De MRC TS-module wordt aangesloten via connector A met een 40-weg afgeschermde lintkabel naar de MUT-module
die achter in het rek is geplaatst. De MUT-module maakt de verbinding met de MGO-module die achter in het rek
geplaatst is (hoofdstuk
12.7 Systeemconfiguratie
MRC TS-connector 1-5 met een 20-weg lintkabel. Daarnaast moet de voedingsspanning voor de relais worden
aangesloten op de aansluitklemmen Bat, Int en/of Ext.
Als optie kan een schakelaar worden aangesloten op de blokkeringsaansluitklem Lock om de relais te kunnen
blokkeren. (Hoofdstuk 12.6 "Moduleconfiguratie").
MRC TS-module, relaisaansluitingsmodule
Deze module wordt gebruikt wanneer relaismodules voor externe installatie op een montagerail van het rek worden
gebruikt. Tot 5 TS-relaismodules (MRO8 TS) worden middels een MRC TS-module aangesloten. Op deze module
worden de relaisvoeding en de vereiste lintkabel voor het regelen van de relais door de MGO-module aangesloten. De
MGO-module wordt met een 40-weg lintkabel aangesloten op de MRC TS-module en een op het rek gemonteerde
MUT-module.
De voeding naar de relais moet worden voorzien door de juiste aansluitingen op de MRC TS-module. Let ook op de
volgende punten:
• De instelling van de voeding van de MRC TS-module moet overeenkomen met dat van het rek (toewijzing van de
externe/interne/batterijaansluitingen moet overeenstemmen).
• Wanneer er verschillende spanningsvoedingen worden gebruikt voor de MRC TC-module en het bijbehorende
rek, moeten de GND-aansluitklemmen met elkaar worden verbonden, anders schakelen de relais niet.
Relaisblokkering
• Door een schakelaar aan te sluiten op het LOCR-contact van de MRC TS-module kunnen alle relais van de
aangesloten MRO8 TS-modules tegelijkertijd geblokkeerd worden.
• Losse relais kunnen niet op deze manier geblokkeerd worden. De enige manier om een afzonderlijk relais te
blokkeren is om de bijbehorende ingang te blokkeren (hoofdstuk
• Via de brug (BR1) kan het blokkeringstype (normaal bekrachtigd of normaal niet-bekrachtigd) worden
gespecificeerd (hoofdstuk
normaal niet-bekrachtigd
normaal bekrachtigd
OPMERKING
Het type blokkering moet overeenkomen met het geselecteerde type in het bedieningsmenu voor de relaisuitgangen en
moet hetzelfde zijn voor alle relais die op de MRC TS-module zijn aangesloten (hoofdstuk
(hardware)) Omdat de gemeenschappelijke alarmen werken volgens het principe normaal bekrachtigd en dit niet kan
worden gewijzigd, moeten de eerste 32 vrijelijk configureerbare relaisuitgangen ook volgens dit principe worden
geconfigureerd (normaal: AAN) als relaisblokkering wordt geleverd.
OPMERKING
Als het principe normaal bekrachtigd is geselecteerd voor de blokkering, moet, om de spanningsvoeding naar de relais
te garanderen nadat de SUPREMATouch-spanningsvoeding is uitgeschakeld, een zelfstandige externe
spanningsvoeding worden aangesloten op de juiste aansluitingen van de MRC TS-module (EXT/BAT, 24 VDC).
OPMERKING
Als het onderhoud is afgerond, moet de blokkeringsstatus van de relais worden opgeheven. Tijdens de blokkering van
de relais, is de systeemstoring ingesteld.
NL
(hardware)). MRO8 Ts-module nr. 1-5 worden aangesloten op de
12.6 Module
configuratie).
=
relais bekrachtigd
=
relais niet-bekrachtigd
SUPREMATouch
12.6 Module
configuratie).
12.7 Systeemconfiguratie
12 Installatie
=
alarm
=
alarm
179