparametriseerd worden.
Afbeelding 129 Labelen van de sleuven in het eerste rek
Verbinding en aansluitklemmodules op het rek
Er is een vrij labelveld aanwezig voor de modules die achter in het rek zijn geplaatst (MRO 8-, MAT- en MUT-modules).
Een mogelijk labelsysteem:
Toewijzing:
De volgende regels zijn van toepassing bij de toewijzing van de achteraansluitingen op de sleufnummering aan de
voorkant:
Rack: No. of the rack in which the module is installed.
1
/
3
Position: Position No. of the slot in the rack
1-8
Nos. of the connected inputs and outputs.
Afbeelding 130 Labelen van de verbinding en aansluitklemmodules in het rek
Verbinding en aansluitklemmodules bij op rail gemonteerde installatie
Er is een vrij labelveld aanwezig voor de modules die op montagerails zijn geïnstalleerd (MRO 8 TS-, MAT TS-, MRC
TS- en MGT 40
TS-modules).Afbeelding 131
NL
Voorzijde:
Sleuf 1
Sleuf 2-4
Sleuf 5-15
toont een mogelijk labelsysteem.
SUPREMATouch
Achterzijde:
→
MST-module
→
vrij
→
Positie 1-10
12 Installatie
201